Deepstate
Tijdens regeringswisselingen gaat het regeren van een land gewoon door. Zelfs na een wisseling van links door rechts verandert er weinig aan het gevoerde beleid en blijkt het voor een nieuw kabinet erg lastig om hiervan af te wijken. Zelfs een langdurige kabinetsformatie met aftredende en vertrekkende ministers en staatssecretarissen heeft geen invloed op de dagelijkse gang van zaken. Vrijwel alle belangrijke beleidszaken liggen al vast in verdragen en afspraken die met (mondiale) denktanks, de SDG’s, de Raad van State, de EU en de UN zijn gemaakt. Minister Fleur Agema heeft in het parlement bijvoorbeeld erkend dat het Nederlandse pandemiebeleid plaatsvindt “onder regie van de NCTV en Defensie” en dat deze moet voldoen aan “NAVO verplichtingen”. Agema vertelde dat ze kort na haar aantreden als minister werd gebriefd over weerbaarheid en de NAVO-verplichtingen: Sinds die briefing is zij met haar ministerie aan het inventariseren wat er nodig is om aan die NAVO-verplichtingen te voldoen onder leiding van de NCTV en daar zijn ook andere ministeries bij betrokken. De benoeming van Schoof is dan ook niet zo toevallig. Hij is partijloos en was van 1 maart 2020 tot 29 juni 2024 secretaris-generaal van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Eerder werkte hij onder meer als ambtenaar op het ministerie van Onderwijs en hij was directeur Politie, hoofddirecteur van de IND, directeur-generaal Openbare Orde en Veiligheid en Politie, Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en directeur-generaal van de AIVD. Hij was de meeste veilige kandidaat voor de functie. Andersdenkende worden in sommige gevallen zelfs “bewogen” om toch maar in het gareel te blijven. Met de arrestatie van Jeffrey Epstein bleek al dat mensen in hoge posities chantabel zijn. Het was de taak en het werk van Epstein om invloedrijke mensen in situaties te brengen waardoor ze chantabel werden. Velen zijn het ‘slachtoffer’ geworden omdat ze zich lieten verleiden deel te nemen aan seks feesten, pedofilie activiteiten, satanische rituelen of erger. Of dat ze de verleiding van het grote geld niet konden weestaan. Steeds meer wordt duidelijk dat veel politieke beslissingen van de afgelopen decennia genomen zijn onder de invloed van politieke chantage. Een van de organen die niet wisselen bij een ander kabinet is de Raad van State.
De Raad van State bestaat uit ten hoogste 10 leden (niet meegerekend: voorzitter, vicepresident en andere leden van het Koninklijk Huis in de Raad). De huidige leden zijn:
- Thom de Graaf (vicepresident) (1 november 2018) (D66/rechters)
- Hanna Sevenster (1 juni 2007) (milieu)
- Ben Vermeulen (1 februari 2008) (bestuursrechtspraak)
- Jaap Polak (1 mei 2010) (bestuursrechtspraak)
- Luc Verhey (23 mei 2023) (staats- en bestuursrecht)
- Eric Helder (1 november 2023) (staats- en bestuursrecht)
- Rosa Uylenburg (1 januari 2024, voorzitter afdeling bestuursrechtspraak/milieurecht)
Op grond van artikel 74 van de Nederlandse Grondwet heeft koningin Máxima zitting in de Raad. De leden van het Koninklijk Huis die in de Raad van State zitten hebben daar geen stemrecht.
De Top van de Toekomst werd in september 2024 intergouvernementeel onderhandeld met agendapunten over:
- Duurzame ontwikkeling en financiering voor ontwikkeling;
- Internationale vrede en veiligheid;
- Wetenschap, technologie en innovatie en digitale samenwerking;
- Jeugd en toekomstige generaties;
- Transformatie van mondiaal bestuur;
De top leverde een wereldwijd digitaal pact op en een verklaring over toekomstige generaties. Het ontwerppact heeft de potentie om een multilateraal systeem te bevorderen, waar ook ter wereld.
Ter ondersteuning van de lidstaten heeft de secretaris-generaal voorstellen gedaan in 11 beleidsnota’s , waarmee ideeën werden verdiept die oorspronkelijk waren uiteengezet in het rapport Our Common Agenda. Veel van de voorstellen in de beleidsnota’s worden overwogen in de onderhandelingen, die gezamenlijk worden gefaciliteerd door Namibië en Duitsland (Pact), Zambia en Zweden (Digitaal), en Jamaica en Nederland (Future Generations).
De Nederlandse overheid heeft dus verschillende verplichtingen richting de Verenigde Naties (VN) die voortkomen uit het lidmaatschap van de VN en de naleving van internationale verdragen en overeenkomsten. De belangrijkste verplichtingen zijn onder andere:
- Handhaving van de VN-Handvest: Als lidstaat van de VN is Nederland verplicht het Handvest van de Verenigde Naties te respecteren. Dit document legt de basisprincipes van de VN vast, waaronder vrede en veiligheid, respect voor mensenrechten, en de bevordering van internationale samenwerking.
- Bijdragen aan VN-vredesmissies: Nederland heeft zich ertoe verplicht om deel te nemen aan VN-vredesmissies en humanitaire operaties. Dit kan in de vorm van militaire, civiele of financiële steun.
- Ondersteuning van de VN-organisaties: Nederland ondersteunt verschillende VN-organisaties zoals UNICEF, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het Wereldvoedselprogramma (WFP) en vele andere gespecialiseerde agentschappen. Dit kan zowel financieel als door deelname aan beleidsvorming en besluitvorming binnen deze organisaties.
- Naleving van internationale verdragen: Nederland is partij bij verschillende internationale verdragen die onder de VN vallen, zoals het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (ICCPR) en het Verdrag tegen Foltering. Nederland moet zich aan de verplichtingen uit deze verdragen houden en de naleving ervan bevorderen.
- Mensenrechten en duurzame ontwikkeling: Nederland heeft zich verplicht om de mensenrechten te bevorderen, zowel binnen haar eigen grenzen als wereldwijd. Dit is ook vastgelegd in de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de VN, waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd.
- Verantwoordelijkheid binnen de VN-Veiligheidsraad: Nederland heeft als niet-permanent lid van de VN-Veiligheidsraad (dat Nederland in de periode 2013-2014 bekleedde) bijgedragen aan de internationale vrede en veiligheid door het ondersteunen van resoluties en het bevorderen van diplomatieke oplossingen voor conflicten.
De instellingen die toezien op de naleving van de verplichtingen richting de Verenigde Naties zijn:
- Het Ministerie van Buitenlandse Zaken: Het Ministerie van Buitenlandse Zaken speelt een centrale rol in de uitvoering van de verplichtingen die Nederland heeft ten aanzien van de VN. Het ministerie is verantwoordelijk voor de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging binnen de VN en voor het formuleren van het buitenlands beleid dat betrekking heeft op VN-aangelegenheden. Het ministerie coördineert ook de deelname van Nederland aan VN-missies en -organisaties.
- Het Koninklijk Huis (Koning): De koning heeft een ceremoniële rol als staatshoofd, maar is ook betrokken bij het uitdragen van het internationale beleid van Nederland, inclusief de verplichtingen richting de VN. De koning vertegenwoordigt Nederland bij formele VN-gebeurtenissen of bijeenkomsten, zoals de Algemene Vergadering van de VN.
- Het Nederlandse Parlement (Staten-Generaal): Het parlement heeft een controlerende rol, en de leden van de Tweede Kamer (de belangrijkste kamer) kunnen vragen stellen aan de regering over de uitvoering van VN-verplichtingen. De Kamer kan de regering ook verplichten om specifieke standpunten of acties te ondernemen binnen de VN, bijvoorbeeld in de context van mensenrechten of internationale veiligheid. Daarnaast kan het parlement de ratificatie van VN-verdragen goedkeuren of verwerpen.
- De Raad van State: De Raad van State speelt een adviserende rol en kan in sommige gevallen adviseren over de naleving van internationale verplichtingen, waaronder die tegenover de VN. De Raad van State kan bijvoorbeeld beoordelen of Nederlandse wetgeving in overeenstemming is met internationale verdragen waaraan Nederland zich heeft verbonden.
- De Nationale Ombudsman: Deze instantie houdt toezicht op de manier waarop de overheid handelt, inclusief de uitvoering van internationale verplichtingen, zoals mensenrechtenverdragen. Burgers kunnen de Ombudsman benaderen als zij vinden dat de overheid zich niet correct houdt aan internationale verplichtingen.
-
Rechters en de Nederlandse rechterlijke macht: Nationale rechters kunnen ook betrokken zijn bij het toezicht op de naleving van VN-verdragen door te oordelen over zaken die in strijd zouden kunnen zijn met de verplichtingen van Nederland onder de VN. In sommige gevallen kan Nederland ook voor het Europese Hof voor de Rechten van de Mens of andere internationale rechtbanken worden gedaagd, mocht er sprake zijn van schendingen van internationale verplichtingen.
SDG Nederland
SDG Nederland is een (overheids) beweging die werkt aan de UN Sustainable Development Goals. Hierin zitten meer dan 1.400 maatschappelijke organisaties, jongerengroepen, gemeenten, financiële instellingen, onderwijs- en kennisinstellingen en bewonersnetwerken. Zeventien alliantiecoördinatoren zorgen voor expertise rond elk van de SDG’s. De Stichting SDG Nederland bestaat uit acht werknemers in het SDG House (KIT) in Amsterdam. De overheid stimuleert brede inzet op de SDG’s onder regie van de nationale SDG-coördinator Anna Pot (ex APG asset manager). SDG Nederland werkt als stichting vanuit de maatschappij, Anna Pot werkt met haar team vanuit de overheid. De Sustainable Development Goals zijn de agenda voor de wereld in 2030. De doelen zijn onderling verbonden en overschrijden grenzen tussen landen en sectoren. In 2013 stelden DSM, TruePrice en Worldconnectors het SDG Charter op. In dat manifest staat hoe het bedrijfsleven en maatschappelijke middenveld kunnen bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Tegen 2016 waren er al meer dan 300 ondertekenaars. In dat jaar werd de stichting SDG Charter opgericht, om het netwerk te ondersteunen en faciliteren. Sinds 2019 richt de stichting zich naast dit professionele netwerk ook op het brede publiek. Om die reden veranderde de naam van SDG Charter naar SDG Nederland. Het bestuur van de stichting SDG Nederland bestaat uit voorzitter Herman Mulder, Fokko Wientjes en Marnix Kluiters. Een groep koepelorganisaties uit verschillende maatschappelijke sectoren vormt een stuurgroep en geeft sturing aan het netwerk.Het ministerie van Buitenlandse Zaken financiert het bureau van SDG Nederland. De SDG’s raken veel beleidsdoelen van de Nederlandse overheid.
De Duurzame Ontwikkelingsdoelen zijn wereldwijd bekend als de Sustainable Development Goals (SDG’s). In 2015 hebben alle 193 landen die lid zijn van de Verenigde Naties (VN) de doelen aangenomen. Met deze doelen willen zij in 2030 een duurzame wereld voor iedereen bereiken, waarin niemand wordt buitengesloten. De doelen gelden voor alle landen en voor alle mensen. De 17 SDG’s zijn:
- Alle vormen van armoede tegengaan
- Geen honger, wel duurzame landbouw en goede voeding
- Goede gezondheid en welzijn
- Goede kwaliteit van onderwijs
- Dezelfde rechten en kansen voor mannen en vrouwen
- Schoon water en sanitaire voorzieningen en duurzaam omgaan met water
- Betaalbare duurzame energie
- Goede banen, duurzame economische groei en eerlijke verdeling van welvaart
- Duurzame industrie, innovatie en infrastructuur
- Minder ongelijkheid in een land en tussen landen
- Duurzame, veilige en veerkrachtige steden en gemeenschappen
- Verantwoorde consumptie en productie
- Klimaatverandering tegengaan
- Duurzaam gebruik van de oceanen en zeeën
- Beschermde ecosystemen, bossen en biodiversiteit
- Vrede, veiligheid en rechtvaardigheid
- Wereldwijde samenwerking om de doelen te bereiken
Bilderberg groep
Vijftig jaar geleden werd de eerste Bilderberg-conferentie gehouden. Bedoeld om de moeizame relatie tussen Europa en de Amerika te verbeteren. De Amerikaanse diplomaat Henry Kissinger (november 2023 op 100-jarige leeftijd overleden) werd in 1973 geweigerd op de Bilderberg-conferentie. Bilderberg-conferenties zijn besloten internationale bijeenkomsten, waaraan personen deelnemen uit de politiek, het bedrijfsleven en non-gouvernementele organisaties. Deze bijeenkomsten worden sinds 1954 ieder jaar op een andere plek georganiseerd. Een van de initiatiefnemers is prins Bernhard. In 1973 vindt de Bilderberg-conferentie van 11 tot 13 mei plaats in het Zweedse Saltsjöbaden. Het comité dat de conferentie organiseert, nodigt Henry Kissinger uit, die op dat moment Nationaal Veiligheidsadviseur van de Verenigde Staten is. Maar dat is tegen het zere been van de Zweedse regering. Sociaal-democraat Olaf Palme, op dat moment premier van Zweden, heeft grote bezwaren tegen de politiek die Amerika voert in Vietnam en zeker ook tegen de rol die Kissinger daarin speelt. De Zweedse zaakgelastigde in Washington krijgt opdracht om dit aan Kissinger te laten weten. De boodschap komt aan. Op 28 april 1973 schrijft Kissinger een brief aan Ernst van der Beugel, secretaris-generaal van de Bilderberg-conferentie. De Zweedse Minister van Buitenlandse Zaken maakt hem duidelijk, dat het niet gewenst is dat hij deelneemt aan de Bilderberg-conferentie van dat jaar. In de woorden van Kissinger: “under these circumstances he did not see how my coming could be a good thing, since it would just force them into a stance of disagreement again and make matters worse”. Op grond hiervan besloot Kissinger van deelname af te zien. De weigering van Kissinger leidde tot een kleine diplomatieke rel. Prins Bernhard en de secretaris-generaal van de conferentie Ernst van der Beugel deden er alles aan om Kissinger op andere gedachten te brengen. Ze stelden zelfs voor om de conferentie van dat jaar naar Den Haag te verplaatsen. Van der Beugel schrijft Kissinger, dat het allemaal op een misverstand zou berusten. Kissinger ziet echter af van deelname. De conferentie wordt uiteindelijk toch in Zweden gehouden, zonder Kissinger. Van der Beugel vat de gebeurtenissen samen op 7 mei 1973 in een brief aan prins Bernhard: “voor wat betreft de hele Amerikaanse groep, is de Zweedse affaire in orde, maar de woede in Washington is niet gekoeld.
27 juni 2014 werd Jean Claude Juncker genomineerd als beoogd voorzitter van de Europese Commissie. De definitieve benoeming was op 1 november 2014. De Hongaarse premier Viktor Orban en de Britse premier David Cameron waren fel tegen de benoeming en Cameron dreigde destijds zelfs met een Brexit omdat Juncker als oude federalist te zeer noodzakelijke hervormingen in de Europese Unie in de weg zou staan. De Nederlandse regering steunde Cameron niet om een mogelijke benoeming van minister Dijsselbloem of Timmermans binnen de Europese commissie op 17 juli in te dekken.
Jean-Claude Juncker was van 1995 tot 2013 minister-president van Luxemburg en eerder ook staatssecretaris, minister van Financiën en hij had functies bij de Wereldbank en het IMF. Van 2005 tot 2013 was hij, dankzij Gerrit Zalm voorzitter van de Eurogroep. Juncker was als minister president verantwoordelijk voor de geheime dienst: de Service de Renseignement de l’Etat du Luxembourg (SREL) In juli 2013 moest Jean-Claude Juncker aftreden als premier van Luxemburg naar aanleiding van het SREL afluisterschandaal. Hij werd na jarenlang voorzitter van de Eurogroep te zijn geweest de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie. Juncker kampt met een alcoholverslaving. Tijdens de Brexit onderhandelingen over begrotingsbijdragen, stapte Juncker met een fles gin en zes shotglazen de vergadering binnen en wilde dat alle aanwezigen een shotje namen om een ‘adje- sfeer’ te krijgen. Omdat het pas 11 uur was en niemand meedeed schonk hij zichzelf alle glaasjes in en dronk ze leeg. Dergelijke taferelen zijn werknemers van de EU wel gewend, vertelde zijn assistent. Een diplomaat zei eerder dat Juncker “ontbijt met cognac”. In 2015 dook een video op van een beschonken Juncker die “He dictator” lalde alvorens de Hongaarse Viktor Orbán onhandig tegen zijn boezem te drukken.
De Bilderberg conferentie in Californië voor 2020 werd geannuleerd vanwege de coronacrisis. Koning Willem-Alexander die de plek van zijn moeder koningin Beatrix heeft overgenomen, had hiertoe besloten. Bij vorige edities was de Spaanse koningin Sofia regelmatig aanwezig, en ook de huidige Belgische koning Filip was eerder van de partij.
De Bilderberg groep is een internationale organisatie van financiers, politici en multinationals en werd in 1954 opgericht door prins Bernhard, Jozeph Retinger, Armand Hammer Józef Retinger, Paul Rijkens, de Belgische ex-premier Paul van Zeeland die meenden dat veel problemen konden worden vermeden als invloedrijke mensen op de achtergrond de wereld zouden besturen. De vriendschap met Lenin leverde Hammer een onderscheiding op in de Leninorde. De Bilderberg-conferentie wordt jaarlijks georganiseerd door de stuurgroep bestaande uit een president en een secretaris-generaal. Een “lid van de Bilderberg Groep” bestaat niet, omdat de gasten er slechts af en toe zijn. De enige categorie die bestaat is “lid van de stuurgroep”. De huidige voorzitter van de stuurgroep is de Franse verzekeraar Henri de Castries. Elke sessie vindt plaats tijdens een weekend, op een plaats die meestal op het laatste moment wordt gecommuniceerd. Officieel is de conferentie bedoeld om de band tussen Europa en Noord-Amerika te versterken. De deelnemers, uitgenodigd door het directiecomité, mogen het hotel van verblijf gedurende de twee dagen niet verlaten en kunnen niet vergezeld worden door hun echtgenoten of hun secretaresses. Er wordt een strikt beveiligingssysteem ingevoerd en alle leden zitten in alfabetische volgorde, zonder protocolonderscheid. De eerste conferentie vond plaats van 29 tot 31 mei 1954 in hotel Bilderberg in het Nederlandse Oosterbeek. Deelname geschiedt slechts na persoonlijke uitnodiging. Minister Joseph Luns werd eind jaren 50 tot tweemaal toe geweigerd en moest op last van prins Bernhard het pand verlaten. Luns was te anticommunistisch en te kritisch geweest tegenover de doelen van de Bilderberg conferentie. Sindsdien kwam het genootschap geregeld bijeen, in afgegrendelde luxehotels en in het diepste geheim. Bijna alle koninklijke families en ministers zijn in de Bilderberg groep vertegenwoordigd. Op de ledenlijst staan en stonden invloedrijke en rijke mensen, onder wie de Amerikaanse presidenten George H.W. Bush en George W. Bush, Henry Kissinger en David Rockefeller, Romano Prodi – die in september 1999 na een Bilderberg conferentie voorzitter werd van de Europese Commissie –voormalig Amerikaans defensieminister Donald Rumsfeld en ex-president Bill Clinton maar ook de Belg Etienne Davignon, die voorzitter was van de Bilderberg groep, Ben van Beurden, Karel De Gucht, Jeroen Dijsselbloem, Louise Fresco, Victor Halberstadt, Klaas Knot, Thomas Leysen, Charles Michel, Beatrix, Willem Alexander en ook Jan Peter Balkenende en Mark Rutte. In 1999 was de Italiaanse hoogleraar en ex premier van Italie Romani Prodi de voorzitter van de Europese Commissie en werd er omgeschakeld naar de euro. Verder regelde hij het verdrag van Nice en de uitbreiding van de Europese Unie. Alle deelnemers accepteren zwijgplicht over de agenda en de interne discussies. Er is een binnen- en een buitengroep in de organisatie. Prins Bernhard bleef voorzitter tot 1976, tot hij in opspraak raakte in verband met de Lockheedaffaire. Bernhard had de Nederlandse regering geadviseerd materiaal van de Amerikaanse vliegtuigfabrikant Lockheed aan te schaffen en ontving hiervoor van de vliegtuigbouwer 1,1 miljoen dollar aan steekpenningen. Hij werd tevens uit zijn functie van inspecteur-generaal bij de krijgsmacht ontheven en mocht geen militair uniform meer dragen. Later zou ook blijken dat hij, tot zijn dood en ondanks zijn zweren op de bijbel dat het niet zo was, lid was van de naziclub NDSAP. Bernhard had wel toegegeven dat hij (aspirant-)lid van de Sturmabteilung (SA) en de Schutzstaffel (SS) was. De NSDAP (Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij) was de partij van Adolf Hitler, die in 1933 in Duitsland aan de macht kwam. De partij streefde naar een “raciaal zuiver” Duitsland en vermoordde miljoenen mensen.
Voorzitters na Bernhard waren respectievelijk Alec Douglas-Home, Walter Scheel, Eric Roll, Peter Carrington en Étienne Davignon. Tegenwoordig is Henri de Castries de voorzitter. Graaf Henri de Castries is naast bestuurder van Nestlé ook de CEO en puinruimer van HSBC, ’s wereld grootste bank. De Castries is voorzitter sinds 2012. Hij is ook de leider van de door Claude Bebaer opgerichte Franse denktank l’Institut Montaigne. De door multinationals gefinancierde denktank adviseert de Franse Overheid. Voor HSBC werkte hij tot 2016 bij verzekeraar en vermogensbeheerder AXA (27 jaar.) De laatste jaren als CEO. De organisatie heeft een hoofdkantoor in Leiden. Ook Claude Bebaer is sinds 2010 verbonden aan de Bilderberg Groep en lid van de elite denktank “Le Siècle” die werd opgericht door media koning Georges Bérard-Quélin die in 1942 als verzetsstrijder werd gearresteerd door de Gestapo. In augustus 1944, bij de bevrijding van Parijs, lanceerde hij Le Siècle, de Franse evenknie van de Bilderberg Groep met dezelfde geheimhouding principes. Georges Bérard-Quélin was Officier van het Legioen van Eer , Commandant van de Nationale Orde van Verdienste en lid van de Grand Orient van Frankrijk. Elke maandag gaat minister president Rutte langs bij koning Willem Alexander om hem bij te praten. Ook deze gesprekken zijn geheim onder verwijzing naar De Chatham House Rule, een basisprincipe dat de vertrouwelijkheid van de bron van de verkregen informatie tijdens een vergadering regelt. De regel is ontstaan in juni 1927 aan het Londense Royal Institute of International Affairs, ook wel bekend als Chatham House.
De 62e Bilderbergconferentie in 2014 vond plaats in Kopenhagen. Bijzondere gasten waren Henry Kissinger, Koningin Sophia (Spanje), Beatrix, George Osborne, Lord Mandelson, Ed Balls, John Micklethwait (the Economist Group), Eric Schmidt, John Elkann en Eric Schmidt (Google) Richard Perle, Peter Mandelson (Lazard International),Klaus Kleinfeld (Alcoa), Alex Karp(Palantir), Wolfensohn en Paul Achleitner (Deutsche Bank), Roger C. Altman (Evercore) en Håkan Buskhe (Saab). Op de agenda stonden actuele onderwerpen voor die tijd.
De 63e Bilderbergconferentie in 2015 was in het Oostenrijkse Telfs-Buchen. Naast Rutte en Beatrix waren ook Ben van Beurden (Shell),klaas Knot, Louise Fresco (Wageningen Universiteit) en Victor Halberstadt (Universiteit Leiden). In totaal stonden er 140 gasten uit 22 landen op de gastenlijst om onder meer te overleggen over Griekenland, cybersecurity en Rusland.
De 64ste Bilderbergconferentie vond in 2016 plaats in hotel Taschenbergpalais te Dresden. 130 genodigden kwamen van 9 tot 12 juni bijeen voor hoofdthema’s als migratie, Donald Trump, Rusland, cyber security, Brexit en geo-politiek. Aanwezig waren onder andere Mark Rutte, Sharon Dijksma, Jan Peter Balkenende, Alexander Pechtold en Koning Willem-Alexander. Beatrix was afwezig.
De 65e conferentie in juni 2017 was in Chantilly Virginia in de Verenigde Staten. De evaluatie van Donald Trump stond op de agenda, maar ook Cybersecurity. Donald Trump zelf was niet uitgenodigd maar wel zijn nationaal veiligheidsadviseur Herbert McMaster, zijn assistent Christopher Liddell, de minister van economische zaken, Wilbur Ross, Eric Schmidt (Google), David Rubenstein (the Carlyle Group) en John Brennan (voormalig CIA). Ook Angela Merkel was niet aanwezig maar wel Navo-topman Jens Stoltenberg en de toenmalige Nederlandse minister van defensie Hennis. Uit België kwamen Thomas Leysen (KBC), Gwendolyn Rutten (VLD) en Pierre Wunsch (Nat. Bank). De voormalig voorzitter van Etienne Davignon was er niet meer bij, maar wel Christine Lagarde (IMF) en Peter Thiel (Paypal). In totaal kwamen er zo’n 130 gasten.
De 66e conferentie was op 7 juni 2018 in Turijn in de voormalige Fiat fabriek, met de westerse chef Henri de Castries aan het hoofd, CEO van Axa en voorzitter van het bestuur van Bilderberg. Het ging met name over “de opkomst van populisme in Europa” en de “post-truth-wereld”. Ook de mogelijke exit van Italie uit de EU zou op de agenda staan. De 128 deelnemers van de Bilderberg-conferentie uit 23 landen hadden het onder meer ook over de opgang van het populisme in Europa, de toekomst van het werk, artificiële intelligentie, vrijhandel, het Amerikaanse politieke leiderschap in de wereld, Saudi-Arabië-Iran, Rusland en …. de post-truth wereld. Deelnemers waren onder andere Michael O’Leary van Ryanair, toplui van onder meer Airbus, Fiat-Chrysler, Total en Google, Navo-baas Jens Stoltenberg, Europees commissaris Günther Oettinger, de voormalige Amerikaanse topgeneraal David Petraeus, verscheidene oud-ministers van de Verenigde Staten en enkele veiligheidsadviseurs van de huidige Amerikaanse president Donald Trump, Cathy Berx, de Antwerpse provinciegouverneur, premier Charles Michel en Thomas Leysen, voorzitter van Umicore, KBC en Mediahuis, de mediagroep waartoe De Standaard behoort. Onderwerpen waren : Populisme in Europa, Ongelijkheid, De toekomst van arbeid, Kunstmatige intelligentie, Vrijhandel, Amerika’s wereldleiderschap, Rusland, Kwantumcomputers, Saoedi-Arabië en Iran en de post-truth wereld
De 68e conferentie was in juni 2022 in Washington. Buiten zo’n 130 kopstukken uit het bedrijfsleven, de wetenschap en de politiek was ook Koning Willem-Alexander aanwezig samen met premier Mark Rutte en minister Wopke Hoekstra. Bij de conferentie waren in totaal ongeveer 120 deelnemers uit 21 landen aanwezig. Onderwerpen waar over gesproken wordt, waren onder meer geopolitieke herschikkingen, NAVO-uitdagingen, China, Oekraïne en Rusland. Deelnemers kunnen vrijuit praten over actuele onderwerpen en mogelijke oplossingen zonder dat er wordt genotuleerd. Elke deelnemer beloofd vooraf om achteraf niet uit de school te klappen.
De 69e Bilderberg conferentie was 18 tot 21 mei 2023 in Lissabon, Portugal. AI (artificial intelligence) stond daarbij hoog op de agenda. ChatGPT en aanverwante softyware belooft disruptiever te worden dan internet. Uit de AI-wereld waren onder meer Sam Altman, directeur van OpenAI, Demis Hassabis (Google Deepmind) en de bestuursvoorzitters van Microsoft, Google en Palantir waren aanwezig. Het boek uit 2021 van de 100 jarige Henry Kissinger over AI kwam ook ter sprake. Eén AI dat zich kan meten met de mens, een AGI en wie de ‘baas’ of ‘eigenaar’ is van AI en wie er toezicht op moet gaan houden. Ook de nieuwe wapenwedloop waarbij AI en cybersecurity elkaar raken. De nieuwe wapenwedloop zal deels plaatsvinden tussen China, Verenigde Staten en Rusland, met ergens ook nog een rol voor Europa. Maar er is ook een rol voor IT-bedrijven en opkomende digitale staten als Noord-Korea en Iran. Ook het bankensysteem stond op de agenda omdat een aantal banken in zwaar weer verkeren en de stabiliteit van het financiële systeem zwak is. Maar ook India en China en de steeds inniger samenwerking van hen met Rusland baarde genoeg zorgen om op de agenda te komen. Onderwerp van gesprek was ook de Amerikaanse regering die steun verleent aan Amerikaanse bedrijven voor de groene transitie en zij lokken hiermee ook Europese bedrijven. Vandaar dat ook de onderwerpen Europa en Industrial Policy and Trade op de agenda stonden.
De 70e Bilderbergbijeenkomst vond plaats van 30 mei tot en met 2 juni 2024 in Madrid, Spanje. De conferentiezaal zat vol met tech-grootheden, waaronder de directeuren van Google DeepMind, Microsoft AI, Mistral AI en Anthropic. Het evenement was een AI-top op hoog niveau. Maar het contingent van Amerikaanse nationale veiligheidsfunctionarissen, die vanuit Washington zijn toegestroomd voor deze gesprekken, heeft de neiging om een meer wereldse en gewapende kijk op het onderwerp te hebben. Ze worden geleid door de plaatsvervangende nationale veiligheidsadviseur, Jonathan Finer, en Jen Easterly, de directeur van het Cybersecurity and Infrastructure Security Agency. Ze werden vergezeld door een van de meest senior soldaten van de VS, de opperbevelhebber van de geallieerden in Europa , Christopher Cavoli, die onlangs waarschuwde dat het conflict met Rusland zich ontwikkelde tot een “lange strijd”.
De belangrijkste onderwerpen voor discussie dit jaar waren:
- De staat van AI
- AI-veiligheid
- Veranderende gezichten van biologie
- Klimaat
- Toekomst van oorlogsvoering
- Geopolitiek landschap
- De economische uitdagingen van Europa
- Economische uitdagingen voor de VS
- Politiek landschap van de VS
- Oekraïne en de wereld
- Midden-Oosten
- China
- Rusland
Historie van bron: Hendrina Praamsma, Karin van den Born, Rob Bruins Slot, Gerda Jansen Hendriks:
In de bossen van Oosterbeek kwamen in 1954 vooraanstaande staatslieden, financiers en intellectuelen uit Europa en de Verenigde Staten bijeen. Ze waren uitgenodigd door Prins Bernhard om in hotel De Bilderberg te discussiëren over de almaar groeiende kloof tussen Europa en Amerika. Een unieke poging om nader tot elkaar te komen, begrip te kweken voor elkaars standpunten en zo mogelijk consensus te bereiken in een tijd dat Westerse landen steeds meer van mening verschilden over de gevaren van het communisme en tegelijk beseften dat ze niet uit elkaar gespeeld wilden worden.
Begin jaren vijftig broeide er iets in de verhouding tussen het oude en het nieuwe continent. De oorlog was nog maar kort voorbij, de wederopbouw ging snel, Europa en Amerika werkten als nooit tevoren samen door de Marshallhulp (1947) en de oprichting van de NATO (1949). Maar toch. Langzaam verschenen er scheurtjes in de vriendschap, zeker nadat in juni 1950 de oorlog in Korea uitbrak. De westerse wereld vocht er onder de vlag van de Verenigde Naties, maar het waren vooral Amerikaanse soldaten die er streden om ‘het wereldcommunisme een halt toe te roepen’. Zo werd het in de Verenigde Staten in ieder geval gevoeld. Voor veel Europeanen stond Korea voor een oorlog aan het andere einde van de wereld; de eigen wederopbouw was van veel groter belang.
Het oude Europa begon te morren over de rol van de Amerikanen. Weliswaar bleven het de bevrijders maar ze vonden ze arrogant, bemoeizuchtig en oorlogszuchtig. Met name de Fransen en Engelsen, zelf ooit wereldmachten, kregen langzamerhand genoeg van de invloed en praatjes van hun bondgenoot. Ze verweten de Amerikanen dat die zich niets gelegen lieten liggen aan de Europese moraal en zich daar ook niet in verdiepten. Er heerste angst dat de harde confronterende Amerikaanse houding tegenover het communisme zou leiden tot een nieuwe oorlog waar niemand op zat te wachten, na de vijf jaar van ellende die net achter de rug was. Vandaar dat velen in Europa pleitten voor een gematigder houding tegenover het communisme en tegenover Rusland, in de hoop dat dit een nieuwe gewapende confrontatie op hun grondgebied zou voorkomen. Bovendien kreeg Europa schoon genoeg van de beperkingen die de Amerikanen hen oplegden in het handelsverkeer. Ze wilden af van een Amerika dat de prijzen controleerde van goud, rubber en tin, van een Amerika dat hen voorschreef wanneer er wel of niet met communistische landen gehandeld mocht worden. Kortom, Europa kreeg het gevoel dat er een denderende kudde Amerikaanse olifanten door hun porseleinkast ging. De afhankelijkheid die de bevrijding had gebracht zorgde voor frustratie.
Andersom hadden de Amerikanen ook heel wat op Europa aan te merken. Vooral de afwachtende lakse houding ten opzichte van het communisme baarde hen grote zorgen. Dat communistische partijen in Italië en Frankrijk ongestoord aan een opmars konden beginnen, was voor de bondgenoten aan de overkant van de grote plas onbegrijpelijk. Er was in Europa duidelijk onvoldoende begrip voor het grote gevaar van het communisme en de toenemende invloed van Rusland. Bovendien ergerden de Verenigde Staten zich aan het nationalistische denken in Europa en hamerden ze keer op keer op meer gezamenlijk politiek en militair optreden. Europa moest zich verenigen om zo een sterkere partner te zijn in de strijd tegen het kwaad.
Het was rond die tijd, begin 1951, dat de in Londen wonende Pool Joseph Retinger besloot zijn zorgen over de Atlantische verhoudingen om te zetten in een initiatief. John Pomian was destijds persoonlijk secretaris van Retinger: ‘Hij zag dat de initiatieven voor een verenigd Europa vast liepen en voor hem was zo’n Europa de enige manier om een vreedzame toekomst voor Polen te krijgen. De groeiende kloof met Amerika bracht het streven naar Europese eenheid in gevaar en dus wilde hij daar wat aan doen’. De slimme Retinger, die overal in Europa contacten had op hoog niveau, benaderde een aantal vrienden die hij tijdens de oorlog in Londen had leren kennen. Hij wist wel wie hij wakker schudde. Het waren mannen die zijn weerzin tegen het communisme deelden, net als het idee dat een goede relatie met Amerika noodzakelijk was voor het voortbestaan en de groei van een vrij Europa. Bovendien waren het stuk voor stuk pleitbezorgers en uitdragers van de Europese integratie: ‘Het belang van Europa als geheel komt vóór dat van nationale belangen’, aldus Unilever topman Paul Rijkens in een rede voor de BBC in 1953. Last but not least beschikten de leden van het groepje dat Retinger benaderde op hun beurt over een flink netwerk aan invloedrijke vrienden waar ze een beroep op konden doen.
Op die manier staken Paul van Zeeland (ex-premier van België), Paul Rijkens en Prins Bernhard de koppen bij elkaar om samen met Retinger het idee uit te werken: een besloten topontmoeting tussen invloedrijke Europeanen en Amerikanen in de hoop daarmee de verhoudingen tussen beide continenten te herstellen. In een interview in De Telegraaf uit 1961 herinnert Rijkens zich het initiatief als volgt: ‘Retinger kwam bij de Prins en mij op bezoek na eerst contact met mij te hebben opgenomen. Hij sprak over zijn plannen en vroeg of Bernhard hem wilde steunen met het tot stand brengen van contacten met een aantal leidende figuren in West Europa. Bernhard zei onmiddellijk ‘ja”.
De vier heren besloten allereerst de kring van medestanders in Europa uit te breiden. De uitnodigingen van prins Bernhard -een bewuste tactiek om daarbij koninklijk gewicht in de schaal te leggen- brachten al snel een hooggeplaatst gezelschap bijeen van (ex-)politici, industriëlen en regeringsadviseurs. Op 25 september 1952 ontmoetten 11 mannen en de secretaris van Retinger elkaar in Parijs. Baron Francois de Nervo stelde zijn appartement aan de Rue de L’Assumption beschikbaar. Bij de Prins, Retinger, Rijkens en Van Zeeland voegden zich de Britse Labour leider Gaitskell, generaal Gubbins, de Deense ex-minister van Buitenlandse zaken Kraft, de Franse socialistenleider en latere premier Guy Mollet, de Duitse jurist Müller, de Franse ex-premier Pinay, en de Griekse Pipinelis. Secretaris Pomian benadrukt dat alles in het grootste geheim plaats vond. Daarom was er ook gekozen voor een woonhuis: ‘Als maar iemand had gezien dat mensen als Mollet [socialist] en Pinay [conservatief] op hetzelfde adres samen uren binnen waren, dan had dat heel veel vragen opgeroepen. In het openbaar waren Mollet en Pinay elkaars opponenten’.
Na een kort voorzitterschap van Van Zeeland werd Prins Bernhard gevraagd de hamer over te nemen. Een man die ze allemaal kenden, een man uit een nauwelijks bedreigend klein land en bovendien nog koninklijk. Een mooier uithangbord kon je je niet wensen. En hij wilde. Graag zelfs. Er werd nog even getwijfeld of hij, en met hem de anderen ook, niet in problemen kon raken met de constitutionele verantwoordelijkheid. Een Prins mag zich immers niet met politiek inlaten. Maar ach, als hij zich niet te veel profileerde dan moest het kunnen. En de bedoeling zou zijn en blijven dat alles wat besproken werd nooit in de openbaarheid kwam.
Behalve het voorzitterschap werd tijdens de Parijse vergadering ook op andere gebieden het idee van een bijeenkomst tussen Europeanen en Amerikanen nader ingekleurd. De topontmoeting zou de vorm van een onofficiële discussiegroep moeten aannemen. Daarin kon op persoonlijke titel en vrijuit gesproken worden zonder vrees voor politieke consequenties, dus zonder aanwezigheid van de pers. Zelfs de lijst van aanwezigen mocht niet openbaar gemaakt worden opdat het vertrouwelijke karakter op geen enkele manier geschonden werd. Voorts zouden de deelnemers integer, van internationaal gewicht, invloedrijk, ruimdenkend en geen nationalisten moeten zijn. ‘Mensen met een open geest’, zo omschreef Retinger de ideale gasten volgens zijn secretaris John Pomian. Communisten en mensen uit dictatoriale landen als Spanje waren minder welkom. Prins Bernhard kan zich niet herinneren dat er ooit een communist is uitgenodigd: ‘Er was geen land waar de communistische partij zo groot was dat er iemand moest worden uitgenodigd. In Holland in ieder geval niet. Maar ik heb wel vrienden in de CPN gehad, privé-vrienden, hele goede zelfs.’ De gasten zouden het liefst een breed spectrum van meningen moeten vertegenwoordigen. Bankiers, juristen, parlementsleden, (ex-)ministers, vakbondslieden, uitgevers. De vergadering was er tenslotte om meningen uit te wisselen, nadrukkelijk niet om besluiten te nemen.
De belangrijkste conclusie in Parijs was: wij gaan door, nu de Amerikanen nog. Retinger was al aan het lobbyen geslagen. Uit een brief van de Amerikaanse generaal Drexel Briddle in het archief van de Bilderberg conferenties blijkt dat deze al vroeg van de plannen op de hoogte was maar zich zeer voorzichtig opstelde. En dat geluid hoorden Retinger en Bernhard vaker. De Amerikanen waren het gezeur van de Europeanen een beetje zat, maar zagen vooral niets in het geheimzinnige karakter van de te organiseren bijeenkomsten. Een geheim genootschap paste niet bij democratische openheid. Maar Bernhard gaf niet op en vloog eind 1952 zelf naar de VS om Democraten en Republikeinen te overtuigen van het belang van een gemeenschappelijke conferentie. Overleg met president Eisenhower leverde niets op dan sympathie. Hij wilde in het kader van de verkiezingen wel wat in het openbaar zeggen over het initiatief, maar dat had Bernhard nou weer liever niet. Er zat weinig schot in de zaak en Bernhard hield met moeite de ongeduldige Retinger, die zijn lobby diensten aanbood, met een telegram buiten de deur: ‘Liever geen overkomst andere mensen. Ik regel het zelf’.
Begin 1953 schreef Bernhard een brief aan CIA-directeur Walter Bedell Smith. Ongetwijfeld kenden Bernhard en Bedell Smith, die van 1946 tot 1949 ambassadeur in Moskou was en in de oorlog stafofficier van Eisenhower, elkaar. Bernhard vroeg Bedell Smith hem in contact te brengen met Amerikanen die konden vertellen wat Europeanen fout deden. Daarbij wreef hij hem nog even fijntjes onder de neus dat de publieke opinie in Europa onveranderd anti-Amerikaans was: ‘Domme Europese sentimentaliteit werd aangewakkerd door het proces tegen de Rosenbergs, de activiteiten van McCarthy zorgen voor heel veel schade hier in Europa, terwijl mensen die door de Russen worden veroordeeld helemaal geen publiciteit krijgen. Ik werd hier heel kwaad over, maar kan er niet in het openbaar over schrijven’. In een poging Bedell Smith te doordringen van de noodzaak van een snelle bijeenkomst in Parijs voegde Bernhard daar nog aan toe dat Amerikaanse ambassadeur in Rome onder zware druk stond, Churchill anti-Amerikaanse gevoelens hielp voeden en de gerenommeerde Franse krant Le Monde de Amerikaanse politiek in Europa aan de kaak stelde. De Nederlanders, zo liet Bernhard weten, vormden een uitzondering en waren dankbaar voor de Amerikaanse vrijgevigheid. Kort daarvoor waren de zakken met geld binnengestroomd voor de slachtoffers van de watersnoodramp. Een kleine pleister op de wonde maar niet genoeg: ‘Dus denk ik dat we heel snel iets moeten doen’.
Walter Bedell Smith schoof het verzoek door naar C.D. Jackson. In een kattenbelletje verzocht hij hem de Prins ‘die zich behoorlijk druk maakt’ te antwoorden. Jackson, op dat moment coördinator ‘psychologische oorlogsvoering’ onder Eisenhower en belast met de taak om de Russen daar waar mogelijk in een kwaad daglicht te stellen en de Amerikanen onder de positieve aandacht van de Europeanen te houden, kon geen onbekende zijn voor Bernhard en Retinger. Ook hij had in de oorlog in Londen gezeten, op het hoofdkwartier van de geallieerde troepen. Daar had hij de taak Europeanen op te hitsen tegen de Duitsers. Jackson zag wel wat in het initiatief van de Europeanen en beloofde zo snel mogelijk een Amerikaanse groep te vormen. Maar het verzoek van Bernhard of oud-ambassadeur John Huges de verbindingsman tussen beide groepen kon worden, wees Jackson af: ‘hij is verbonden met de regering, het moet een privé-persoon zijn’. In Amerika kregen politici geen toestemming zich met de club in te laten -de beslotenheid van de beoogde bijeenkomst bleef een struikelblok -, maar grootindustriëlen hapten wel toe. Ook bankier David Rockefeller zag er wel wat in: ‘Het klonk als een goed idee, gezien de problemen en misverstanden tussen de VS en Europa. Voor mij is praten de manier om problemen te benaderen. Ik was toen ook nog jong en een beginner bij de bank, ik was vereerd dat ze me vroegen’.
Uiteindelijk was er nu een club Amerikanen bereid de Europese groep van repliek te dienen. Voorlopig ging dat op papier. Als antwoord op een discussiestuk dat inmiddels door de Europeanen was opgesteld, schreven de Amerikanen in tamelijk felle bewoordingen: ‘In Amerikaanse ogen leidt de intense, alhoewel begrijpelijke angst van de Europeanen voor oorlog, er vaak toe dat ze zichzelf voor de gek houden waar het gaat om het gevaar dat ons allen bedreigt. Zelfs weldenkende en internationaal georiënteerde Amerikanen begrijpen niets van het neutralisme van zoveel Europese intellectuelen, het gemak waarmee die ‘Amerikaans imperialisme’ gelijk stellen aan communistisch imperialisme, hun naïeve geloof in onderhandelingsmogelijkheden met een vijand die bewezen heeft geen enkel vertrouwen te verdienen en hun nogal cynische en gevoelloze opstelling waar het gaat om totalitaire methodes en de imperialistische doelstellingen van het Sovjet-Unie’. De messen waren geslepen. Tegenover de Europese verwijten stonden nu de Amerikaanse. Glashelder werd de eis aan de Europeanen dat ze zich feller zouden verzetten tegen de Russen en tegen het communisme in het algemeen. Amerika beschouwde neutraliteit als lafheid, zag de Duitse herbewapening als een noodzakelijke maatregel ter verdediging van de grenzen met de Sovjet-Unie en pleitte voor een krachtig onverdeeld Europa. De opstellers van het stuk voorspelden zelfs dat de Amerikanen niet langer belasting zouden willen betalen voor hulp aan het ondankbare en verdeelde Europa. Het werd hoog tijd dat Europa leerde op eigen benen te staan door samenwerking op militair, politiek en economisch terrein.
Toen Bernhard in december 1953 de Amerikanen uitnodigde voor een eerste ontmoeting, kwamen ze niet. Ze aarzelden nog. Aan de houding van Bernhard kon het niet liggen: in de New York Times van 29 maart 1953 valt te lezen dat hij in de University Club een pleidooi hield voor economische Europese integratie die vooraf moest gaan aan een volgende zeer te wensen stap, namelijk politieke integratie. In september van datzelfde jaar had hij weer naar de pen gegrepen en een noodkreet aan CIA-chef Allen Dulles, de opvolger van Bedell Smith, geschreven waarin hij voor de zoveelste keer benadrukte dat het erg slecht ging met de verhoudingen tussen de VS en Europa. Uiteindelijk gingen de Amerikanen toch overstag en op 7 februari 1954 kwamen ze naar een voorbespreking in Parijs. Daar legde de Amerikaanse groep de kaarten op tafel: het initiatief van een conferentie werd van harte gesteund, maar er zouden alleen mensen afgevaardigd worden, die geen enkele directe verbinding hadden met de politiek. Voor de eerste bijeenkomst werden dan ook louter industriëlen, bankiers en invloedrijke publicisten (die overigens niets hierover mochten publiceren) uitgenodigd. De discussiegroep zou anoniem blijven en ieder zou zijn eigen contacten gebruiken om de Bilderberg ideeën onder de aandacht van zijn regering brengen. Positieve resultaten zouden publiek gemaakt worden om grotere steun voor de ideeën te krijgen. Nu de kennismaking tussen beide partijen in harmonie was verlopen, stond in feite niets een conferentie meer in de weg. De uitnodigingen werden verstuurd door Prins Bernhard.
De eerste officiële vergadering vond plaats van 29 tot 31 mei 1954 in hotel De Bilderberg. Het lag in Oosterbeek, ver van drukte, mooi in het groen, makkelijk te beveiligen. Een hotel ook waarvan de naam later wereldberoemd zou worden omdat de bijeenkomsten vernoemd werden naar de naam van het hotel: de Bilderberg conferenties. Waarom juist dit hotel werd uitgezocht voor wat later een historische bijeenkomst zou blijken, weet mevrouw Ogterop die toentertijd samen met haar man eigenaar was: ‘Wij hadden hier een gast die van een groot bedrijf was. Mijnheer Rijkens van Unilever. Hij kwam vaak voor een vakantie en die vroeg ons of die bijeenkomst bij ons mocht. Met allemaal hoge heren. Hij koos ons omdat het hier veilig was en hij ons kende. Hij heeft ons ook beloofd dat als er ooit nog een bijeenkomst kwam in Nederland dat dat nergens anders mocht dan bij ons, in De Bilderberg. Maar ze zijn nooit meer gekomen’.
De hoge heren wachtte een verblijf in een hotel dat eigenlijk te klein was voor de vele gasten. ‘Niet elke kamer had een badkamer. Dus sommigen gingen naar hotel Wolfheze dat ook van ons was. Een zwembad en een tennisbaan hadden we niet, maar je kon wel mooi wandelen. En deftig eten was er ook nog niet. Gewoon, soep, aardappelen, vlees en groenten en iets toe. We hadden geen conferentiezaal. Voor de grote vergadering gebruikten we de eetzaal waar we lange tafels neerzetten. De gordijnen die we van zolder haalden en een beetje vermaakten dienden als tafelkleden. Het was heel mooi hoor.’ De politie van Oosterbeek, verantwoordelijk voor de veiligheid van de bezoekers, screende het hotelpersoneel. Mevrouw Ogterop: ‘We werkten met onze eigen mensen, maar een paar moest ik vertellen dat ze tijdelijk weg moesten. De politie had gezegd dat zij niet konden blijven. Ze waren communistisch. Het ging vooral om de kelners. Die bedienden ook in de zaal. We hadden allemaal pasjes. Overal stonden politieagenten. Zelfs mijn kinderen mochten niet zomaar naar binnen lopen’.
Rijkens had de PR-afdeling van Unilever opdracht gegeven de conferentie te organiseren. En die ging niet over één nacht ijs. De telefooncentrale van het hotel bleek te klein, dus werden er extra lijnen aangelegd. Bovendien kwamen er eigen telefonistes, tolken van een Engels bureau en geluidsapparatuur van Philips waarmee de redes en discussies werden opgenomen. De toen 18-jarige Astrid van Beek kreeg de eervolle opdracht van haar baas bij Unilever mee te helpen bij de organisatie: ‘Ik ben nog op Paleis Soestdijk geweest. Van mijnheer de Graaff, de secretaris van de Prins kreeg je allemaal informatie en vragen van huishoudelijke aard. De namen van de gasten gaf de Prins op. Ook de wijzigingen. En die waren er heel veel. Moest ik steeds weer naar de drukkerij rennen om alles te laten veranderen. Ik moest de brieven schrijven, tafelschikkingen regelen, een heel mooi groot boek over Holland op de kamers leggen, een goeie fles wijn en exclusieve zeep van Unilever. En oh ja, ze rookten toen nog veel. Je moest onthouden welke sigaretten ze rookten en die dan klaarzetten. Lucky Strike en Players, dat waren de merken’.
De deelnemers betaalden hun eigen vervoer, de Nederlandse Staat de politieagenten die nodig waren voor de beveiliging. De rekening van het hotel, de tolken, de sigaretten, de drankjes -totaal zo’n 30.000 gulden – was de verantwoordelijkheid van de Nederlandse gastheren. Het geld werd bijeengeschraapt door kleine donaties van Prins Bernhard en Rijkens zelf, maar vooral door fundraising. Grote Nederlandse bedrijven als Philips, KLM, Hoogovens, Staatsmijnen, Nederlandsche Handels Maatschappij, Steenkolen Handels Verenigingen en BPM doneerden gul elk 3.000 gulden.
Drie dagen lang was het hotel hermetisch gesloten voor de buitenwereld en kwamen zo’n 75 mannen uit de eredivisie bijeen. Astrid van Beek: ‘Ik wist niet zoveel van wat er gebeurde tijdens de conferentie maar wel dat het om heel veel geheime dingen ging. Om een ontmoeting tussen industriëlen, mensen op regeringsniveau die met elkaar wilden praten. Allemaal indrukwekkende mannen. Ik herinner me nog David Rockefeller; Kanellopoules [minister van defensie], een ruige Griek; De la Vallee Poussin, [Belgisch senator] een deftige heer; Healey [Brits socialistisch parlementslid], een opzienbarende figuur; Faure [Frans parlementslid]; Duchet [voormalig Frans minister]; de Franse delegatie herinner ik me als mooie mannen en Cafiero [Italiaans senator], dat was een soort filmster’.
Prins Bernhard opende de eerste vergadering met een speech waarin hij nog eens duidelijk maakte wat de bedoeling van de bijeenkomst was: ‘Er bestaan veel misverstanden en onenigheden tussen ons, maar ik denk dat we ze kwijt kunnen raken. Als een probleem wordt begrepen, dan is het al voor de helft opgelost. We moeten overeenkomsten vinden en verschillen van mening analyseren en respecteren. Ik hoop dat we zo open en eerlijk mogelijk zijn en dat we als vrienden kritiek op elkaar kunnen hebben.’ Om oeverloos geklets te voorkomen en iedereen een kans te geven werd de spreektijd streng aan banden gelegd. Acht minuten per persoon. Ging je daaroverheen dan rinkelde voorzitter Bernhard de bel. Later zou Agnelli, de baas van Fiat, een verkeerslicht leveren dat met zijn groene, oranje en rode licht de spreker geen uitweg meer bood. Hij leverde er trouwens ook een dame bij die het apparaat bediende.
De agenda voor de ochtend, middag en avondzittingen lag vast en was voorbereid door Prins Bernhard, Retinger en Rijkens aan de hand van papers geschreven door Amerikanen en Europeanen. Naast de formele zittingen waarbij iedereen aan lange tafels rond de voorzitter zat en ten behoeve van de tolken microfoons gebruikte, was er volop gelegenheid voor informele gesprekken tijdens lunch, diner en de vrijgehouden uren. Prins Bernhard hechtte juist aan die mogelijkheden voor contact grote waarde en vroeg de deelnemers expliciet daar gebruik van te maken. David Rockefeller vond dat ook de beste momenten: ‘Ik ben niet zo’n debater, ik luisterde meer tijdens de formele zittingen. Ik praatte vooral veel met mensen buiten de zittingen om’. Rijkens vertelde in zijn interview in De Telegraaf: ‘Er gebeurden tijdens die privé-gesprekken vaak belangrijker dingen dan tijdens de gewone zittingen. Er ontstond vaak een beter begrip voor elkaar’. ‘Ze vergaderden veel. Het werd wel eens laat. Dan zaten ze gezellig te drinken bij het buffet. Bernhard nam altijd een sherry’, herinnert Mevrouw Ogterop zich.
Al op de eerste dag passeerden gevoelige onderwerpen de revue. Zo kwam het kolonialisme van veel Europese landen, dat Amerika veroordeelde, uitgebreid ter tafel. Maar de agenda werd vooral bepaald door speeches en discussies over het communisme en de uitblijvende Europese integratie. Europeanen vonden de angst van de Amerikanen voor de verspreiding van het communisme door de Russen overdreven en hun strijd daartegen immoreel, inhumaan, overdreven hysterisch soms. De Engelsen lieten merken dat de Amerikanen maar beter uit hun land konden vertrekken als ze hen, door atoomwapens te plaatsen op Engels grondgebied, dreigden mee te slepen in een nieuwe oorlog. Europeanen kozen vooralsnog voor onderhandelen met de potentiële vijand. De Amerikanen zagen dat heel anders; negentig procent van de bevolking, zo bleek uit onderzoek, wilde liever oorlog met de Russen dan door blijven praten met een onbetrouwbare vijand. De Europeanen beschuldigden Amerika van militaristisch denken. De verschillende opvattingen werden fraai samengevat door Sir Oliver Franks, voormalig Brits ambassadeur in de VS: ‘Als een Amerikaan zegt dat het communisme het allergrootste probleem is, dan is een meerderheid van de Britten het daarmee eens. Maar als een Amerikaan zoiets zegt, dan zegt hij dat als een man van actie en hij bedoelt dan: wat kunnen we daar nu aan doen. Voor een Engelsman betekent zo’n opmerking hetzelfde als zeggen dat na de zomer de herfst komt. Het is een gegeven waar we mee leven en niet iets waar direct wat aan gedaan kan worden’.
Er was bij de Amerikanen verbazing over de lankmoedigheid in Europa jegens het grote aantal communistische stemmers in West-Europa, zeker in Frankrijk en Italië. Verschillende Europese sprekers deden hun best om dit fenomeen uit te leggen. Het had in 1954 niks meer te maken met armoede of achterstand, zoals de Amerikanen vaak dachten. Het was, zo betoogde het Franse vakbondsleider Voisin, onmiskenbaar dat vele vernieuwende ideeën in zijn land kwamen uit de koker van de communistische partij. De intellectuele Franse elite, de schrijvers, filosofen en kunstenaars, waren allemaal lid van de partij. ‘Tegenover de aantrekkingskracht van het marxisme moeten we de aantrekkingskracht van de democratie stellen en daarbij de principes van de democratie vernieuwen, door bijvoorbeeld net als de communisten niet alleen over vrijheid te spreken, maar ook over sociale rechtvaardigheid’, aldus Voisin. De Amerikaanse industrieel Coleman zei op de laatste dag dat hij nu wel een goed inzicht had gekregen in de verschillende linkse stromingen in Europa, maar dat de gemiddelde Amerikaan dat toch niet snel zal begrijpen. De overgrote meerderheid van de vakbondsleden in Amerika ziet zichzelf niet als socialist, in Europa is het omgekeerde het geval. ‘Socialisme, dat blijft voor ons een harde dobber’, aldus Coleman.
Omgekeerd waren voor de meeste Europanen de activiteiten van senator McCarthy onbegrijpelijk. Bijna alle Europese sprekers wijden er wel een of meer zinnen aan en benadrukten hoezeer de activiteiten of liever gezegd de heksenjacht op communisten van de senator de afgelopen jaren hadden geleid tot een negatief beeld over Amerika als geheel. De Amerikaanse delegatie was zelf evenmin erg gecharmeerd van McCarthy. Al in het voorbereidende rapport werd er gezegd dat het hier ging om ‘een extreem standpunt dat in de Verenigde Staten helaas nogal luid is en niet zonder invloed’. C.D. Jackson, adviseur van president Eisenhower probeerde de aanwezigen op de conferentie gerust te stellen: ‘Of McCarthy nu zal sterven door moordenaarshand of wordt uitgeschakeld op de normale wijze waarop wij Amerikanen de trauma’s in onze politiek genezen, kan ik u niet zeggen maar wel geef ik u de verzekering dat als wij hier voor de tweede maal bijeenkomen McCarthy van het politieke toneel zal zijn verdwenen’. Jackson wist al dat zijn president probeerde McCarthy een beentje te lichten. Niet lang daarna werd McCarthy inderdaad door zijn eigen senaat terechtgewezen en verloor zijn macht.
Hoewel er in 1954 al niet meer werd gevochten (in juni 1953 was de wapenstilstand gesloten), brachten veel aanwezigen de oorlog in Korea ter sprake. Dat was de belangrijkste schuldige aan de kloof die was ontstaan tussen Amerika en Europa. En het was ook precies het punt waarover het debat fel oplaaide. Leider van de Engelse Labour partij, Hugh Gaitskell, verbaasde zich erover dat de Amerikanen het idee hadden dat ze in oorlog waren met China – er was toch nooit een oorlogsverklaring geweest. Waarom zou Engeland geen handel mogen voeren met China? Hij kreeg een felle repliek van C.D. Jackson, die stelde dat het toch echt geen buitenissige Amerikaanse houding was om te vinden dat als een Amerikaanse soldaat wordt gedood door een ander, dat meer is dan een internationaal verkeersongeluk waar je rustig aan voorbij kunt gaan. David Rockefeller herinnert zich dit soort debatten met plezier: ‘De Britten zijn vaak ervaren debaters, zeker als ze van Oxford of Cambridge kwamen. Healey [Labour en later minister] was heel goed. Maar aan onze kant hadden we ook een paar goede, vooral C.D. Jackson’. Fel debat over Korea dus en het was ook een punt dat niet snel opgelost kon worden. Vrij snel na het uitbreken van de oorlog waren de Verenigde Staten begonnen aan een grootscheeps programma van herbewapening en de Europeanen gingen daar maar halfhartig in mee. De naoorlogse wederopbouw was nog lang niet voltooid en men besteedde liever geld aan meer nieuwe landbouwmachines dan aan nieuwe tanks. Opnieuw kwam hier de verschillende beoordeling van de communistische dreiging naar voren. Voor de overgrote meerderheid van de Amerikanen was er één grote communistische samenzwering, geleid vanuit Moskou. Of het nu ging om gebeurtenissen in Pyongyang, Peking of Praag, alles werd bestuurd vanuit het Kremlin en dus was de oorlog in Korea een enorm gevaar voor henzelf èn voor West-Europa. Aan deze kant van de Atlantische Oceaan werd dat veel minder zo gevoeld. Men zag de noodzaak van westerse eenheid wel in, maar wilde daar niet alle eigenheid voor inruilen.
Op de geluidsbanden van het einde van derde middag van de conferentie is veel gelach en vrolijk geroezemoes te horen. De heren hebben het duidelijk naar hun zin gehad. George McGhee, ambtenaar op het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken zou later zeggen: De onaangename misverstanden tussen Europeanen en Amerikanen zijn op de eerste Bilderbergconferentie uit de weg geruimd. Sedertdien is er nooit meer zo’n scherpe kloof geweest’. Prins Bernhard nodigde iedereen uit om nog even bij hem ’thuis’ een drankje te komen drinken. Astrid van Beek zal het nooit meer vergeten: ‘We kregen allemaal persoonlijk een brief van Prins Bernhard voor een receptie op paleis Soestdijk. Dat was natuurlijk een geweldige gebeurtenis als je 18 jaar was. De koningin was er ook, er stonden overal gele seringen, dat was prachtig tegen het blauwe gobelin aan de muur’.
Prins Bernhard werd door iedereen geroemd om zijn charme en zijn vermogen om tegenstanders op een lijn te krijgen. Als voorzitter gaf hij na afloop een persconferentie, waarbij in grote lijnen uiteen werd gezet over welke onderwerpen men had gesproken. Daar bleef het bij. Bij latere bijeenkomsten ontbrak zelfs een persconferentie. Er was immers afgesproken er geen besluiten zouden worden genomen, geen politiek bedreven zou worden, en dat niet naar buiten werd gebracht wat individuele deelnemers hadden gezegd. Er viel kortom niets te vertellen aan de pers. Er waren wel mogelijkheden voor de deelnemers om de ‘geest van Bilderberg’ in eigen kring uit te dragen. Prins Bernhard moedigde individuele deelnemers ook aan ‘om datgene wat ze hebben gehoord door te geven aan degenen die macht uitoefenen’. Als maar niet uitlekte wie wat gezegd had.
Het mocht dan wel om een besloten club gaan, helemaal ongecontroleerd kon men niet opereren. ‘De regeringen van deelnemende landen en ook de eigen inlichtingdienst van ieder land kreeg een kopie van onze eigen verslagen’, zo weet prins Bernhard. En al was de afspraak geheimhouding, deelnemers in overheidsdienst vertelden natuurlijk hun eigen regering wat er was besproken. In Nederland was daar het eerste jaar overigens geen sprake van. Pas na enig gemor van Nederlandse ambassadeurs die via het diplomatiek circuit moesten vernemen wat er bij Bilderberg ter sprake was gekomen, kwam daarin verandering. Voor de tweede Bilderberg bijeenkomst kreeg oud-minister mr. E.N. van Kleffens een uitnodiging. Dat was waarschijnlijk niet alleen vanwege z’n goede contacten in regeringskringen. Volgens Rijkens was dat ook om een oogje op prins Bernhard te houden: ‘Om toe te zien dat er geen sprake was van politiek. De bedoeling was slechts [om onder leiding van voorzitter Prins Bernhard] misverstanden uit de weg te ruimen. Maar ook in deze functie was evenwel de positie van de Prins, die uiteraard geen politieke verantwoordelijkheid draagt, delicaat’.
De Amerikanen bepleitten na de bijeenkomst in Oosterbeek bij hun regering deelname, ook politieke, aan tenminste een tweede samenkomst. Maar de regering bleef argwanend. Prins Bernhard moest ook dit keer weer ettelijke bezoeken brengen voor hij de Amerikanen zover kreeg discussiestukken in te leveren. Bernhard zelf zette zijn beste beentje voor en schreef een paper over de mogelijkheden om de economie van Europa te versterken. Geheel volgens de wens van de Amerikanen bepleitte hij versnelde Europese integratie, infiltratie in vakbonden tegen communistische agitatie en belastingvoordeel voor internationale bedrijven. Maar pas na twee bijeenkomsten in 1955 in het Franse Barbizon en in het Duitse Gamisch-Partenkirchen waren de Amerikanen echt overtuigd. De Amerikaanse deelnemers schreven enthousiaste verslagen: ‘Een van de meest bemoedigende ervaringen die ik de laatste jaren had’ liet George Kennan weten. En Barry Bingham schreef: ‘De delen van het programma die echt totaal off-the-record waren, lijken het meest vruchtbaar te zijn’. Eén deelnemer had nog zo zijn bedenkingen: ‘Wat is de betekenis als er niet eens een persconferentie wordt gegeven door de Prins, hij moet toch wel iets kunnen vertellen?’
Wat begon met een klein clubje groeide al snel uit tot een echte organisatie. In 1956 werd al besloten tot de oprichting van een zogenaamde Steering Committee (internationale stuurgroep). Een select gezelschap van een man of 15 die elk jaar, soms wel twee keer, bijeenkwamen om de officiële bijeenkomst voor te bereiden. Met de professionalisering groeiden ook de kosten die eerlijk verdeeld werden over beide werelddelen. Ieder de helft. De Amerikanen deden daarvoor een beroep op het Carnegiefonds die instemden met een gift van 20.000 dollar voor 1955 met als voorwaarde dat zij de vice-secretaris mochten leveren. Wat gebeurde. De Europese helft bestond uit particuliere giften van personen en bedrijven.
Onder de noemer van Bilderberg, komt nu al 50 jaar achtereen een steeds wisselend, steeds groeiend gezelschap bijeen in steeds weer een ander land. En dat het om mensen met veel invloed ging en gaat blijkt uit de ons vertrouwelijk toegespeelde lijst van meer dan 2000 mensen die een of meermalen een bijeenkomst hebben bezocht. Er staan tot de verbeelding sprekende namen in van politici als de oud-premiers Biesheuvel, Den Uyl, Lubbers en Kok; oud-ministers Beyen, Van den Broek, Van Mierlo, Bolkestein, Duisenberg; koninklijke hoogheden als Beatrix, Claus en Willem-Alexander, Harald van Noorwegen, Prins Philip van Belgie, de Spaanse en de Zweedse koning. Carl Bildt bezocht in de jaren negentig, op het hoogtepunt van de crisis in Joegoslavië vrijwel alle conferenties. Tony Blair en ook Margaret Thatcher waren te gast kort voor ze echt doorbraken in de politiek. Bill Clinton, Gerald Ford, Alexander Haig, Edward Heath, G. Pompidou, R. Prodi, Donald Rumsfeld, Walter Scheel, Helmut Schmidt, Henry Kissinger, Olof Palme, Colin Powell, Hans Blix, NATO-secretarissen Joseph Luns, Lord Carrington en Willy Claes. Maar ook topmannen van grote banken en wereldwijd bekende bedrijven als Fiat, Olivetti, Shell, Ford, Pirelli, McDonalds, BASF, Daimler Benz, Xerox, Heineken, General Motors. En altijd overlegden ze over actuele, gewichtige, politiek heikele punten. De situatie in het Midden Oosten, de Duitse eenheid, de EEG en later de crisis in Joegoslavie en de aanpak van Irak. Wat er daadwerkelijk bekokstoofd is, valt niet te achterhalen. De archieven zijn nog grotendeels gesloten en de monden van de meeste deelnemers zijn, volgens de Bilderberg afspraken, nog dichtgeplakt.
Bestudering van de archieven van 1952-1954 maakt duidelijk dat al ver voordat er besluiten genomen werden over bijvoorbeeld de oprichting van de EEG of de invoering van de euro, er overeenstemming over deze zaken was bereikt onder de selecte groep Bilderberg leden. Vijftig jaar lang hebben invloedrijke mensen niet alleen met elkaar gesproken over de wereldpolitiek, maar ook geprobeerd consensus te bereiken. Het kan niet anders dan dat belangrijke politici beïnvloed zijn, dan wel Bilderberg gebruikt hebben om steun voor hun standpunten te krijgen. En dat is misschien makkelijker in een prettige, veilige, besloten club waar je drie dagen in een vaak luxueuze omgeving rustig met elkaar kunt overleggen dan in een formeel internationaal politiek overleg van een paar uur waar overal de pers, en dus de publieke opinie, op de loer ligt. Volgens David Rockefeller, vanaf het allereerste jaar Bilderberger en nu nog steeds deelnemer, beïnvloedden individuele deelnemers wel degelijk de politiek: ‘Op het moment dat Europa zich economisch aan het herstellen was, begonnen veel oude nationale tegenstellingen en achterdocht weer op te spelen, samen met groot wantrouwen tegen de VS en beschuldigingen dat ze streefden naar hegemonie in Europa. Wanneer die zaken toen niet besproken waren had het desastreus kunnen zijn voor de Atlantische verhoudingen’.
Deelnemers die wij spraken bagatelliseerden het belang niet, maar spraken eerder wat liefkozend van een veilige vriendenclub. Ook Rijkens sprak al vroeg van: ‘een soort broederschap die steunt op vriendschap en wederzijds vertrouwen’. Prins Bernhard en Retinger hebben zich wel eens afgevraagd of ze er mee door moesten gaan. De prins zegt nu nog: ‘Het heeft mij geërgerd dat het geheim was.Maar het moest gewoon, anders dan komen de mensen niet meer’. Retinger’s secretaris John Pomian constateert ‘In elk mens schuilt een kwajongen, en een beetje samenzweren, zo’n sfeer van geheimzinnigheid, dat spreekt mensen wel aan’. Oud-secretarisgeneraal van Bilderberg Ernst van den Beugel beaamt dat: ’Ach, die geheimzinnigheid is misschien wel de attractie van de club. Je hoort bij iets bijzonders. De Economist heeft onlangs nog geschreven dat Bilderberg als informeel overlegorgaan ongeslagen de eerste is’
De geestelijke vader van Bilderberg, Joseph Retinger, overleed in 1960. Prins Bernhard bleef daarna de spil waar de conferenties om draaide. Het voorzitterschap van Bilderberg was voor hem een van zijn belangrijke functies, met bovendien het grote voordeel dat alles wat daar werd gezegd en gedaan buiten de publiciteit bleef. De prins was als voorzitter ook lid van de stuurgroep en besliste mee over de uitnodigingen. Oud-secretarisgeneraal Van der Beugel: ‘Bernhard had wel eens de neiging om vriendjes te vragen die hij kende van jachtpartijen. Onassis bijvoorbeeld. Dan moest hij ze van de anderen afzeggen en zei dat hij er niet meer onderuit kon. Ik probeerde het die gast dan zo onaantrekkelijk mogelijk te maken door te zeggen dat hij zijn kamer moest delen met twee anderen. Maar dan kwamen ze toch’. Er waren ook deelnemers die de voorzitter juist niet graag zag: ‘Een meneer Luns die nodigde zichzelf uit. Nou hadden wij de vaste regel dat niemand langer mocht praten dan vijf minuten en het aantal keren dat ik tegen meneer Luns kon zeggen ‘Ga zitten’, dat is voor mij een enorm plezier en genoegen geweest’. Conflicten over wie er mocht komen en wie niet waren er ook. Van den Beugel: ‘Toen de Vietnam oorlog op zijn hoogtepunt was, wilde de Zweedse bankier Wallenberg niet dat Henry Kissinger uitgenodigd zou worden. De prins en ik vonden beiden dat dan de conferentie niet door kon gaan’.
Na meer dan 20 jaar voorzitterschap van Prins Bernhard werd 1976 een rampjaar voor zowel de Bilderberggroep als de Prins zelf. De voor dat jaar geplande bijeenkomst verviel. Prins Bernhard was in een affaire verwikkeld die later bekend zou worden onder de naam Lockheed affaire. Hij had steekpenningen van vliegtuigfabrikant Lockheed aangenomen in ruil voor bemiddeling van verkoop van hun toestellen aan Nederland. Er waren aanwijzingen dat hij de Bilderberg bijeenkomsten had gebruikt om contacten te leggen. Met name de Amerikanen, onder leiding van Rockefeller en Ball vreesden voor bezoedeling van hun goede naam en zagen niets meer in voortzetting van de conferenties als Bernhard daar nog bij zou horen en eisten zijn vertrek. Van den Beugel moest hem de pijnlijke mededeling gaan vertellen: ’Er was tweespalt in de club. De Amerikanen vonden het niet kunnen, maar mannen als Agnelli kon het niets schelen. Bernhard begreep er niets van en zei: ‘Ik ben dom geweest maar niet fout’. Hij kon niet anders doen dan zich bij het besluit neerleggen’. Even leek het erop dat het het einde zou betekenen van de conferenties. Er waren een aantal verontwaardigde opzeggingen en een aantal mensen vond dat Bilderberg zijn nut wel had gehad. Een speciaal opgericht comité besloot tot voortzetting, maar niet zonder verfrissing. Er werden jongere deelnemers uitgenodigd om meer variëteit in standpunten te krijgen. De basisformule bleef hetzelfde en bleek ook te kunnen werken zonder een prins als voorzitter.
Al kan hij niet meer komen, Prins Bernhard blijft tot op de dag van vandaag geïnteresseerd in Bilderberg: ‘Voor zover ik heb begrepen van mijn vrienden die nu deelnemen en van Trix natuurlijk, is het een discussiegroep gebleven, met ideeën waar je het mee eens of oneens kunt zijn’. De uitwisseling van ideeën, dat is voor de prins altijd het belangrijkste geweest: ‘Ik hoor tot de mensen die door Bilderberg genezen zijn van bepaalde vooroordelen. Door gesprekken met mensen kan ik 180 graden draaien ten opzichte van onderwerpen’. En hij wil ook nog wel het volgende kwijt: ‘Tegenwoordig is het weer nodig. Want soms krijg je het gevoel dat je mekaar onnodig verwijten maakt’. Dan haalt hij zijn schouders op en zegt: ‘Zal ik niet op ingaan’. Want de camera loopt en er is nog altijd de grondwet die voorschrijft dat Zijne Koninklijke Hoogheid in het openbaar geen mening heeft.
De Carnegie Endowment is zo’n mondiale denktank. In februari 2015 trad Jessica Mathews na 18 jaar af als president. William J. Burns , voormalig Amerikaans onderminister van Buitenlandse Zaken en CIA directeur, werd de negende president van Carnegie. In 2008 werd Burns genomineerd door president George W. Bush en bevestigd door de Senaat als carrièreambassadeur , de hoogste rang in de Amerikaanse Buitenlandse Dienst, gelijk aan een viersterrengeneraal in de Amerikaanse strijdkrachten . Promoties tot deze rang zijn zeldzaam. Na de nominatie en bevestiging van Burns als directeur van de Central Intelligence Agency werd de toenmalige rechter van het Hooggerechtshof van Californië en Stanford-professor Mariano-Florentino Cuéllar op 1 november 2021 president van de Carnegie Endowment. In april 2022 werd de Carnegie Endowment gedwongen haar centrum in Moskou te sluiten op last van de Russische regering. In april 2023 heeft het Russische ministerie van Justitie het Centrum toegevoegd aan de zogenoemde lijst van ‘ buitenlandse agenten en in juli 2024 heeft het de organisatie aangemerkt als ‘ ongewenst ’. Burns is getrouwd met Lisa Carty, een voormalig diplomaat en huidige hoge ambtenaar van UN OCHA , een onderdeel van het secretariaat van de Verenigde Naties dat verantwoordelijk is voor het samenbrengen van humanitaire actoren om een samenhangende respons op noodsituaties te garanderen.. Hij spreekt Engels, Frans, Russisch en Arabisch. In 2023 kwam uit dat Burns drie geplande ontmoetingen had gehad met Jeffrey Epstein in 2014. In die periode was hij plaatsvervangend minister van Buitenlandse Zaken. Epstein had al schuldig gepleit aan de aanklacht van het werven voor prostitutie van een meisje jonger dan 18 jaar . In 2015 beschuldigde Virginia Giuffre Epstein ervan haar als tiener seksueel te hebben misbruikt en verhandeld en haar te hebben gedwongen seks te hebben met invloedrijke mensen, waaronder prins Andrew. De prins heeft de beschuldiging ontkend en vorig jaar een rechtszaak met Giuffre geschikt. Aanklagers beschuldigden Epstein in 2019 van een samenzwering tot sekshandel. Hij pleegde datzelfde jaar zelfmoord terwijl hij op zijn proces wachtte. Giuffre werd in 2001, toen ze 17 was, minstens drie keer werd verhandeld aan prins Andrew, hertog van York , voor verkrachting. Epstein en Ghislaine Maxwell namen haar mee naar de nachtclub Tramp in Londen, waar ze Andrew ontmoette en met hem danste. Ghislaine instrueerde haar om “voor (prins Andrew) te doen watze voor Epstein deed. Epstein betaalde haar $ 15.000 nadat ze seks had gehad met Andrew. Uit openbaar gemaakte gerechtelijke documenten blijken de namen van tientallen machtige mannen die banden zouden hebben met de veroordeelde sekshandelaar. Epstein regelde seksuele ontmoetingen met “chantabele vooraanstaande Amerikaanse politici, machtige zakenmensen, buitenlandse presidenten, een premier en wereldleiders. Bill Gates is een van de rijkste mensen, en sinds zijn move van softwarebaas naar filantroop ook nauw verweven met de WHO. ’s werelds machtigste liefdadigheidsorganisatie, de Bill & Melinda Gates Foundation, kocht met miljarden dollars invloed op overheidsbeleid, in wetenschappelijk onderzoek en in de media. Zijn dogmatische geloof in marktwerking en intellectueel eigendom gaf zelfs de doorslag bij het weren van covid vaccins uit armere landen. De WHO is een door particuliere multinationals opgezette organisatie. De (WHO) heeft het SARS-CoV-2/19 (Corona) virus pas na lang wachten op 30 januari 2020 de zogenoemde PHEIC-status gegeven en benoemt tot een internationale bedreiging van de volksgezondheid. De pandemie werd zelfs pas als zodanig benoemd op 11 maart 2020, ondanks dat het virus toen al in 46 landen heerste. Hierdoor groeide de vraag naar vaccins. De WHO probeert zeggenschap te krijgen over het Nederlands volksgezondheidsbeleid met een pandemieverdrag. Een niet-gekozen orgaan als de WHO, dat wordt gecontroleerd en geleid door multimiljardairs in plaats van door een democratisch orgaan krijgt dan zeggenschap over de nationale Volksgezondheid, het wel of niet gebruik van medicijnen en vaccins en door wie die geleverd mogen worden. Gates Foundation is ook nauw verweven met Children’s Investment Fund Foundation, Pfizer en Becton en Dickinson & Company. Zij breidden hun partnerschap uit voor betere toegang tot injecteerbare anticonceptiemiddelen voor vrouwen in lage- en lagere middeninkomenslanden met als mogelijk hoger doel de geboortebeperking in de arme landen. In interviews benadrukken Bill en Melinda steevast dat wanneer de welvaart in een regio toeneemt, het geboortecijfer vanzelf daalt. Op die manier zal de bevolkingsgroei op het Afrikaanse continent vanzelf afnemen. Maar in de praktijk helpen door hun stichting gesteunde organisaties de realiteit een handje, door stevig in te zetten op geboortebeperking. Een van de organisaties die Gates ondersteunt, EngenderHealth, heette in het verleden de Sterilization League for Human Betterment. De Bill & Melinda Gates Foundation is alleen al verantwoordelijk voor meer dan 88 procent van het totale bedrag dat filantropische stichtingen aan de WHO doneren. Andere bijdragers zijn de Bloomberg Family Foundation (3,5 procent), de Wellcome Trust (1,1 procent) en de Rockefeller Foundation (0,8 procent). Hoewel de vorm van het totale budget van de WHO in de loop der jaren is veranderd, behoort de Gates Foundation nog steeds tot de grootste donoren waarmee Gates de bedenkelijke macht heeft over de WHO. Veel geld van zijn stichting gaat naar publiek-private samenwerkingen en naar bedrijven. Zo steekt hij miljarden in start-ups en laat daarbij soms een afgevaardigde zitting nemen in de raad van toezicht of zelfs de raad van bestuur om invloed te hebben op de koers. Gaat een bedrijf failliet of houdt het zich niet aan door Gates gestelde voorwaarden, dan brengt de Foundation in sommige gevallen de technologie onder bij een ander bedrijf. Regelmatig maakt de Foundation winst, bijvoorbeeld toen het in 2016 haar aandeel in het bedrijf Anacor Pharmaceuticals verkocht voor zeventien keer de aankoopprijs uit 2013. In feite, schrijft Schwab in Het Bill Gates probleem, is de Gates Foundation in deze setting geen liefdadigheidsinstelling, maar een investeringsbank. In een interview gaf Gates toe dat hij achter de schermen de Universiteit van Oxford onder druk had gezet om met een grote farmaceut in zee te gaan. De academici hadden de ambitie om via een open licentie fabrikanten overal ter wereld in staat te stellen om hun ‘volksvaccin’ te produceren, maar Gates zag daar niets in. Niet veel later sloot Oxford een samenwerkingsovereenkomst met AstraZeneca. Niet de Wereldgezondheidsorganisatie, maar de Gates Foundation nam de leidende rol op zich in het programma dat vaccins beschikbaar moest maken voor de bevolking in armere landen: Covax. Daar waar who-directeur Tedros Adhanom Ghebreyesus zich uitsprak vóór het tijdelijk opheffen van de coronavaccinpatenten om de productie te vergemakkelijken, voerde Gates hier openlijk campagne tegen. Omdat rijke landen voor hun eigen bevolking kozen en meer konden betalen, moest de rest wachten op de vaccins. Covax stelde zich ten doel om tegen eind 2021 twee miljard prikken te zetten, maar kwam niet verder dan 319 miljoen. Volgens Gates hadden rijke overheden te weinig geld ingelegd om die voor de andere landen goedkoper te maken, maar een uitzondering op de patentregels had die overheveling van geld overbodig gemaakt.
WEF, CFR en ACUE
In 1971 richtte Klaus Schwab het European Management Forum ofwel het World Economic Forum op met als doel om de samenwerking tussen overheden, bedrijven en organisaties te verbeteren. In eerste instantie was de hoogleraar economie aan de Universiteit van Genève van plan om de strijd aan te gaan met de Amerikaanse economie , maar inmiddels is het uitgegroeid tot een club die de globalisering en wereldhandel wil verbeteren en de klimaattransitie wil versnellen en versoepelen. Een bedrijf is er volgens Schwab niet alleen om de belangen van aandeelhouders te dienen, maar ook dat van iedereen die een belang (stake) heeft bij dat bedrijf. Dat kunnen mensen zijn binnen het bedrijf, zoals managers, maar ook extern kunnen mensen een belang hebben bij een organisatie of een bedrijf, zoals overheden, universiteiten, sectoren, maar ook de samenleving en het klimaat. Het WEF is daarna uitgegroeid tot een orgaan waar politieke, economische, maatschappelijke en academische kopstukken bijeenkomen. Het gaat om onder andere om (westerse) staatshoofden en ministers, belangrijke hoogleraren, ceo’s van multinationals en de kopstukken van grote maatschappelijke organisaties.
In het World Economic Forum zitten meer dan 390 bedrijven uit ruim 60 landen die pas lid mochten worden op uitnodiging na ‘uitvoerig onderzoek’ op basis van specifieke criteria. Daarbij wordt er onder andere gekeken naar hoe innovatief, disruptief en invloedrijk een potentieel lid kan zijn. Leden betalen 60.000 tot 600.000 euro. Ieder jaar in januari vergaderen de leden dan in het Zwitserse Davos over de volgens hen belangrijkste thema’s die in de wereld spelen. Zo was het thema in 2019 de globalisering, in 2020 de verduurzaming van de wereld, in 2021 ‘The Great Reset’ , in 2022 het terugwinnen van het vertrouwen, in 2023 ‘samenwerken in een gefragmenteerde wereld’, in 2024 ‘Vertrouwen Terugwinnen’ en in 2025 gaat het om de ‘Samenwerking voor het Slimme Tijdperk’.
Het forum kan invloed uitoefenen door onderwerpen op de agenda te zetten op hoog (geo-)politiek niveau. Daarnaast is het ook een podium voor maatschappelijke organisaties (ngo’s) en activisten om een tegengeluid te laten horen, tegenover de aanwezige elite. De aanwezigheid van ngo’s was overigens niet vanzelfsprekend. Pas sinds 2000 werden die organisaties uitgenodigd, nadat er in 1999 wereldwijde protesten plaatsvonden tegen globalisatie. Tegenstanders stellen dat het WEF extreme plannen heeft omtrent de klimaattransitie, digitalisering en globalisering, waarmee zij een dystopisch toekomstbeeld schetsen, vanwege het boek ‘The Great Reset’ dat Schwab schreef. Daarin wordt voorgesteld om de wereld(economie) na de coronapandemie anders in te richten met meer aandacht voor aan sociale en economische gelijkheid en meer aandacht voor het klimaat. Naast de jaarlijkse conferentie houdt het WEF ook sessies in andere landen en brengt het onderzoeken uit, zoals het jaarlijkse Global Risks Report. In dat rapport beschrijft de club van Schwab de grootste risico’s voor de wereld op het gebied van onder meer geopolitiek, economie en milieu.
Blackrock, Statestreet en Vanguard zijn de drie grootste investeerders ter wereld en behalve in elkaar investeren ze in alle delen van de economie. Ze bezitten samen 89% van de S&P500 en handelen vaak onder een LLC ( Een LLC wordt gevormd door zogenaamde ‘members’. Dit zijn aandeelhouders die geld in het bedrijf steken (limited liability company)). De CEO van Blackrock zit in het World of Economic Forum (WEF). Andere leden zijn de CEO’s van de grootste bedrijven ter wereld, zoals General Dynamics, Northrop Grumman en Lockheed Martin, internationale politici en intellectuelen zoals Robert Kennedy en Bill Gates. Er zijn in totaal zo’n 2.500 leden. De leden van het WEF bepalen wat er met en in de wereld gebeurd, zoals bijvoorbeeld met Oekraïne die vanwege de grondstoffen voor hen van groot belang is. In Nederland namen in 2024 premier Rutte, de ministers Kaag van Financiën, Hoekstra van Buitenlandse Zaken, Ollongren van Defensie, Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat deel aan de conferentie in Davos. Bij voorgaande bijeenkomsten waren Bruno Bruins, Edith Schippers, Lilianne Ploumen, Frans Timmermans, Robbert Dijkgraaf, Halsema en Klaver. Verschillende groeperingen zijn tegen deze vorm van (links) wereldbestuur. Banken als Bunq, Revolut, N26 en Openbank doen niet mee. Het WEF is behalve een Internationaal netwerk ook een kleine multinational, met meer dan 400 werknemers, ruim 360 miljoen euro aan inkomsten en uitgaven en 375 miljoen euro aan vermogen. Van deze inkomsten komt 20 miljoen euro van overheidssubsidie. De rest komt binnen via grote bedrijven en het organiseren van bijeenkomsten. De laatste bijeenkomst van het World Economic Forum was op 28 en 29 april in Riyad, Saoedi-Arabië. Het WEF zou zich richten op mondiale samenwerking en groei en energie voor ontwikkeling. Binnen WEF is met openzetten van de grenzen een methode bedacht om met omvolking de vergrijzing en ontvolking tegen te gaan. Hierbij blijkt achteraf onvoldoende besef te zijn geweest dat religies en afkomst zouden botsen en dat de op gang gebrachte stroom niet meer te stoppen was. Ook wil het World Economic Forum (WEF) dat mondiale regeringen hard op treden tegen burgers die online ‘negativiteit’ uiten. Het WEF beweert dat leden van het publiek gecensureerd moeten worden als zij “negativiteit” uiten. Klaus Schwab trad in mei 2024 vanwege zijn hoge leeftijd af. In het Zwitserse Davos is 21 en 22 januari 2025 het 54ste World Economic Forum. Minister President Schoof, minister Hermans en minister Brekelmans nemen deel aan deze conferentie. Op de agenda van 20 januari tot en met 24 januari staan onderwerpen als AI, klimaat, economische groei en veiligheid in een gefragmenteerde en gepolariseerde wereld. Het thema is Collaboration for the Intelligent Age.
ACUE
In 1948 werd de American Committee on United Europe (ACUE) opgericht om de politieke integratie van de Europese landen te bevorderen. De eerste voorzitter was William J. Donovan, ex-OSS, de voorloper van de CIA. De ACUE werd gefinancierd door de Rockefeller Foundation en de Ford Foundation. De Buitenlandse Inlichtingendienst (BID) van Nederland was in de jaren vijftig betrokken bij meerdere geheime operaties in de toenmalige Sovjet-Unie, in landen als Roemenië, Bulgarije, Albanië en Tsjecho-Slowakije. De dienst werkte daarbij nauw samen met de Amerikaanse CIA. De ACUE financierde de lobbyorganisatie European Movement International die dit moest bevorderen door de Raad van Europa in 1949 op te richten. Het hoofd van de European Movement International was Jozeph Retinger die samen met Armand Hammer en Prins Bernhard in 1954 de Bilderberg groep oprichtte.
CFR
Deze multinationals en biljonairs en regeringsleiders zitten ook in De “Council on Foreign Relations” ( CFR ), een Amerikaanse denktank voor buitenlands beleid en internationale betrekkingen van de VS. Het werd opgericht in 1921 en is gevestigd in New York City , met een extra kantoor in Washington, DC. Het is de meest gevestigde denktank op het gebied van buitenlands beleid die er is en het werk dat het doet en de mensen die het bijeenbrengt, beïnvloeden de Democratische en Republikeinse regeringen op directe en indirecte manieren. Tot de leden behoren hoge politici, staatssecretarissen, CIA- directeuren, bankiers, advocaten, professoren, bedrijfsdirecteuren en CEO’s, en vooraanstaande mediamagnaten. In CFR-bijeenkomsten overleggen overheidsfunctionarissen, leiders uit het mondiale bedrijfsleven en prominente leden van de inlichtingen- en buitenlandse beleidsgemeenschappen over internationale kwesties. Democraat Michael Froman is sinds maart 2023 voorzitter (president). Hij was eerder vicevoorzitter en president strategische groei bij Mastercard, voorzitter van het Mastercard Center for Inclusive Growth en een vooraanstaande fellow bij CFR. Michael Braverman Goodman Froman (1962) is advocaat en was van 2013 tot 2017 de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger. Hij was assistent van de president van de Verenigde Staten en plaatsvervangend nationaal veiligheidsadviseur voor internationale economische zaken, een functie die gezamenlijk werd bekleed bij de National Security Council en de National Economic Council. In die functie was hij de sherpa van de Verenigde Staten voor de G7- , G8- en G20- toppen van economische machten. Op 2 mei 2013 nomineerde zijn vroegere klasgenoot president Barack Obama hem als opvolger van ambassadeur Ron Kirk als handelsvertegenwoordiger van de VS.