Wiersma’s persoonlijke betrokkenheid is geen zwaktebod is, maar een kracht
In het Haagse debat klinkt vaak de roep om politici die weten waarover ze praten, die hun dossiers kennen van de werkvloer tot het beleidsstuk. Maar zodra een minister dat daadwerkelijk doet, wordt het haar kwalijk genomen. Dat is precies wat nu gebeurt bij Femke Wiersma.
De recente controverse rond de demissionair minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over het niet openbaar maken van uitstootgegevens van veehouderijen wordt in de media vaak gepresenteerd als een verhaal over tegenwerking, vertraging en juridisch getouwtrek. NRC, Follow the Money en Omroep Gelderland hebben inmiddels een kort geding aangespannen om publicatie af te dwingen. Maar in het debat wordt te makkelijk voorbijgegaan aan een cruciaal element: Wiersma’s persoonlijke band met de agrarische sector is geen reden tot wantrouwen, maar juist een bron van waardevolle inzichten.
Wiersma is niet alleen minister, maar ook boerin. Ze kent de sector niet van beleidsnota’s, maar van de erfgrens. Dat betekent dat ze uit eigen ervaring weet wat het betekent als adres- en stalgegevens op straat komen te liggen. Het gaat niet alleen om cijfers in een spreadsheet, maar om gezinnen, bedrijven en gemeenschappen die vaak al jaren onder een vergrootglas liggen in het stikstofdebat.Voor een beleidsmaker zonder binding met de sector kan ‘privacy’ een abstract begrip zijn. Voor iemand die de mensen achter de data persoonlijk kent, is het concreet: een naam, een voordeur, een gezin.
Wiersma’s terughoudendheid om deze gegevens zomaar te publiceren is daarom niet simpelweg een politieke reflex, maar een afweging op basis van reële zorgen. In tijden waarin publieke gegevens snel kunnen leiden tot online intimidatie of fysieke acties, is extra voorzichtigheid geen overbodige luxe.Er wordt vaak geroepen dat politici dichter bij de mensen moeten staan. Maar zodra iemand dat daadwerkelijk doet, zoals Wiersma nu, wordt het plots als ‘belangenverstrengeling’ of ‘onprofessioneel’ bestempeld. Dat is een paradox.
We zouden juist meer waarde moeten hechten aan bestuurders die hun beleidstoets niet alleen doorrekenen op effectiviteit, maar ook doorvoelen op menselijke gevolgen.Transparantie is belangrijk. Onderzoek naar de effectiviteit van het stikstofbeleid kan alleen goed gebeuren met volledige gegevens. Maar transparantie mag nooit een doel op zichzelf zijn; het moet altijd worden afgewogen tegen andere fundamentele rechten, zoals de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Een minister met persoonlijke wortels in de sector is misschien juist beter in staat om die balans te vinden — en dat zouden we niet als zwakte, maar als kracht moeten erkennen.
Want als politiek alleen nog wordt gedreven door afstand en objectiviteit, verliezen we het vermogen om echt te begrijpen wat ons beleid met mensen doet. Femke Wiersma’s aanpak laat zien dat nabijheid en betrokkenheid minstens zo belangrijk zijn voor goed bestuur.
Arno van Kessel van de rechtszaal naar de cel
Arno van Kessel is op social media een begrip geworden in de kringen van de corona complottheorieën. Als voormalig raadsman van de organisatie Artsen voor Waarheid stond hij bekend om zijn felle verzet tegen COVID-19-vaccins en de daarmee gepaard gaande maatregelen.
Van advocaat tot activist
Van Kessel bouwde een reputatie op als advocaat die de strijd aan ging met wat hij zelf de “gevestigde orde” noemde. Hij verstoorde vaccinatiebijeenkomsten en was openlijk kritisch over de veiligheid van de COVID-19-vaccins. Hij baseerde zijn claims onder meer op de zogeheten Pfizer Papers, een reeks documenten die Pfizer op verzoek van de Amerikaanse FDA openbaar moest maken. Hoewel deze documenten standaardinformatie bevatten over klinische tests en bijwerkingen, interpreteerde Van Kessel ze op een manier die niet strookt met de wetenschappelijke consensus.
Hij beweerde dat de documenten het bewijs waren van massale sterfte en dat de vaccins een biowapen waren. Van Kessel, die geen medische, farmacologische of statistische achtergrond heeft, gebruikte deze documenten om zijn ideologisch gemotiveerde standpunten te verspreiden via sociale media en alternatieve platforms. Deze acties leidden tot aantijgingen van het verspreiden van misinformatie, wat bijdroeg aan complotdenken en wantrouwen jegens wetenschappelijke instituties.
Tuchtrecht en schorsingen
Het gedrag van Van Kessel bleef niet onopgemerkt binnen zijn eigen beroepsgroep. Na herhaalde tuchtrechtelijke overtredingen is hij uiteindelijk definitief van het tableau geschrapt. De klachten tegen hem waren ernstig: hij zou een cliënt in Spanje niet goed hebben bijgestaan, vertrouwelijke informatie hebben gedeeld met de tegenpartij, nalatig zijn geweest in procedures, en een agressieve communicatiestijl hebben gehad.
De Raad van Discipline concludeerde dat Van Kessel geen inzicht toonde in de ernst van zijn handelen en achtte het onverantwoord dat hij zijn praktijk als advocaat zou voortzetten. Naast zijn schrapping kreeg hij ook een boete van €1.250. Eerder had hij al een voorwaardelijke schorsing van twee jaar gekregen, vanwege mogelijke betrokkenheid bij een gewelddadige actiegroep die plannen zou maken rondom de NAVO-top.
De arrestatie en de ‘Great Reset’
Op het moment van zijn arrestatie was Van Kessel verwikkeld in diverse rechtszaken tegen prominenten zoals Bill Gates en Mark Rutte, en zelfs de Staat der Nederlanden. De arrestatie kwam op een opmerkelijk moment: kort voor de NAVO-top en een geplande rechtszitting in Leeuwarden. Een arrestatieteam van zo’n vijftien agenten hield hem aan, waarna zijn woning urenlang werd doorzocht.
De zaken die Van Kessel aanspande, waren allemaal gerelateerd aan zijn beweringen dat het coronabeleid een onderdeel was van de zogeheten ‘Great Reset’-agenda. Door zijn arrestatie kon hij niet bij de zitting verschijnen. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft de verlenging van zijn voorarrest gemotiveerd met een verdenking van lidmaatschap van een criminele organisatie met “anti-institutioneel gedachtegoed”, hoewel verdere inhoudelijke toelichting achterwege bleef.
De arrestatie heeft tot reacties geleid in de kringen waarin Van Kessel actief was. Op sociale media wordt door aanhangers, zoals Max van den Berg, een medewerker van het Pieter Baan Centrum, opgeroepen tot een protestbijeenkomst bij de gevangenis in Vught. De oproep is fel: wie niet komt, zou medeplichtig zijn aan de ondergang van Nederland. Van den Berg identificeert zich op X als christen, prediker, complot herkenner, satan-elite bestrijder en mensenrechten activist.
De zaak van Arno van Kessel is een opmerkelijke ontwikkeling in de polarisatie rond het coronabeleid, en toont de gevolgen van het oversteken van de grens tussen activisme en criminele activiteiten. Het roept ook vragen op over de verantwoordelijkheid van professionals en de grenzen van de vrijheid van meningsuiting, zeker wanneer deze gecombineerd wordt met het aanwakkeren van complotdenken.
Het water staat ons aan de lippen
We leven in een tijd waarin vertrouwen in ons drinkwater niet meer vanzelfsprekend is. Niet alleen kraanwater staat onder druk, ook flessenwater blijkt allesbehalve zuiver. In Frankrijk bleek 30% van het gebottelde water van bekende merken als Perrier, Vittel en Contrex aangelengd met gewoon kraanwater – water dat op zijn beurt al besmet was met pesticiden en fecale bacteriën. Fabrikanten gebruikten verboden filtertechnieken om vervuiling te maskeren, terwijl het product als ‘natuurlijk mineraalwater’ werd verkocht. De overheid wist dit al sinds 2021, maar greep pas in toen de media en actiegroepen de zaak op scherp stelden. Inmiddels loopt een strafrechtelijk onderzoek, maar miljoenen flessen zijn allang verkocht.
Ook ons kraanwater is niet immuun voor vervuiling. Schadelijke stoffen zoals PFAS, TFA en medicijnresten worden in toenemende mate aangetroffen in grond- en oppervlaktewater. In Nederland moesten in 2022 maar liefst 62 innamestops of beperkingen worden ingesteld omdat de normen voor waterkwaliteit ernstig werden overschreden. Slechts 1 procent van ons water voldeed aan de doelen van de Europese Kader Richtlijn Water (KRW), waarmee we onderaan bungelen in Europa. De deadline van 2027 nadert, maar geen enkel EU-land ligt op koers — Nederland al helemaal niet. Vier Brabantse waterschappen hebben minister Harbers inmiddels opgeroepen om meer verantwoordelijkheid te nemen, uit angst voor juridische stappen als de KRW-doelen worden gemist.
De problemen zijn niet nieuw. Al sinds de jaren veertig wordt rivierwater door de duinen gefilterd tot drinkwater, maar dat aangevoerde water bleek achteraf zwaar vervuild. De bodem bevat nog altijd resten van tientallen jaren aan chemicaliën. Hoewel het water tegenwoordig wordt voorgezuiverd, is het evenwicht in de duinen nog steeds zoek.
De drinkwatersector werkt intussen aan wetgevingswijzigingen en investeringsplannen, maar het tempo waarin de overheid beweegt, staat in schril contrast met de urgentie van de situatie. Ondertussen stijgen de kosten van zuivering en blijft het risico op blijvende schade aan mens en ecosysteem toenemen.
We mogen het water niet langer als vanzelfsprekend beschouwen. Het wordt tijd dat politiek en bedrijfsleven open kaart spelen, hun verantwoordelijkheid nemen en het belang van volksgezondheid eindelijk laten voorgaan op imago, winst en bestuurlijk gemak.
De schipbreuk van Amsterdam
Ooit was Amsterdam een stad om trots op te zijn. Een plek waar historie, schoonheid, tolerantie en levendigheid samenkwamen. Waar grachten fluisterden over de Gouden Eeuw, waar je door buurten wandelde met karakter, en waar bewoners zich ondanks de drukte thuis voelden. Amsterdam is echter de grip aan het verliezen. De teloorgang is voelbaar, zichtbaar en bovenal onmiskenbaar.
De Wallen, ooit het hart van de stad, zijn nu het toneel van ernstige overlast en dagelijkse dreiging. Straatdealers domineren de straten, intimideren toeristen, vallen bewoners lastig en deinzen niet terug voor geweld. Het dragen van messen of andere wapens is heel normaal geworden. GGZ-patiënten lopen vrij rond, schreeuwen, bedreigen en vervuilen de monumentale buurt. Voor wie hier woont of werkt, voelt het leven aan als overleven. Bewoners stuurden uit wanhoop een brandbrief aan de Gemeente.
Niet alleen de Wallen zuchten. Ook andere buurten kampen met problemen zoals zwerfvuil en vuilnis. Overvolle containers, zakken die dagen blijven liggen, en een groeiende rattenplaag. Zelfs in iconische gebouwen zoals Theater Tuschinski lopen ratten inmiddels ongehinderd binnen in de foyer. De stad stinkt – letterlijk én figuurlijk – naar verwaarlozing.
Ondertussen is er een diepgeworteld probleem bij de afvalverwerking, waar de afvalcentrale (AEB) al jaren technisch failliet is. Om het hoofd boven water te houden, importeert Amsterdam sinds april 2023 wekelijkse 900 ton afval uit Rome. En absurde constructie die dwars staat op duurzaam en milieuvriendelijk beleid. De milieueffecten, zoals CO2- en stikstofemissies staan in schril contrast met de besparing door ingestelde zero emissiezone’s, waardoor de stad ontoegankelijk is voor leveranciers en klusbedrijven. Gecombineerd met een 30 km-zone en talloze wegafzettingen, zorgt het voor een logistieke nachtmerrie.
De stad lijkt niet alleen de controle kwijt, maar ook haar moreel kompas. Pro-Palestina-activisten bezetten universiteitsgebouwen, demonstraties eindigen in rellen en tuig vernietigd en vernield alles wat los of vast zit. Wie zich misdraagt, lijkt onaantastbaar. Wie zijn mond opendoet, wordt genegeerd. Ondernemers trekken zich terug, bewoners vertrekken, en de openbare ruimte wordt stukje bij beetje overgenomen door criminelen en ander tuig. Precies op avond van Canal Parade staken de Uber en Bolt taxi’s.
Amsterdam lijkt op een zinkend schip, waarvan kapitein Halsema nog steeds roept dat het wel meevalt – terwijl het water al tot aan de knieën staat. Wie de teloorgang niet wil zien, kijkt weg uit gemakzucht of politieke zelfbehoud. De stad heeft geen nieuwe marketingcampagne nodig, geen slogan over inclusiviteit of duurzaamheid, maar daadkracht, regie, reiniging en goed bestuur. Zonder snelle, stevige ingrepen dreigt Amsterdam niet alleen haar aantrekkingskracht en leefbaarheid te verliezen, maar ook haar bestaansrecht als monumentale stad.
Amsterdam is te mooi om verloren te laten gaan. Maar daarvoor moet eerst erkend worden dat we de stad aan het verliezen zijn door onbekwame matrozen in de raad en met Femke Halsema als kapitein van het zinkende schip.
De rechtsstaat in verval, gevangenissen in crisis, politiek kijkt weg
Het gevangeniswezen in Italië, België, maar nu ook in Nederland zakt weg in een diepe crisis, terwijl de politiek verzandt in lapmiddelen en verkeerde prioriteiten. Overvolle cellen, zieke cipiers, vrij rondlopende veroordeelden en een justitieapparaat dat de grip verliest: de fundamenten van de rechtsstaat wankelen.
In België legden cipiers in januari 2024 alle gevangenissen 24 uur plat. Reden: extreme overbevolking, met 1.300 gedetineerden boven de capaciteit. Al in augustus 2023 staakte personeel in de Antwerpse gevangenis na zware agressie tegen zorgpersoneel door een gedetineerde. Cipiers, medisch en keukenpersoneel sloten zich aan. 17 en 19 juli was het opnieuw raak en weigerden de gevangen om terug naar hun cellen te gaan uit protest tegen de erbarmelijke omstandigheden.
In Nederland is het niet veel beter. Het ziekteverzuim onder gevangenispersoneel is structureel hoog: gemiddeld 7% (tegen een norm van 4,8%), met uitschieters naar 10% in instellingen zoals Alphen aan den Rijn. Oorzaken? Agressie, emotionele uitputting en gebrek aan steun. Cipiers worden gewurgd, bekogeld, gepest en bedreigd. Meer dan de helft van de bewaarders noemt het werk ronduit onveilig.
De cijfers zijn schokkend. In Nederland wachten 2.400 veroordeelden op een cel, simpelweg omdat er geen plek is. Zelfs plegers van zware misdrijven, overvallen, verkrachtingen en plofkraken lopen vrij rond, soms met straffen van vier jaar of meer. Politiecellen puilen uit, het Justitieel Complex Schiphol wordt nu als noodoplossing ingezet, ten koste van de opvang van ongewenste vreemdelingen.
Ondertussen stijgt het ziekteverzuim naar 10% en het personeel bezwijkt onder de druk. De politiek schuift de problemen voor zich uit. Eerst mochten korte straffen later worden uitgezeten, toen werd besloten om celstraffen tot twee maanden te schrappen. Nu worden zelfs langgestraften vervroegd vrijgelaten. Eerst met drie dagen, nu mogelijk tot wel twee weken. De staatssecretaris noemt het “pijnlijk maar onvermijdelijk”, met als dieptepunt dat er wordt gekeken naar het uitplaatsen van Nederlandse gedetineerden naar Estland. Een uitzichtloze oplossing voor een uitzichtloos probleem.
Terwijl de criminaliteitscijfers enorm stijgen en straffen langer worden, is de capaciteit gekrompen. In Nederland sloot de overheid sinds het zogenaamde “cellenoverschot” vier gevangenissen, vier rechtbanken en 26 inrichtingen, inclusief TBS-klinieken. Personeel vertrekt en komt niet terug. Nu is er geen plek, geen bewakers, geen toezicht en geen plan. De staatssecretaris spreekt van “code zwart”, maar structurele oplossingen blijven uit. In België stuurt de rechter veroordeelden, die zich schuldig hebben gemaakt aan racisme, discriminatie of haatmisdrijven voor straf naar het museum Kazerne Dossin.
Het budget voor renovaties in eigen land ontbreekt, terwijl tientallen miljoenen worden uitgetrokken voor gevangenissen op Sint Maarten. Politieke leiders wijzen naar elkaar, coalities implodeerden, en besluiten worden geblokkeerd. Ondertussen ziet het personeel het gevaar letterlijk op zich afkomen. Wat resteert zijn noodgrepen: meerpersoonscellen, tijdelijke units, strafbeschikkingen in plaats van celstraffen, en rechtszaken die anderhalf jaar of langer worden uitgesteld.
Reclassering en jeugdzorg zijn overbelast, maar extra menskracht komt er niet. Instanties wijzen naar elkaar, en ministers informeren het parlement onvolledig of verkeerd, zonder consequenties. Het contrast is pijnlijk. Een burger met een huurachterstand van 400 euro kan in sommige regio’s snel bij een regelrechter terecht, maar voor een overval, bedreiging of mishandeling is geen cel beschikbaar. Slachtoffers en hun families raken vervreemd van een systeem dat hun veiligheid zou moeten garanderen. De situatie is onhoudbaar. Vakbonden waarschuwen al jaren voor onveilige werkomstandigheden voor personeel en gedetineerden. Het gevangeniswezen, een pijler van de rechtsstaat, brokkelt in hoog tempo af. Als de politiek niet snel ingrijpt, is een opstand van uitgeputte cipiers of van gedetineerden een kwestie van tijd.
Europese auto-industrie piept en kraakt
De Europese auto-industrie kraakt onder een combinatie van hoge kosten, strenge regelgeving, zwakke vraag en felle concurrentie uit Azië. Het vertrouwen van consumenten is laag, en zonder snelle actie dreigt een structurele achterstand. Een realistischer beleid, betere infrastructuur en een focus op betaalbare innovatie zijn essentieel om de sector te redden. Anders rijdt Europa inderdaad achteruit, terwijl Aziatische fabrikanten de markt veroveren.
Wat zich jarenlang opbouwde als een sluimerende spanning in de autosector, begint zich in 2025 in volle breedte te manifesteren. Na Ford melden nu ook Stellantis en Renault dat ze marktaandeel verliezen, geconfronteerd met hoge productiekosten, een gebrek aan innovatiekracht en een steeds moeizamer marktsentiment. Renault heeft inmiddels zijn verwachtingen voor het volledige boekjaar verlaagd.
De roep van Stellantis om uitstel van de strengere Europese CO₂-regels is veelzeggend: de vraag naar elektrische voertuigen valt tegen, en veel autobouwers zijn simpelweg nog niet klaar voor de gedwongen transitie. Dat geldt niet alleen technologisch, maar vooral financieel. In plaats van versnellen, stappen sommige spelers zelfs op de rem. Stellantis trekt zich bijvoorbeeld volledig terug uit waterstofontwikkelingen.
Intussen kijkt het Verenigd Koninkrijk tegen een auto-industrie aan die in elkaar lijkt te storten. De productie daalde in mei 2025 met liefst een derde – het slechtste cijfer sinds 1949. Ook iconische merken lijden pijn: Porsche zag de nettowinst met ruim 30 procent dalen, tot 3,6 miljard euro. Het faillissement van Lunaz, dat klassieke auto’s elektrisch wilde heruitvinden, laat zien hoe kwetsbaar zelfs innovatieve niches zijn in een markt die opdroogt.
En onder al die tegenvallende cijfers sluimert een fundamenteler probleem: de consument haakt af. Hoge rente, economische onzekerheid, angst voor restwaardeverlies en een nog altijd karige laadinfrastructuur maken EV’s onaantrekkelijk voor de massa. De gehoopte groene revolutie komt niet van de grond — en ondertussen lopen Aziatische fabrikanten op meerdere fronten in. Alleen hyride auto’s kunnen het publiek nog bekoren, dure elektrische auto’s zijn niet langer gewild.
De Europese auto-industrie piept kraakt onder haar voegen en zonder een koerswijziging, realistisch beleid en hernieuwd vertrouwen in de markt, zou ze zomaar een structurele achterstandspositie kunnen inrijden. In de achteruit.
Oorlogsdreiging als economieaanjager en gefinancierd door ouderen
Ursula von der Leyen vroeg in 2023 om advies van voormalig ECB-president Mario Draghi vanwege oplopende financiële problemen in de EU. Draghi stelde dat de EU jaarlijks honderden miljarden euro extra moet investeren. Hij verklaarde dat het Europese economische beleid fundamenteel hervormd moet worden en noemde de situatie een existentiële uitdaging voor het voortbestaan van de EU. De Europese economie presteert structureel slechter dan de Amerikaanse en de Chinese. Sinds begin 2000 is de groei van het besteedbare inkomen in de VS bijna tweemaal zo hoog als in Europa.
Draghi identificeerde drie vroegere pijlers van Europese groei die nu verdwenen of onzeker zijn: bloeiende internationale handel, goedkope Russische energie, en gegarandeerde Amerikaanse defensiesteun. Hij concludeerde dat alle drie fundamenteel herzien moeten worden binnen de EU.
De verhoging van de NAVO-bijdrage en de versnelde energietransitie zijn ingezet om onderinvestering tegen te gaan. Dit moet economische stimulering, energieonafhankelijkheid en voortgang richting klimaatdoelen opleveren. Extra investeringen in kunstmatige intelligentie moeten structurele hervormingen ondersteunen op het gebied van innovatie, marktintegratie en geopolitieke strategie.
Terwijl de NAVO-bijdrage van Nederland stijgt naar 3,5% van het bbp (met een ambitie tot 5% inclusief gerelateerde uitgaven), wordt de rekensom in Den Haag opnieuw gemaakt. En wie draait ervoor op? Juist: de gewone Nederlander. Vooral de oudere generatie, die al jarenlang heeft gewerkt, gespaard en afgedragen, staat nu opnieuw in het vizier van wat sommigen terecht de “deep state” noemen – het hardnekkige netwerk van technocraten, beleidsmakers en belangenverstrengelde ambtenaren dat de lijnen uitzet, ongeacht de verkiezingsuitslag.
De nieuwe plannen die nu vooral bij de VVD circuleren laten aan duidelijkheid niets te wensen over:
AOW’ers moeten mogelijk premie gaan betalen, ook al ontvangen zij al hun AOW.
Als dat niet lukt, wordt het AOW-inkomen bevroren of losgekoppeld van het minimumloon. Er waren al eerdere pogingen om dit te doen, die werden tegengehouden, maar de discussie laait weer op.
En uiteraard ligt het verder verhogen van de AOW-leeftijd opnieuw op tafel, ondanks eerdere beloftes van “rust in het stelsel” en het feit dat de leeftijd in 2025 al 67 jaar is.
De overheid geeft miljarden uit aan energietransitie, klimaatfondsen en defensie, asielopvang, etc. En dat geld moet ergens vandaag komen. Nu na de greep in de pensioenkas, zelfs het basispensioen, de AOW – ooit het heilig huisje van de verzorgingsstaat – niet meer veilig blijkt, is het duidelijk dat niets meer onaantastbaar is. Dat de AOW überhaupt nu aan de beurt is om gaten te dichten is ronduit stuitend. Ouderen vormen een makkelijk doelwit. Ze kunnen niet meer staken, geen ruiten ingooien, geen wegen blokkeren. Ideaal voor een overheid die dringend op zoek is naar stille bezuinigingen.
Dat men zelfs overweegt om AOW’ers dubbel te laten betalen – eerst een leven lang premie, en dan alsnog betalen tijdens de uitkering – toont aan dat de politieke moraal volledig is losgezongen van rechtvaardigheid. Vandaag is het de AOW, morgen de hypotheekrenteaftrek, overmorgen de kinderbijslag of het zorgpakket.
Werkende Nederlander zwaar belazerd met kilometervergoeding en kilometeraftrek
De maximale kilometervergoeding van €0,23 per kilometer als een “redelijke” tegemoetkoming is een farce, net als de box-3-affaire. Wie de werkelijke kosten van autorijden onder de loep neemt, moet concluderen dat deze vergoeding niets meer is dan een fiscale fictie die zowel werknemers als zelfstandigen structureel benadeelt.
Het probleem gaat dieper dan alleen werkgevers die het maximale bedrag hanteren (en niet méér kúnnen vergoeden zonder fiscale sancties). Ook de Belastingdienst weigert realistische kosten te accepteren bij aftrek voor werkgerelateerde ritten. De fiscale logica is simpel: €0,23/km, punt. Wat het jou werkelijk kost? Dat doet er kennelijk niet toe.
Wie anno 2025 een auto gebruikt — elektrisch of fossiel — betaalt véél meer dan die standaardvergoeding dekt. Elektrische rijders die afhankelijk zijn van publieke laadpalen, zijn gemiddeld €0,39 per kilometer kwijt. Zelfs snelladen komt al snel op €0,26/km, exclusief de wachttijd (soms kostbaar, zeker in werktijd). Een gemiddelde benzinerijder zit al op €0,18/km alleen aan brandstof, bij een literprijs van €1,85 en een verbruik van 1 op 15. Dan rekenen we verzekering, onderhoud, afschrijving en wegenbelasting nog niet eens mee.
De ANWB schat de werkelijke kilometerkosten op €0,29 tot wel €0,60 all-in, afhankelijk van voertuigtype, gebruik en laadgedrag. Kortom: werknemers én ondernemers leggen er structureel op toe als ze met hun privéauto reizen voor werk — of ze nu een vergoeding ontvangen of kosten proberen af te trekken. In Duitsland is de kilometervergoeding voor zakelijke ritten in 2025 hoger (€0,4290/km per kwartaal of €0,4449/km per jaar) en flexibeler door kwartaalindexering dan in Nederland (€0,23/km). Voor woon-werkverkeer biedt Duitsland een fiscale aftrek van €0,30/km (Entfernungspauschale) in plaats van een onbelaste werkgeversvergoeding. De Duitse regeling stimuleert duurzaamheid sterker met aftrekmogelijkheden. Dit maakt de regeling moderner en beter afgestemd op actuele kosten en de energietransitie dan in Nederland. De kilometervergoeding in Frankrijk voor 2025 varieert tussen €0,37 en €0,67 per kilometer, afhankelijk van het fiscaal vermogen en het aantal kilometers.
De overheid en steeds meer gemeenten sturen aan op zero emissie, en zij willen dat de automobilist meegaat in de mislukte energietransitie. Maar dan wél graag zonder serieuze compensatie.
EV’s zijn duurder in aanschaf, kennen een hogere afschrijving, zwaardere wegenbelasting door het gewicht, en vaak extra wachttijd door laden of zoeken naar werkende laadpalen. Verzekeringen zijn duurder en banden slijten sneller. En dat alles zonder compensatie voor die extra kosten — in tegendeel: wie elektrisch rijdt, wordt fiscaal gestraft onder hetzelfde keurslijf als een goedkope benzineauto van vijftien jaar geleden. Verwacht wordt dat wanneer op brandstof rijden is uitgefaseerd er geen rem meer zal zijn op de hoogte van de laadkosten en dat ook in Nederland 1 euro per Kwh geen uitzondering zal zijn.
Kilometeraftrek voor zelfstandigen: achterhaald en oneerlijk
Voor zelfstandigen is het beeld al niet beter. De aftrek van €0,23/km is nog altijd gebaseerd op een oude fossiele wereld. Alsof je met een simpele Polo op LPG rijdt voor €0,15/km. Maar wie vandaag een elektrische bus, bestelauto of personenwagen inzet — uit eigen zak — zit met kosten die vaak twee keer zo hoog zijn.
Werkelijke kosten opvoeren mag alleen als de auto op de balans staat én volledig zakelijk wordt gereden. Voor veel zelfstandigen en freelancers is dat praktisch onmogelijk. Zo zet ook de fiscus deze groep vast in een financieel en beleidsmatig achterhaald stramien.
Werkgevers worden dubbel gestraft
Bovendien worden werkgevers die wél eerlijk willen vergoeden, fiscaal ontmoedigd. Alles boven de €0,23 per kilometer wordt aangemerkt als loon, en dus belast. Zo ontstaat een systeem dat de verkeerde mensen straft: de werknemer die reist, de zelfstandige die zijn auto beschikbaar stelt, en de werkgever die redelijk wil zijn.
De auto blijft de melkkoe van de overheid
De politiek kijkt al jaren de andere kant op. De kilometervergoeding is sinds 2006 nauwelijks aangepast, ondanks hoge inflatie, stijgende kosten, veranderde mobiliteitsvormen en opgelegde klimaatdoelen. Mobiliteit wordt structureel ondergewaardeerd — financieel én beleidsmatig.
De huidige regeling straft iedereen die mobiel móet zijn om te kunnen werken. Een eerlijke regeling zou minimaal €0,45/km belastingvrij moeten vergoeden, en tegelijkertijd de mogelijkheid moeten bieden om werkelijke kosten af te trekken of vergoeden. Inclusief laadkosten, wachttijd, extra verzekering, hogere afschrijving en infrastructuurproblemen.
De €0,23/km-norm is niet realistisch, niet eerlijk en zeker niet toekomstbestendig. Het is tijd om dat overjarige systeem op de schop te nemen — en mensen die afhankelijk zijn van hun auto, eindelijk serieus te nemen.
Gelukkig zitten we vlak voor de verkiezingen dus politieke partijen kunnen het nog meenemen in de verkiezingsprogramma’s.
Uw pensioen voor een deal met Trump
Terwijl Brussel en Washington koortsachtig onderhandelen over een tariefdeal, voltrekt zich in de schaduw van het formele proces een veel fundamentelere verschuiving. De Europese Unie creëert budgettaire ruimte voor geopolitieke concessies — niet via begrotingen of belastingen, maar via de kapitaalbuffers van haar burgers: de pensioenfondsen. Waar zo’n pensioenstelsel herziening al niet goed voor is. Het ABP was een goede leerschool.
De dreiging van importheffingen door Donald Trump — tot wel 50% op Europese auto’s, staal en landbouw — zet de EU onder grote druk. In plaats van een klassiek vrijhandelsverdrag tekent zich een ruwe ruil af: tarieven van tafel in ruil voor markttoegang, productieverschuivingen en politieke concessies. Officieel wordt gesproken over een “zero-for-zero”-benadering op industriële goederen, maar de inzet reikt veel verder: geopolitieke positionering, strategische afhankelijkheden en militaire samenwerking liggen onder de oppervlakte.
Om deze druk het hoofd te bieden zonder interne begrotingsconflicten op te laten laaien, stuurt de Europese Commissie aan op liquiditeitsvrijval binnen het institutionele kapitaalstelsel. Grote pensioenfondsen en verzekeraars worden alvast — onder zachte druk van toezichthouders en centrale banken — aangemoedigd om hun portefeuilles te verschuiven van langlopende AAA-staatsobligaties naar meer directe, strategische allocaties.
Deze reallocatie is geen toeval, maar onderdeel van een bredere poging om:
- Kapitaal vrij te maken voor EU-instrumenten zoals het European Investment Bank-programma, het SURE-mechanisme of nieuwe “Defence & Resilience Bonds”;
- Strategische projecten — van defensie tot chipproductie en grensoverschrijdende infrastructuur — te financieren zonder formeel schulden te mutualiseren;
- Financiële ruimte te creëren voor mogelijke compensaties binnen een Amerikaans-Europese ruildeal, zonder directe begrotingsingrepen in nationale hoofdsteden.
Er is sprake van een structurele ‘nudging’ in de richting van alternatieve investeringen. Centrale banken noemen het “risicoherweging”, toezichthouders “duurzaam strategisch allocatiebeleid”. Maar de uitkomst is helder: pensioenvermogen wordt steeds vaker ingezet als sluipweg om geopolitiek manoeuvreerruimte te creëren.
Wat nu plaatsvindt is beleidsinnovatie op z’n Europees: de burger merkt er voorlopig weinig van. Maar fundamenteel gebeurt hier iets belangrijks. De EU vermijdt formeel schulden of belastingen, maar gebruikt de collectieve pensioenspaarpotten als hefboom voor geopolitieke transacties. Defensiekosten, ruilcompensaties en productiesteun worden vooraf afgedekt via institutionele kapitaalverschuivingen.
De vraag is niet óf er een deal met Trump komt, maar wie hem straks heeft betaald.
Bayer, Monsanto kiezen Chapter 11 als geitenpaadje
Chapter 11 is een regeling in het Amerikaanse faillissementsrecht die bedoeld is om bedrijven de kans te bieden om door te starten, terwijl ze tijdelijk beschermd worden tegen schuldeisers. Het idee is dat bedrijven met levensvatbare kernactiviteiten zich kunnen herstructureren en zo de grootste klappen vermijden. De regeling is echter niet bedoeld als ontsnappingsclausule om van rechtszaken of claims af te komen.
Monsanto – sinds 2018 onderdeel van Bayer – is de producent van Roundup. Sinds de overname heeft Bayer meer dan $11 miljard aan schadeclaims moeten uitkeren aan mensen die stellen ziek te zijn geworden door het middel. Er lopen nog circa 54.000-67.000 te behandelen zaken.
Roundup is een glyfosaat-gebaseerd onkruidbestrijdingsmiddel dat al jaren onder vuur ligt vanwege claims dat het kankerverwekkend zou zijn.
Door alleen Monsanto in Chapter 11 te plaatsen, wil Bayer de schadeclaims onderbrengen in een aparte entiteit. De wettelijke en financiële risico’s zouden dan niet langer drukken op het moederbedrijf. Daarmee ontstaat een beschermingsconstructie: slachtoffers van Roundup moeten dan procederen tegen een entiteit die mogelijk niet (volledig) kan uitbetalen.
Vanuit vennootschapsrechtelijk perspectief is er (nog) geen wetsovertreding. Monsanto is formeel een aparte rechtspersoon. Zolang Bayer niet aantoonbaar misbruik maakt van deze structuur – bijvoorbeeld via onderkapitalisatie of fraude – zal een Amerikaanse rechter er niet snel voor gaan liggen. (Piercing the corporate veil waarbij een rechter de scheiding tussen moeder- en dochterbedrijf negeert, is in het Amerikaanse recht zeldzaam en vereist bewijs van fraude of misbruik.”
Bayer zal de procedure wellicht beschouwen als noodzakelijk voor de continuïteit van het bedrijf en het tevreden stellen van investeerders en aandeelhouders, maar feitelijk is het gewoon een manier om verantwoordelijkheid te ontlopen.
En dat roept weerstand op. Want Bayer is aantoonbaar in staat om miljarden op te halen via de kapitaalmarkt, keert dividend uit, en investeert actief in innovaties zoals genetisch aangepaste mais. Maar als het op juridische aansprakelijkheid aankomt, geeft het bedrijf niet thuis.
Als deze strategie slaagt, zet dat een zorgelijk precedent. Multinationals zouden wereldwijd dochterbedrijven kunnen inzetten als wettelijk toegestane schokbrekers voor risicovolle activiteiten – van chemie tot farma en tech. De schade komt dan structureel terecht bij slachtoffers of de samenleving, niet bij aandeelhouders.
Voor Bayer is dit een strategische optie. Niet voor niets zijn herstructureringsfirma’s zoals AlixPartners en advocaten van Latham & Watkins ingeschakeld. Een daadwerkelijke Chapter 11-aanvraag wordt verwacht binnen 12 tot 18 maanden, mocht een brede schikking met Roundup-gedupeerden uitblijven.
Voor slachtoffers is het opnieuw een tik. Voor juristen een leerstuk in de rekbaarheid van concernrecht. En voor beleidsmakers een aanleiding om te heroverwegen hoe internationale vennootschapsstructuren zich verhouden tot rechtvaardigheid bij massaschade.
Want soms is het legale pad niet het morele pad. En soms biedt het faillissementsrecht geen oplossing, maar is het gewoon een juridisch geitenpaadje.
Van kwaad tot 200 keer giftiger
Nu Bayer, gedwongen door de vele claims en rechtszaken, Roundup gaat vervangen, is de situatie er helaas niet bepaald beter op geworden. In plaats van een fundamentele verschuiving zien we een zorgwekkende trend. Er wordt teruggegrepen op alternatieven die nog schadelijker kunnen zijn dan glyfosaat. Bayer gebruikt diquat in vervangende nieuwe Roundup-formules, zoals Roundup QuikPRO, om sneller zichtbare effecten te bereiken. Diquat zorgt voor snelle uitdroging van plantenweefsel, maar is in de EU en China verboden vanwege bewezen risico’s voor lever, nieren en longen.
Glyfosaat, de actieve stof in Roundup, staat al jaren onder een vergrootglas. Recent onderzoek toont aan dat zelfs lage concentraties neurologische schade kunnen veroorzaken bij dieren, met mogelijke invloed op hun beweging, slaap en stemming. Ondanks de groeiende bezorgdheid over de gevolgen van langdurige blootstelling, werd glyfosaat in de EU opnieuw goedgekeurd voor een periode van 10 jaar, zij het met strengere beperkingen. De echte uitdaging is echter niet de goedkeuring van één middel, maar de bereidheid om daadwerkelijk te stoppen met het gebruik van extreem giftige bestrijdingsmiddelen.
Helaas is het voornemen om Glyfosaat te vervangen met nog schadelijker pesticiden, zoals Mancozeb, een middel dat al langer in verband wordt gebracht met ernstige gezondheidsrisico’s. Onderzoek toont aan dat boeren die met Mancozeb werken tot wel 60% meer kans hebben op het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson. Dit is extra verontrustend omdat Mancozeb in de EU sinds 2021 grotendeels verboden is. Toch wordt het in andere landen, zoals de VS, nog steeds gebruikt. Dit vergroot de wereldwijde risico’s, aangezien producten die met Mancozeb zijn behandeld, wereldwijd worden verhandeld en in onze voedingswaren terecht kunnen komen.
En de andere gebruikte stof Diquat is maar liefst 200 keer giftiger dan glyfosaat bij langdurige blootstelling. Diquat kan de darmbarrière beschadigen, chronische ontstekingen veroorzaken en leiden tot ernstige orgaanschade. Het ironische is dat glyfosaat in de jaren ’70 juist werd gepromoot als een “veiliger” alternatief voor Diquat, dat toen als extreem schadelijk werd beschouwd. Hoewel Diquat sinds 2018 in de EU is verboden, blijft het in de VS toegestaan en worden “behandelde” producten probleemloos verwerkt in onze voedingsketen.
De terugkeer of aanhoudende aanwezigheid van nog schadelijkere pesticiden is dan ook een duidelijke stap achteruit. De laconieke en trage reactie van landen zoals de VS en, in bredere zin, Nederland, is eveneens zorgwekkend. De lobby van de landbouwindustrie lijkt leidend, waarbij economische belangen vaak voorgaan op volksgezondheid en milieubescherming.
Deze verschuiving naar, of het vasthouden aan, nog schadelijkere pesticiden onderstreept de dringende noodzaak voor een fundamentele herziening van het pesticidenbeleid. In plaats van het ene giftige middel te vervangen door het andere – de zogenaamde “pesticide carrousel” – moet er een duidelijke koers worden uitgezet richting een drastische vermindering van chemische pesticiden. De focus zou juist moeten liggen op het stimuleren van duurzame, biologische alternatieven. Technieken zoals precisielandbouw en biologische gewasbescherming bieden concrete mogelijkheden om de afhankelijkheid van gevaarlijke chemicaliën te verminderen.
Titanengevecht om de wereldorde: Trump en Musk vs Gates en Buffett
De recente donatie van Warren Buffett van liefst 6 miljard dollar aan de Bill & Melinda Gates Foundation markeert meer dan filantropie. Het bevestigt zijn jarenlange steun aan mondiale gezondheidszorg en armoedebestrijding. De gift is een voortzetting van zijn decennialange toezegging om zijn vermogen via de Gates Foundation te verdelen.
Aan de ene kant staan Donald Trump en Elon Musk, die zich afzetten tegen wat zij zien als een globalistische elite met te veel invloed op nationale soevereiniteit en individuele vrijheid. Aan de andere kant Bill Gates en Warren Buffett, voorvechters van mondiale samenwerking via NGO’s, technocratische structuren en supranationale organisaties. Beide kampen vertegenwoordigen invloedrijke, posities in een breder krachtenveld waarin ook staten, multilaterale instellingen en maatschappelijke bewegingen meespelen.
Het krijgt steeds meer het karakter van een systeemstrijd. De inzet: wie bepaalt de richting van technologische ontwikkeling, volksgezondheid, internationale hulp en informatiecontrole?
Een zichtbaar strijdperk is USAID, de Amerikaanse ontwikkelingsorganisatie. Trump en Musk beschuldigen de instelling van verspilling, ideologische inmenging en zelfs indirecte betrokkenheid bij riskant virologisch onderzoek. Zo verwees Musk naar financiering van EcoHealth Alliance, een controversieel onderzoeksproject rond coronavirussen. Veel van de subsidies zouden aan de strijkstok bij tussenpersonen zijn blijven hangen.
Intussen benadrukken Gates en Buffett juist het belang van USAID als pijler van wereldwijde gezondheidszorg en noodhulp. Hun steun aan initiatieven als GAVI (vaccinatie-alliantie), de Global Fund en PEPFAR heeft bijgedragen aan de vaccinatie van honderden miljoenen mensen.
De menselijke impact van de recente inperkingen van USAID is al zichtbaar. In Syrië zijn naar schatting 9.000 patiënten hun toegang tot zorg verloren, waaronder levensreddende behandeling van chronische ziekten. In Zuid-Afrika dreigt voor meer dan 500.000 kinderen de hiv-behandeling te worden stopgezet en voedselprogramma’s in Ethiopië zijn bevroren, met directe gevolgen voor honderdduizenden kwetsbare gezinnen.
Deze confrontatie is geen klassiek machtsconflict tussen staten, maar een botsing tussen twee netwerken met verschillende visies op governance, legitimiteit en toekomstbestendigheid.
Opvallend is dat de Europese Unie, in reactie op de Amerikaanse terugtrekking, steeds vaker probeert de gaten op te vullen. Zo verhoogde de EU in 2025 haar bijdragen aan GAVI en het Wereldvoedselprogramma met honderden miljoenen euro’s. Tegelijkertijd zoekt Brussel nauwere samenwerking met Afrikaanse en Zuidoost-Aziatische partners om de afhankelijkheid van Amerikaanse hulpstructuren te verminderen.
De steun van de EU aan deze multilaterale programma’s, en haar nauwe afstemming op het narratief van het World Economic Forum (WEF), is Trump en zijn aanhang een doorn in het oog. In zijn optiek vertegenwoordigen zij de kern van de “globalistische elite” die nationale soevereiniteit ondermijnt en technocratische besluitvorming boven democratische controle plaatst. Die ergernis wordt versterkt door het feit dat veel WEF-doelstellingen, zoals ESG-rapportage, klimaatregulering, digitalisering van overheidsdiensten en mondiale gezondheidsprogramma’s, politiek aan terrein winnen.
Voor Trump is het WEF geen denktank, maar een rivaliserend wereldmodel – eentje dat, mede dankzij Europese steun, steeds meer voet aan de grond krijgt.
De vraag is niet óf er keuzes gemaakt worden, maar wie ze mag maken – en in wiens belang. Tussen mondiale solidariteit en nationale autonomie, technocratische orde en digitale disruptie, blijft de inzet hoog.
In plaats van een volwassen debat over legitimiteit, verantwoordelijkheid en effectiviteit is er nu sprake van een ordinaire machtsstrijd.
Beren op de weg naar de dollar als wereldmunt
Kredietbeoordelaar Moody’s heeft 16 mei 2025 de kredietrating van de Verenigde Staten verlaagd. Het land is de hoogste beoordeling kwijtgeraakt vanwege de verwachte hogere staatsschuld en omdat het meer rente moet betalen. De Amerikaanse dollar is gedaald tot het laagste niveau in drie jaar. Op de valutamarkt noteerde de euro 1,1530 dollar en staat onder druk. Vooral door een opstapeling van mondiale risico’s die het vertrouwen in de munt langzaam ondermijnen.
Een combinatie van hoge inflate en werkloosheid, een afnemende groei en handelsbeperkingen. China’s beslissing om Boeing-vliegtuigen en Amerikaanse onderdelen te weren is symptomatisch voor een bredere beweging: de geleidelijke ontkoppeling van het Westen door opkomende machten. Oekraine overweegt om de lokale hryvnia te koppelen aan de euro in plaats van aan de dollar en de BRICS landen zouden zomaar voor 2,5 biljoen aan Amerikaanse dollars kunnen dumpen nu deze sinds februari met 8% is gedaald. Verder wordt de dollarwaarde beïnvloed door spanningen in de onderhandelingen tussen Iran, de VS en Israël over het Iraanse kernprogramma. Investeerders keren zich steeds meer af van een ‘onherkenbaar en onbetrouwbaar’ VS. ‘
Aziatische exporteurs en investeerders constateren dat hun eigen lokale valuta beter presteren dan de dollar. In Taiwan, Maleisië en Vietnam hebben de economieën overschotten die een buffer vormen tegen de schommelingen van de dollar. Tegelijk slepen de Verenigde Staten zichzelf richting een mogelijke recessie, deels als gevolg van impulsieve handelsoorlogen en protectionistische retoriek.
Europa beweegt eveneens weg van afhankelijkheid. De versnelling van de eigen wapenproductie versterkt de strategische autonomie, maar verzwakt ook de trans-Atlantische economische verwevenheid die de dollar sinds Bretton Woods heeft gesteund.
Zowel Rusland als de VS hebben bovendien hun zinnen gezet op de Oekraïense grondstoffen. Terwijl Washington inzet op economische sancties en militaire steun, breidt Moskou zijn wapenarsenaal in hoog tempo uit. De inzet is meer dan territorium: het gaat om energie, landbouw en zeldzame metalen – precies die grondstoffen die ook cruciaal zijn voor monetaire macht.
Uit een recent rapport van Bank of America blijkt dat in ASEAN de beweging om minder afhankelijk te zijn van de Amerikaanse dollar groeit. Dit komt vooral doordat steeds meer mensen en bedrijven hun spaargeld omzetten van dollars naar lokale valuta. Daarnaast nemen grote investeerders steeds vaker maatregelen om buitenlandse investeringen tegen koersrisico’s te beschermen.
Tegenover dit sluipende verlies van vertrouwen staat de toenemende samenhang binnen BRICS. De toetreding van Indonesië, een economische zwaargewicht én G20-lid, versterkt de legitimiteit van het blok. BRICS vertegenwoordigt inmiddels 46% van de wereldbevolking en werkt hard aan alternatieven: handel in lokale valuta, goudgedekte structuren zoals China’s Wangu-project, en een eigen munt op middellange termijn.
De-dollarisatie is geen dreiging meer, maar een proces in volle gang. Rusland duwt, China bouwt en landen als Indonesië en Iran sluiten aan. De dollar blijft voorlopig dominant (58% van de mondiale reserves), maar die dominantie is niet onaantastbaar.
Volgens recente schattingen zou de dollar tussen 2025 en 2026 met 15–20% in waarde kunnen dalen, en mogelijk 25–30% tegen 2030. Sneller dan eerdere prognoses, mede door geopolitieke fricties en de afkalving van vertrouwen in het Amerikaanse fiscale beleid.
Daarbovenop tekenen zich aanvullende risico’s af zoals dat de digitale yuan terrein wint in Azië en Afrika, dat OPEC+ flirt met alternatieve betaalstructuren voor olie, en het herhaald politiek getouwtrek rond het Amerikaanse schuldenplafond schaadt de reputatie van de dollar als veilige haven;
De commerciële centra in Afrika laten de Amerikaanse dollar al steeds vaker links liggen, handelaren geven de voorkeur aan de Chinese yuan om zaken te doen. In toenemende mate zetten lokale handelaren informele yuan-betalingsnetwerken op om zaken te doen met China. Digitale valuta liften mogelijk mee op de trend van de-dollarisering. Op één van ’s werelds grootste opkomende markten verliest de dollar flink terrein aan de Chinese yuan. Zo is het in Oost-Afrikaanse Kenia volstrekt normaal dat logistieke bedrijven shilling-yuan-omrekeningsdiensten aanbieden, waardoor handelaren in lokale valuta betalen, terwijl deze bedrijven yuan-betalingen aan Chinese verkopers afhandelen. Deze bedrijven faciliteren ook de continue goederenstroom vanuit de grote inkoopcentra zoals Guangzhou of Yiwu, waar veel Afrikaanse handelaren producten inkopen voor de verkoop.
Door geopolitieke spanningen, monetaire veranderingen en wisselkoersrisico’s kiezen steeds meer landen voor handel in lokale valuta. De Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (ASEAN) presenteerde onlangs het ASEAN Economic Community Strategic Plan 2026 – 2030 om het gebruik van eigen valuta in de regio te stimuleren. Het strategische plan moet de economische integratie van de tien Zuidoost-Aziatische landen verder versterken. Het plan werd gepresenteerd tijdens een topontmoeting in Maleisië in mei 2025 en is bedoeld om ASEAN tegen 2045 tot de vierde grootste economie ter wereld te maken.
Iran heeft al stappen gezet om handel in niet-dollarvaluta te voeren, bijvoorbeeld met China en Rusland, en heeft interesse getoond in BRICS-lidmaatschap. De aanval op Iran door Israël en de VS, kan ook worden gezien als een poging om Iran’s regionale invloed en economische autonomie te beperken. Hoewel het behouden van de dollar-dominantie geen expliciet doel lijkt, kan het een indirect effect zijn door Iran’s vermogen om alternatieve handelsstructuren te ontwikkelen te ondermijnen.
De-dollarisatie is geen nieuw fenomeen, ‘maar landen realiseren zich nu dat de dollar als wapen wordt gebruikt, bijvoorbeeld in sancties’, vertelde Mitul Kotecha, hoofd FX en EM macrostrategie bij Barclays in Azië.
Hoewel de verschuiving duidelijker is in Azië, neemt wereldwijd de afhankelijkheid van de dollar ook af. Het aandeel van de dollar in de wereldwijde valutareserves daalde van meer dan 70 procent in 2000 naar 57,8 procent in 2024. Dit jaar kende de dollar vooral in april een sell-off, een situatie waarin grote volumes van activa snel worden verkocht, waardoor de prijzen dalen. Dit werd veroorzaakt door de onzekerheid over het Amerikaanse beleid. Sinds het begin van het jaar is de dollarindex met meer dan 8 procent verzwakt.
De koersval van de dollar volgde nadat president Donald Trump opnieuw Jerome Powell, voorzitter van de Amerikaanse centrale bank Federal Reserve, onder vuur had genomen. De financiële markten vrezen dat Trump invloed op het rentebeleid gaat uitoefenen, wat grote implicaties kan hebben op het vertrouwen in de Amerikaanse munt.
Inmiddels is een euro 1,17 dollar waard, terwijl aan het begin van dit jaar bijna pariteit in zicht was. Maar door de handelsoorlog van Trump is het vertrouwen van de financiële markten in de Amerikaanse munt langzaamaan weggeëbd. Investeerders vrezen dat door de importheffingen van Trump er minder producten geïmporteerd worden vanuit de VS, waardoor ook de dollar in onbruik raakt.
De wisselkoersen die deze logistieke spelers bieden, zijn veel gunstiger dan de traditionele bank-naar-bank-overboekingen van exporteurs, die veelal in Amerikaanse dollars plaatsvinden. De Amerikaanse munt kampt dus niet met één vijand, maar met een hele stoet van beren op de weg. Zolang Washington blijft gokken op economische confrontatie boven multilaterale stabiliteit, groeit het risico dat de wereld stilaan haar anker loslaat.
Na decennia van Westerse dominantie is er bij veel landen uit het Mondiale Zuiden een groeiende onvrede over de bestaande wereldorde. Ze voelen zich ondervertegenwoordigd in mondiale besluitvorming en zien de dollar als een instrument van Westerse macht (denk aan sancties). De zoekresultaten tonen dat veel landen zich afkeren van Westerse economische structuren, mede door hogere importtarieven van de VS, wat BRICS een unieke kans biedt.
De BRICS-landen experimenteren actief met digitale valuta’s, met name Central Bank Digital Currencies (CBDC’s), en een door goud gedekte digitale munt als alternatief voor de Amerikaanse dollar in internationale handel.
Het doel is om de afhankelijkheid van de Amerikaanse dollar te verminderen. Digitale valuta’s bieden snellere, goedkopere en transparantere grensoverschrijdende transacties, en kunnen gebruikt worden om door het Westen gecontroleerde financiële kanalen te omzeilen.
Rusland en China leiden de ontwikkeling van systemen zoals “BRICS Pay,” een gedecentraliseerd betalingsplatform voor grensoverschrijdende transacties in nationale digitale valuta’s. Dit is niet zomaar een experiment; het is een strategische zet om financiële onafhankelijkheid te creëren en de wereldhandelsdynamiek te verschuiven.
Toch is de opmars van BRICS en de de-dollarisatiebeweging nog geen rechte lijn omhoog. Interne spanningen binnen het blok, zoals de rivaliteit tussen India en China, of uiteenlopende visies op monetair beleid, bemoeilijken snelle integratie en implementatie. Bovendien zijn veel digitale valuta-initiatieven zoals BRICS Pay of de digitale yuan nog in pilot- of bilaterale testfase. De afhankelijkheid van de dollar is dus morgen nog niet verdwenen, maar het fundament brokkelt wel langzaam af. En het feit dat alternatieven niet perfect zijn, betekent niet dat ze geen momentum winnen — vooral in een wereld die snakt naar meer autonomie, stabiliteit en multipolariteit.
Het fiasco dat ‘zero-emissiezone’ heet
Amsterdam heeft sinds 1 januari 2025 een strenge zero-emissiezone ingevoerd binnen de S100 (de ‘ring binnenstad’), waar alleen uitstootvrije bestel- en vrachtwagens welkom zijn. Utrecht lijkt dit voorbeeld te willen volgen en plant vanaf 2026 vergelijkbare regels, inclusief stadshubs voor het bundelen van goederenvervoer en het verminderen van vervuilend verkeer. De praktijk in Amsterdam laat echter zien dat deze maatregelen forse negatieve neveneffecten hebben, vooral voor kleine ondernemers zoals klusbedrijven, aannemers en vakmensen. Wat gaat er mis, en wat betekent dit voor de stad?
Klusbedrijven mijden de binnenstad
De zero-emissiezone dwingt ondernemers om over te stappen op elektrische voertuigen. Veel klusbedrijven, vaak afhankelijk van dieselbusjes, kunnen deze investering echter niet aan. Volgens brancheorganisaties mijdt 42% van de klusjesmannen in Nederland de Amsterdamse binnenstad, omdat hun voertuigen niet voldoen aan de nieuwe regels. Het directe gevolg is dat klussen blijven liggen en bewoners kampen met een tekort aan vakmensen. De bedrijven die wél werken, rekenen bovendien torenhoge tarieven om de extra kosten en logistieke rompslomp te dekken.
Amsterdam introduceerde ‘klushubs’, zoals bij de Piet Heingarage, waar ondernemers goederen kunnen overladen op elektrische scooters of bakfietsen. Dit klinkt efficiënt, maar in de praktijk is het vaak onwerkbaar:
Tijdverlies: Overladen kost veel tijd, wat de productiviteit van vakmensen direct beïnvloedt.
Onpraktisch: Lang niet alle klusmaterialen, zoals zware gereedschappen of omvangrijke bouwmaterialen, passen op een bakfiets.
Veel ondernemers ervaren de hubs dan ook als een extra hindernis in plaats van een oplossing, waardoor ze de binnenstad liever helemaal mijden.
Doordat veel bedrijven de binnenstad links laten liggen, ontstaat een acuut tekort aan beschikbare vakmensen. Dit drijft de prijzen gigantisch op. Reddit-gebruikers klagen steen en been: “Waarom zouden klusbedrijven hier nog komen? Ze verdienen genoeg buiten de stad zonder deze onzin.” Een ander schrijft: “Mijn aannemer weigert offertes voor postcodegebieden binnen de S100.” De schaarse bedrijven die nog wel werken, rekenen de extra kosten – zoals tijdverlies en investeringen in elektrische voertuigen – volledig door aan klanten, waardoor uurtarieven soms verdubbelen.Een elektrische bestelwagen kost al gauw tienduizenden euro’s meer dan een vergelijkbaar dieselbusje.
De beschikbare subsidies (maximaal €3.000) zijn daarbij een druppel op een gloeiende plaat. Voor kleine mkb’ers, die vaak met krappe marges werken, is deze overstap financieel simpelweg onhaalbaar. Dit versterkt de kloof: grote bedrijven met veel kapitaal kunnen zich aanpassen, maar kleine ondernemers vallen buiten de boot.Utrecht lijkt weinig te leren van de Amsterdamse strubbelingen, wat grote vragen oproept over de haalbaarheid van hun plannen. De invoering van de zero-emissiezone in Utrecht, geïnspireerd door Amsterdam, wordt gesteund door GroenLinks en past bij hun focus op een groenere stad.
De zero-emissiezone in Amsterdam is een ambitieuze poging om de luchtkwaliteit te verbeteren, maar de uitvoering knelt ernstig. Klusbedrijven mijden de binnenstad, tarieven schieten omhoog en stadshubs blijken vaak onpraktisch. Kleine ondernemers worden onevenredig hard geraakt door hoge investeringskosten en ontoereikende subsidies. Het resultaat? Een stad waar klussen steeds duurder en schaarser worden, terwijl bewoners en ondernemers gefrustreerd raken. Utrecht staat voor een soortgelijke uitdaging.
Willen steden hun klimaatdoelen halen zonder de lokale economie te verstikken, dan is een realistischere aanpak nodig: betere subsidies, praktische logistieke oplossingen en meer oog voor de realiteit van kleine ondernemers. Anders dreigt de binnenstad een privilege te worden voor wie het kan betalen.
Vanaf volgend jaar mag jouw timmerman, loodgieter, of leverancier met zijn bestelauto dus ook in Utrecht de stad niet meer in. Te vervuilend, te oud, niet meer van deze tijd. Het klinkt als een logische stap richting schonere lucht — totdat je omhoog kijkt. Daar vliegen honderden jumbojets over dezelfde stad, op weg naar een verre bestemming, met een verbruik van 12.500 liter kerosine per uur. Maar dat is blijkbaar geen probleem. Dag in, dag uit.
We leven in een tijd waarin hardwerkende burgers worden aangesproken op hun ecologische voetafdruk , maar het begint wrang te worden als de maatregelen zich vooral richten op de meest zichtbare en makkelijk te reguleren groep: de automobilist. En dat terwijl luchtvaart niet alleen massaal CO₂ uitstoot, maar ook kerosine verbrandt zonder enige belasting te hoeven betalen. Letterlijk én figuurlijk gaat die vervuiling ons boven het hoofd. En ik schrijf nu boven ons hoofd, maar de Bijlmerramp en 12 juni in India was het niet boven ons hoofd maar ertegen.
Een auto rijdt gemiddeld 1 op 12 en een bestelbusje zelfs 1 op 16 of 20. De emissiezones en het verbod op “vervuilende” auto’s wordt gebracht als een daad van milieubewustzijn, maar is in werkelijkheid een druppel op een gloeiende plaat. Zeker zolang de luchtvaartsector buiten schot blijft. Waarom streng zijn op de arbeiders die naar zijn klus moet, maar mild voor de vliegmaatschappijen die toeristen die voor € 39 naar Barcelona vliegt?
Als we écht iets willen doen aan het klimaat, dan moet het eerlijk en evenwichtig. Tot die tijd blijft het weigeren van oudere auto’s in steden vooral een maatregel die vooral het ego streelt van Groen Linkse bestuurders, maar die de klimaatcrisis niet wezenlijk verandert. De echte vervuiling vliegt gewoon over — zonder milieuzone, zonder grenzen, zonder schaamte.
NOS journaal verzwijgt de escalerende, zeer gewelddadige rellen in Los Angeles
Terwijl Los Angeles opnieuw geteisterd wordt door hevige rellen, plunderingen en gewelddadige confrontaties met de politie, blijft het opmerkelijk stil in de Nederlandse media. Zelfs de NOS – de publieke omroep die pretendeert objectief en wereldwijd georiënteerd te zijn – lijkt deze uitbarstingen van geweld nauwelijks serieus te nemen. De berichtgeving is minimaal, oppervlakkig en vaak verpakt in eufemismen als “onrust” of “demonstraties”. Maar de realiteit is anders.
De afgelopen dagen gingen meerdere wijken in Los Angeles in vlammen op. Winkels werden leeggeplunderd, veel auto’s waaronder vijf Waymo taxi’s en een groot aantal politieauto’s werden bekogeld en in brand gestoken. Veel politieagenten raakten gewond bij gewelddadige confrontaties. Er was een chaotische plundering van een Jordan-sneakerwinkel en ook overvielen plunderaars een tankstation. Relschoppers gooiden stenen en molotovcocktails. De politie heeft met traangas en rubberen kogels gereageerd tijdens urenlange confrontaties. Tot dusver zijn er 400 arrestaties verricht.
Toch is hierover in Nederland nauwelijks iets te horen of lezen. De NOS wijdt hooguit een kort item van dertig seconden aan “de spanningen” in LA. Beelden van rustige demonstraties, geen feitelijke weergeving, geen duiding. Alsof het allemaal niets voorstelt. Waarom? Ook werden illegale immigranten “immigranten” genoemd en pas na commentaar “ongedocumenteerden”.
Beelden van chaos, mislukte overheidsaanpak en toenemend geweld binnen progressieve steden als Los Angeles zouden als voorbeeld kunnen dienen voor opstanden hier. En daarom wordt het liever verzwegen of afgezwakt. De reactie van het anti-Trump bestuur van LA doet er nog een schepje bovenop. Burgemeester Karen Bass noemde de situatie “zorgelijk, maar onder controle”, en zou niet begrijpen waarom Trum Nationale troepen heeft gestuurd, terwijl brandweerlieden uit de stad zelf melden dat ze bepaalde buurten niet meer veilig kunnen betreden zonder zware politiebegeleiding. Ondernemers blijven berooid achter, terwijl de politie capaciteit tekortkomt en het geweld niet aan kan. Karen Bass lijkt meer bezorgd over politieke beeldvorming en haar eigen onmacht dan over de veiligheid van haar inwoners. En de media – inclusief onze eigen NOS – gaat daarin mee.
Wanneer media structureel selectief zijn in wat ze brengen, raakt dat direct het vertrouwen in de journalistiek. Als geweld in Amerikaanse steden bewust wordt afgezwakt, terwijl elke rel in Moskou of Tel Aviv met liveblogs wordt verslagen, roept dat vragen op over de achterliggende redenen.
Het is niet radicaal om simpelweg te willen weten wat er werkelijk gebeurt. Het is niet ‘rechts’ of ‘alarmistisch’ om geweld ook als geweld te benoemen, ongeacht waar het plaatsvindt of wie er verantwoordelijk voor is. Het is journalistiek. En het wordt tijd dat ook de NOS zich daaraan houdt. Al geruime tijd wordt er op de sociale platforms geklaagd over de gestuurde en eenzijdige berichtgeving van de NOS.
Trump gebruikte vanwege de ernst van de situatie een zelden ingeroepen bevoegdheid (Title 10, sectie 12406) om zonder toestemming van gouverneur Newsom ruim vierduizend National Guard-soldaten en 700 mariniers naar Los Angeles te sturen. Hiermee werd in ruim 60 jaar de eerste nationale interventie op staatsniveau uitgevoerd sinds 1965.
De LAPD en California Highway Patrol gebruiken traangas, rubberen kogels en flitsbangers om demonstranten en plunderaars onder controle te krijgen. Op platform X staan beelden waarin rellende demonstranten een groot aantal politieauto’s bekogelen en in brand steken. De protesten verspreiden zich naar steden als Dallas, New York, Chicago en San Francisco. Gouverneur Gavin Newsom voelt zich gepasseerd en begint een rechtszaak tegen de federale overheid in Washington om het bevel van president Donald Trump om de Nationale Garde in te zetten. Er worden meer protesten tegen Trumps immigratiebeleid verwacht in ruim twaalf steden in het land. Een daarvan is in de Californische hoofdstad Sacramento, waar de Service Employees International Union of California aankondigde te demonstreren na de arrestatie van een prominente vakbondsleider. Ook andere steden als Oakland, Portland en Seattle meldden inmiddels ernstige incidenten.
Private equity in de muziek- en oorlogsindustrie
Investeerders BlackRock, JPMorgan, Vanguard en Statestreet bezitten een meerderheid in vrijwel de gehele muziekindustrie en zij beheren zo vrijwel alle grote muziekfestivals. Via hun investeringsmaatschappij KKR kochten ze in oktober 2021 de KMR Music Royalty Fund II van Kobalt Music voor $ 1,1 miljard, een portfolio van meer dan 62.000 copyrights. Deze werden later gebruikt om meer dan $732 miljoen aan obligaties uit te geven. Via KKR werd Superstruct Entertainment NL in juni 2024 overgenomen voor ongeveer $ 1,4 miljard. Superstruct organiseert meer dan 80 festivals in Europa en Australië, waaronder Zwarte Cross, Mysteryland en Awakenings in Nederland. Ook Lowlands en Down the Rabbit Hole, georganiseerd door Mojo Concerts zijn eigendom van deze investeerders.
Mojo Concerts is eigendom van de heren via Live Nation Entertainment. Mojo werd in 1999 overgenomen door SFX, dat later opging in Clear Channel Entertainment dat in 2006 werd verzelfstandigd tot “Live Nation. BlackRock heeft ook indirecte betrokkenheid door een samenwerking met Warner Music Group (Influence Media Partners) gericht op het verwerven van muziekrechten. Vanguard Group, BlackRock en Morgan Stanley bezitten ook een aanzienlijk deel van de vrij verhandelbare aandelen van Warner.
Het is niet alleen gezelligheid bij deze investeerders want het KKR van deze machtige mannen investeert ook in bedrijven zoals Axel Springer, dat advertenties plaatst voor onroerend goed in de bezette Westelijke Jordaanoever. KKR investeert ook in defensietechnologiebedrijven, wapens voor Israël en in 188 fossiele brandstofprojecten in 21 landen, waaronder de Coastal GasLink-pijpleiding in Canada.
Veertien artiesten en meer dan 300 muzikanten boycotten nu festivals, waaronder Hang Youth, Brian Eno en Massive Attack, die festivals zoals Sónar en Field Day boycotten. De artiesten hebben een optreden op Milkshake afgezegd uit onvrede over de omstreden nieuwe eigenaar KKR. De artiesten stellen onder de naam Ravers for Palestine dat ze niet meer willen optreden “uit solidariteit met de Palestijnen” en niet willen bijdragen aan eventuele winsten van KKR. Eerder zegden ook al enkele artiesten hun komst naar Zwarte Cross af vanwege de overname door KKR. Ook Goldband treedt volgende maand niet meer op tijdens Zwarte Cross. De Haagse band, een van de grote publiekstrekkers op het festival, heeft ‘na goed overleg’ besloten niet te komen vanwege de omstreden nieuwe Amerikaanse eigenaar. Leuke acties, maar helaas zinloos, als je bedenkt dat ze dan nergens meer op kunnen treden gezien het feit dat er geen grote festivals meer zijn die niet van deze investeerders zijn.
Ruzie op het (digitale)speelplein
Donald Trump beweerde de oorlog tussen Rusland en Oekraïne binnen 24 uur op te lossen. Het wordt steeds duidelijker waarom dat niet gelukt is. Trump is zelf een ruziemaker en heeft zijn, tot voor kort beste vriend, openbaar afgebrand.
Trump is voornemens met zijn nieuwe belastingplan flink wat cadeautjes uit te delen aan zijn andere vrienden en kiezers waardoor de toch al enorme schuldenlast van de VS verder zal oplopen. Een maatregel die een doorn in het oog van Elon Musk is, die juist probeerde het schuldenplafond van de VS met DOGE ( Department of Government Efficiency) terug te dringen.
In plaats van dat de twee in gesprek zijn gegaan vechten de kemphanen nu op het (digitale) schoolplein dat social media heet, hun strijd uit. 5 juni escaleerde de ruzie tussen de twee en even leek het nog of ze met elkaar zouden bellen om het uit te spreken, maar Trump wil even geen contact met Musk. “Ik denk niet eens aan Elon. Hij heeft een probleem. Die arme man heeft een probleem”, zei Trump in een gesprek met CNN.
Trump wil ook van zijn rode Tesla af. Hij kocht de auto enkele weken geleden hoogstwaarschijnlijk alleen als publiciteitsstunt. Musk uitte openlijk kritiek op het belastingplan van Trump. Volgens Musk maakt de wet de besparingen ongedaan die door hem bij DOGE werden doorgevoerd. Musk noemde het wetsvoorstel op zijn X platform “walgelijk”.
Trump antwoordde daarop dat hij “teleurgesteld” is in Musk en dat hij ondankbaar is. Daarop bestookten de twee elkaar met allerlei verwijten via hun eigen socialmediakanalen. Musk verweet Trump dat hij zonder zijn geld nooit de verkiezingen zou hebben gewonnen. Ook linkte Musk de Amerikaanse president aan dossiers rond de overleden zedendelinquent Jeffrey Epstein. Musk verwijderde de tweet die hij in volle razernij plaatste.
Musk schreef daarna ook dat Trump afgezet zou moeten worden. Trump op zijn beurt dreigde er op zijn platform Truth Social dan weer mee om overheidscontracten met Musks bedrijven op te zeggen en zijn Tesla te verkopen. Trump appte dat het stopzetten van contracten met Musks bedrijven, zoals SpaceX, “de makkelijke besparing zou zijn voor de VS”. Ook beweerde Trump dat Musk niet uit eigen wil als adviseur bij DOGE vertrok. “Ik vroeg hem te vertrekken”, schreef hij op zijn platform Truth Social. Tegelijkertijd waarschuwde Trump dat Musk het niet in zijn hoofd moest halen ooit de Democraten te steunen. „Als hij dat doet, zal hij boeten’’, zei Trump, zonder uit te leggen wat mogelijke consequenties zouden zijn.
De ruzie tussen Donald Trump en Elon Musk lijkt nog verre van voorbij. Het vermogen van Musk nam door de ruzie in één nacht met 34 miljard dollar af, Die twee gaan voorlopig niet bij elkaar op visite.
Wedkantoren als Polymarket speculeren al over de volgende stappen en gebruikers speculeren of de vete verder zal escaleren of dat de twee het snel weer bij zullen leggen. Polymarket voorspelt dat het waarschijnlijk is dat Trump en Musk elkaar voor het einde van het jaar zullen ontmoeten – met een kans van 57 procent – maar betwijfelen of een ontmoeting in de komende weken zal plaatsvinden. Handelaren schatten de kans dat de ontmoeting voor 30 juni plaatsvindt op 14 procent en voor 31 juli op 31 procent. De concurrerende website voor weddenschappen Kalshi schat daarentegen de kans dat Trump en Musk elkaar voor juli zullen bellen op 56 procent. Een inzetdatum voor het einde van de oorlog in Oekraïne? Daar waagt vooralsnog niemand zich aan. De volgende escalatie is ondertussen al weer een feit. Elon Musk dreigde tijdens een debat van de senaat over de Amerikaanse BBB op X: ”Als de waanzinnige begrotingswet wordt aangenomen, dan wordt de volgende dag de America Party opgericht. Ons land heeft een alternatief nodig voor de Democratisch-Republikeinse eenpartijstelsel zodat mensen daadwerkelijk een STEM krijgen.”
Trump haalde meteen daarna uit naar Musk via Truth Social: ”Elon krijgt misschien wel verreweg meer subsidie dan wie dan ook in de geschiedenis, en zonder subsidies zou Elon waarschijnlijk zijn zaak moeten sluiten en terug naar huis moeten keren naar Zuid-Afrika. Geen raketlanceringen, satellieten of de productie van elektrische auto’s meer, en ons land zou een FORTUIN besparen. Misschien moeten we DOGE hier eens goed naar laten kijken? ER IS VEEL GELD TE BESPAREN!!!”. Tesla aandelen gingen 1 juli door deze ruzie 7,3 procent omlaag op de aandelenbeurzen in New York. Trump zei als laatste, in antwoord op een vraag, dat hij zou kijken naar het deporteren van Elon . “Ik weet het niet. Dat zullen we moeten bekijken” Elon Musk doneerde daarop 15 miljoen dollar aan super-PAC’s die Donald Trump en de Republikeinen steunen, ondanks zijn publieke meningsverschillen met Trump. Dit maakt Musk de grootste donateur van deze commissies. De donaties werden gedaan op 27 juni, elk 5 miljoen dollar aan het Congressional Leadership Fund, MAGA Inc. en het Senate Leadership Fund. Dit staat in documenten van de Amerikaanse Federal Election Commission. Musk had eerder in mei juist aangekondigd zijn politieke donaties te zullen verminderen.
Wilders trekt de stekker eruit
De coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB is verleden tijd. Nadat hem eerst het ministerschap wed ontnomen en hij een groot deel van zijn verkiezingsprogramma in de ijskast moest zetten, kiest hij nu bewust voor een plotseling vertrek. De andere coalitiepartijen waren niet bereid om een handtekening zetten onder een gewijzigd hoofdlijnenakkoord om zo de asielcrisis te stoppen. Hij wilde samen met zijn asiel minister Faber in februari de spreidingswet al stoppen maar dat werd niet toegestaan. Dat er daarna onder zijn “bewind” elke 11 dagen een AZC bij kwam werd hem teveel. Nadat zijn coalitiegenoten in navolging van Duitsland niet ook zwaardere maatregelen wilden gaf hij het op. Wilders wilde net als Duitland en Polen met anti-immigranten acties de asielstroom indammen. Hij kon het niet verkroppen dat andere landen een strenger asielbeleid zouden hebben dan dat van hemzelf en eiste vergeefs van zijn coalitiegenoten dat zij hem hierin zouden volgen, ook al zijn sommige maatregelen onwettelijk.
Zijn boodschap is helder: hij wil door, de anderen niet — en dat zal ook zijn verkiezingscampagne gaan bepalen. Wilders zal zich profileren als de enige politicus die écht wil doorpakken op migratie en asielbeleid. Maar een groot deel van zijn achterban lijkt het vertrouwen inmiddels te verliezen, of is al afgehaakt. Die achterban zoekt nu in de ijskast naar restjes beloftes die Wilders direct na de verkiezingen al in stopte: verlaging van de AOW-leeftijd, meer bestaanszekerheid, afschaffing van het eigen risico in de zorg, btw-verlaging, vertrek uit de EU, geen sponsoring meer van Oekraïne, enzovoorts. Drie maanden soebatten voor een crisisnoodwet die er uiteindelijk, dankzij zijn coalitiegenoten ook niet is gekomen.
Het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne zou volgens Wilders in de papiervernietiger moeten verdwijnen — niet in de ijskast. Maar hij wist natuurlijk allang dat een Nexit of het stoppen van EU-steun aan Oekraïne juridisch en politiek onhaalbaar zou zijn binnen een coalitie. Zijn anti-EU-slogans passen dan ook beter op een X-post dan in een regeerakkoord.
Vrijwel al zijn verkiezingsbeloftes zijn verdwenen als sneeuw voor de zon. Zelfs zijn stokpaardje, een crisisnoodwet voor migratie, sneuvelde na drie maanden gesteggel. Uit berekeningen van het ministerie bleek dat afschaffing van het eigen risico zou leiden tot een stijging van de zorgpremie met zo’n 200 euro per jaar. Bovendien zou de zorg zelf fors duurder worden, omdat de vraag waarschijnlijk toeneemt zodra de prikkel om minder zorg te gebruiken verdwijnt. Wilders beloofde de AOW-leeftijd te verlagen, maar vergat even dat dit 10 miljard per jaar zou gaan kosten, ongeveer net zoveel als de hele defensiebegroting.
Zijn kiezers, moe van al die loze beloftes, kijken nu misschien naar radicalere alternatieven als FVD en JA21. Maar ook daar vinden ze geen oplossingen, alleen dezelfde anti-EU-retoriek, verpakt in een ander jasje. Ook deze partijen kunnen niets beginnen tegen de muur van EU-verdragen en de volle deepstate-agenda. De resterende coalitiepartijen proberen nog te redden wat er te redden valt, maar met een minderheid, een extraparlementair kabinet waar de PVV ministers en staatssecretarissen uit heeft getrokken maakt weinig kans. Het draagvlak onder de kiezers bij BBB en NSC was toch al onder een minpunt gedaald. De regering van president Donald Trump steunt Wilders, zegt een Witte Huis-functionaris tegen het internationale persbureau AFP. Ze steunen leiders die ‘hun soevereiniteit en nationale identiteit beschermen en geven zelf vast het goede voorbeeld. Buitenlanders uit Afghanistan, Myanmar, Tsjaad, Congo, Equatoriaal-Guinea, Eritrea, Haïti, Iran, Libië, Somalië, Soedan en Jemen krijgen vanaf 9 juni geen toegang meer tot de VS. Eind oktober stemmen we opnieuw, dit keer hopelijk met genoeg stemmen voor Wilders, dan kan de ijskast weg.
De overheid kiest haar eigen vluchtplan
In Nederland hebben burgers steeds vaker het gevoel dat hun stem niet mee telt. Of het nu gaat om vliegroutes, militaire vluchten, achterhaalde laagvlieg oefeningen met helikopters, of een munitiedepot in je achtertuin — de overheid kiest haar koers, en het volk mag vooral nergens mee bemoeien en moet het maar gelaten ondergaan. ILT keek gemakshalve even de andere kant op en legde geen boetes op aan Schiphol die in 2023 20% al meer geluidsoverlast veroorzaakte in bepaalde gebieden, zoals Uithoorn.
De rechter heeft recent korte metten gemaakt met de natuurvergunning van Schiphol. Die bleek juridisch ondeugdelijk en vooral gebaseerd op wensdenken. Het kabinet had zich al eerder beholpen met een geitenpaadje om het aantal vluchten toch overeind te houden, of zelfs te vermeerderen maar dat is nu afgesneden. Voor de omwonenden is dit een langverwachte erkenning: zij zijn al jaren de dupe van overlast, terwijl hun zorgen werden weggewuifd met stiltemodellen en PR-praatjes.
Toch is de les nog niet geleerd. In Lelystad speelt zich eenzelfde patroon af. Wat ooit een vakantiehub luchthaven zou worden, dreigt nu een militair vliegveld te worden — mogelijk met F-35-straaljagers. Ook hier lijkt de betrokkenheid van inwoners eerder een bijzaak dan een uitgangspunt. De motivatie? “Landsbelang.” En dus komt er vast weer een juridisch achterdeurtje, vermomd als beleidslogica.
Ook in Staphorst is de uitbreiding van een munitiedepot ongevraagd doorgezet, ondanks de bezwaren van inwoners over veiligheid, geluid en milieuschade. De zorgen waren legitiem, maar de procedures bleken sterker dan het protest. En dus krijgt ook deze gemeenschap er overlast bij — netjes afgevinkt, want formeel geregeld.
Een overheid die liever haar eigen pad volgt dan echt luistert, maar dat is het volk wel gewend ondertussen. Die inspraak organiseert maar geen invloed toekent. En die pas in beweging komt als de rechter haar tot stilstand dwingt.
Misschien is dat wel het wrangste van alles: burgers worden tegenwoordig zonder rechtspraak gewoon niet meer gehoord of serieus genomen.
Van paniek zaaien naar oorlogshetze: hoe angst zaaien beleid is geworden
We leven in een tijd waarin angst een beleidsinstrument is geworden. Elke dag worden we geconfronteerd met berichten over oorlogsdreiging, voedselpakketten, bunkers en noodscenario’s. De meest recente kop van MSN is “Rusland waarschuwt Donald Trump voor Derde Wereldoorlog”. Gebaseerd op een uitlating op X door de Rus Medvedev die schreef: “Wat betreft Trumps woorden over Poetin die ‘met vuur speelt’ en ‘erg dingen’ die Rusland zullen overkomen. Ik ken maar één ECHT ERG ding: de Derde Wereldoorlog. Ik hoop dat Trump dit begrijpt!”
Politici en media dragen actief bij aan oorlogsretoriek. Oorlogstaal is weer salonfähig. De roep om hogere defensiebudgetten klinkt als vanzelfsprekend. Alles moet wijken voor veiligheid – maar veiligheid waarvoor? Tegen wie? En met welk doel? De echte vragen blijven liggen. Want zolang we bang zijn, stellen we minder lastige vragen.
De dreiging van een kernoorlog bijvoorbeeld, bestaat al sinds de jaren vijftig. Toch heeft die dreiging juist geleid tot terughoudendheid en diplomatie. Het zijn niet de bunkers of voedselvoorraden die ons sinds de Koude Oorlog hebben beschermd, maar het besef dat niemand baat heeft bij totale vernietiging. Dat geldt nog steeds. En conventionele oorlogen, zoals we nu in Oekraïne zien, tonen vooral hoe traag en bloedig zulke conflicten verlopen – ondanks alle moderne technologie.
Toch wordt deze realiteit genegeerd in het publieke debat. In plaats daarvan worden we meegezogen in een sfeer van continue paraatheid. Maar echte veiligheid zit niet in wapens of schuilplaatsen. Echte veiligheid is weten dat je een huis hebt, werk, zorg, en een samenleving die niet bij de eerste schokgolf uiteenvalt. Het is het vertrouwen dat je buren er zijn als het misgaat – niet dat je een bunker in de tuin hebt.
Het is zorgwekkend hoe snel en gemakkelijk de term “Derde Wereldoorlog” wordt gebruikt, soms zelfs als een retorisch wapen, zonder de volledige implicaties van wat dat betekent. De geschiedenis leert ons dat grote conflicten vaak niet starten met een directe, openlijke oorlogsverklaring, maar met een geleidelijke escalatie van spanningen, misverstanden, provocaties en overschatting van eigen capaciteiten of onderschatting van de ander.
De retoriek die we nu zien – de harde uitspraken, de demonisering van de tegenpartij, de constante dreiging met escalatie (al dan niet verpakt als waarschuwingen) – draagt bij aan een klimaat waarin de drempel voor daadwerkelijke confrontatie verlaagd kan worden. Het creëert een “wij-zij”-mentaliteit die de complexiteit van internationale betrekkingen negeert en de weg vrijmaakt voor meer extreme standpunten.
De oorlog in Oekraïne zal niet eindigen totdat de NAVO haar troepen uit de Baltische staten terugtrekt, heeft een hoge Russische functionaris gewaarschuwd. Sergei Ryabkov, de Russische vice-minister van Buitenlandse Zaken die verantwoordelijk is voor de betrekkingen met de VS, non-proliferatie en wapenbeheersing, deed deze uitspraken in een interview met het staatspersbureau Tass. Het politieke engagement voor het toekomstige NAVO-lidmaatschap van Oekraïne blijft echter onveranderd, ook al wordt het niet expliciet genoemd in het slotcommuniqué van de komende top in Den Haag, aldus NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte op 9 juni tegen een journalist na zijn lezing voor de Britse denktank Chatham House.
De vraag is of degenen die deze retoriek hanteren, of degenen die er financieel baat bij hebben, ’s nachts lekker slapen en de frustratie en is een aanklacht tegen degenen die mogelijk de gevaren onderschatten, of erger nog, die bewust bijdragen aan de spanningen voor eigen gewin.
De meeste mensen verlangen naar stabiliteit en vrede, en de constante dreiging en de “oorlogsretoriek” zijn uitputtend en beangstigend. Als we blijven investeren in angst, oogsten we wantrouwen. En dan valt er op een dag misschien wel wat te verdedigen – maar is er niemand meer die het nog wil.
Oorlogszucht belangrijker dan toekomst voor jongeren
Oorlogszucht botst nogal met de stikstofregels, die voor heel veel Nederlanders het onneembare struikelblok zijn om een huis te kunnen kopen of huren. Terwijl jongeren al jarenlang tegen een muur aanlopen door het nijpende woningtekort, blijkt diezelfde stikstofproblematiek ineens niet meer te gelden zodra het over militaire uitbreidingen gaat. Het kabinet wil, in uiterste gevallen zelfs mensen gedwongen laten verhuizen om ruimte te maken voor Defensie. In de ministerraad is unaniem besloten dat dit de uiterste consequentie kan zijn.
Voor jonge mensen die dromen van een eigen plek is het stikstofbeleid bittere realiteit. Bouwprojecten worden stilgelegd, nieuwbouw komt nauwelijks van de grond, en de wachtlijsten voor betaalbare woningen groeien met de dag. Juist deze groep wordt opgezadeld met beperkingen die de overheid streng handhaaft, omdat “we moeten verduurzamen” en “de natuur moeten beschermen”
Maar zodra het leger een nieuwe kazerne wil neerzetten, munitiecomplexen wil bouwen of meer met helikopters wil oefenen, blijken de regels ineens flexibel. Hier ligt een schrijnende dubbele moraal: gewone burgers, jonge gezinnen, starters worden keihard tegengehouden door strenge stikstofregels, terwijl Defensie zich niets hoeft aan te trekken van diezelfde regels. Zij krijgen vrij spel — alsof bouwen voor onze ‘veiligheid’ belangrijker is dan bouwen aan een toekomst voor onze jongeren.
Minister Wiersma zegt dat het kabinet “zorgvuldig afweegt.” In de praktijk betekent dit vooral dat het stikstofbeleid wordt opzij geschoven zodra Secretaris Generaal Rutte wensen heeft. Een politieke deepstate keuze die de belangen van de meeste Nederlanders schaamteloos wegzet tegen de wensen van een machtige defensielobby. Hoe moet een jongvolwassene vertrouwen houden in een overheid die voor hen de bouw stillegt, maar voor militaire uitbreidingen de regels buigt of breekt? Dit is geen dilemma, dit is pure ongelijkheid en politieke willekeur. Wat is vrijheid nog waard als je geen dak boven je hoofd hebt en geen gezin kunt stichten?
Terwijl jongeren en ondernemers door zero emissiezones worden beperkt in hun mobiliteit en werk, breidt Defensie rustig uit met tanks, helikopters en zware voertuigen die stikstofuitstoot en CO₂-emissies juist verhogen. Het kabinet dringt van burgers strenge milieuregels af, maar zet deze moeiteloos aan de kant zodra militaire belangen in het spel zijn. Deze dubbele moraal ondergraaft niet alleen het vertrouwen in het klimaat- en stikstofbeleid, maar maakt ook duidelijk dat ‘duurzaamheid’ vooral geldt voor het volk en niet voor de machthebbers.
Regels moeten gelden voor iedereen — boeren, starters én Defensie. Nationale veiligheid mag nooit een vrijbrief zijn om jongeren nog langer te laten wachten. Het gemak waarmee stikstofregels worden genegeerd voor militaire doeleinden is niet alleen onrechtvaardig, het is een klap in het gezicht van alle jongeren die al jaren wachten op een woning. Als we zo doorgaan, bouwen we geen toekomst, maar een ‘vrije’ samenleving die jongeren keihard in de steek laat.
AI, slimmer, sneller, maar zeker niet menselijker
Kunstmatige intelligentie ontwikkelt zich razendsnel. Wat gisteren nog sciencefiction leek, is vandaag realiteit: AI schrijft teksten, genereert beelden, maakt medische diagnoses en stuurt zelfs het verkeer aan. Maar wat betekent deze groei voor onze samenleving over vijf jaar? Een kritische blik is noodzakelijk. Een van de grootste zorgen is de impact van AI op de arbeidsmarkt. Automatisering bedreigt niet langer alleen fabrieksbanen, maar vooral ook witteboorden beroepen zoals juristen, leraren en zelfs programmeurs. Over vijf jaar zullen veel taken die nu door mensen worden gedaan, efficiënter door algoritmen worden uitgevoerd. Dit leidt tot hogere productiviteit, maar ook tot sociale ongelijkheid als er geen goede vangnetten worden ingericht.
AI-modellen kunnen levensechte video’s, nepnieuws en overtuigende deepfakes maken. Wat vandaag al zorgwekkend is, wordt over vijf jaar een informatieoorlog. Democratische processen lopen gevaar wanneer burgers niet meer kunnen vertrouwen op wat echt of vals is. Zonder stevige regelgeving en transparantie in AI-systemen, staat onze publieke sfeer onder druk. De ontwikkeling van geavanceerde AI ligt nu grotendeels in handen van een paar grote bedrijven. Als dit zo doorgaat, bepalen zij wie toegang krijgt tot kennis, innovatie en macht. Over vijf jaar kan dit leiden tot een digitale oligarchie, waarin democratische controle ontbreekt.
AI is efficiënt, maar kent geen ethiek, empathie of verantwoordelijkheid. Hoe meer we afhankelijk worden van systemen die onze keuzes sturen – van wie een hypotheek krijgt tot wie er op sollicitatiegesprek mag – hoe groter het risico dat we onze menselijke waarden uit het oog verliezen en AI doorslaat.
AI biedt immense kansen, maar ook reële bedreigingen. De komende vijf jaar zullen cruciaal zijn. We hebben transparantie, ethische kaders en democratische controle nodig om te voorkomen dat AI niet alleen slimmer, maar ook gevaarlijker wordt. De toekomst is nu nog niet technologisch bepaald, maar menselijk gestuurd – als we nu handelen kan een ramp worden voorkomen.
Huurbevriezing gesneuveld
De huurbevriezing voor 2025 en 2026, een sprankje hoop voor de 2,4 miljoen Nederlandse huurders, is definitief van tafel. Minister Mona Keijzer’s wetsvoorstel sneuvelde in een moeras van politieke onenigheid, tijdsdruk en de almachtige lobby van woningcorporaties. Wat blijft, is een bittere nasmaak: huurders worden opnieuw opgezadeld met verhogingen tot 5% in de sociale huur en 7,7% in de middenhuur, terwijl de beloofde betaalbaarheid verdampt. Dit is niet alleen een gebroken belofte, maar een klap in het gezicht van iedereen die worstelt om de eindjes aan elkaar te knopen.
Laten we eerlijk zijn: de argumenten tegen de huurbevriezing zijn niet onzinnig. Woningcorporaties, zoals Aedes, schreeuwen moord en brand dat een bevriezing hun investeringen in nieuwbouw en verduurzaming sloopt. Met een geschat tekort van 453.000 woningen in 2027 en torenhoge kosten voor isolatie en warmtepompen hebben ze een punt. Maar waarom moet de oplossing altijd ten koste gaan van de huurder? De 350.000 sociale huurders bij particuliere verhuurders, die toch al vaak in slecht onderhouden woningen zitten, krijgen nu geen enkele verlichting. Rechtsongelijkheid? Check.
De politiek wijst naar elkaar. VVD en NSC torpedeerden het plan, PvdA-GroenLinks wilde alleen meedoen bij volledige compensatie voor corporaties, en de deadline van 30 juni 2025 bleek een onoverkomelijke horde. Ondertussen blijft de huurtoeslag een pleister op een open wond: niet toereikend en veel te bureaucratisch. Alternatieven, zoals gerichte subsidies voor lage inkomens of het afschaffen van de vennootschapsbelasting voor corporaties, worden genoemd, maar blijven hangen in vrijblijvend gepraat. Het resultaat? Huurders zien hun lasten stijgen, terwijl de woningnood onverminderd voortwoekert.
Weer een belofte gebroken. En dat is de kern: terwijl de inflatie knaagt en energieprijzen wankelen, wordt de huurder opnieuw de pineut. Het kabinet lijkt blind voor de realiteit van de krappe portemonnee.
Het is tijd voor een wake-upcall. Betaalbaar wonen is geen luxe, maar een recht. Tijd voor een huurplafond voor de allerlaagste inkomens, een hogere huurtoeslag, of een stop op woekerwinsten van particuliere verhuurders – het kán, als de wil er is. Maar zolang de politiek blijft pingpongen en corporaties hun verdienmodel heilig verklaren, blijft de huurder met lege handen achter.
De lege huls van 100.000 Woningen
De belofte van 100.000 woningen per jaar, triomfantelijk verkondigd in het hoofdlijnenakkoord, blijkt een lege wensballon. Het aantal afgegeven bouwvergunningen voor woningen is in het eerste kwartaal van 2025 weer gedaald. Mona Keijzer heeft € 7,5 miljard extra uitgetrokken, dealtjes gesloten tijdens de Woontop en wetsvoorstellen ingediend om de regie te versterken. Maar dat zijn pleisters op een etterende wond. De huurbevriezing, nota bene een keuze van haar eigen coalitie met een trotse Wilders in de hoofdrol, ondergraaft niet alleen haar geloofwaardigheid, maar ook dat van het zittende kabinet. Hoe kun je betaalbaarheid voor huurders beloven en tegelijk de bouw van betaalbare woningen frustreren?
Het is een klassiek geval van politieke luchtballonnetjes en loze beloftes en de burger betaalt de prijs. In mei 2025, met de bouwvak op komst, hobbelen we naar 18.000-22.000 woningen – amper 18-22% van het beloofde aantal. De prognoses voor heel 2025 is hooguit 65.000-70.000 woningen. Minister Mona Keijzer (BBB) werkt zich in het zweet, van Woontop tot miljardeninvesteringen en een wetsvoorstel om de sociale huren alleen te bevriezen voor woningcorporaties en niet voor particuliere verhuurders. De huurbevriezing voor 2025-2026 knevelt corporaties, die hierdoor tienduizenden betaalbare woningen minder zullen bouwen. Stikstof, hoge kosten en trage procedures doen de rest. Deze verkiezingsbelofte is het zoveelste sprookje dat de kiezer werd verteld. Starters en gezinnen betalen de prijs, terwijl Wilders vol trots zijn “cadeau” presenteert. Tijd voor een kabinet met minder aandacht voor volle hulzen voor oorlogvoering en minder lege hulzen voor de burger.
-
Het kabinet mikt op 100.000 nieuwe woningen per jaar, maar de cijfers vertellen een ander verhaal. In 2022 en 2023 werden gemiddeld 90.000 woningen per jaar gerealiseerd, maar in 2024 zakte dit naar 82.000, volgens het CBS. Voor 2025 wordt, mede door de huurbevriezing en andere obstakels, een verdere daling verwacht naar 65.000-70.000 woningen. Halverwege 2025, met de bouwvak in aantocht, staat de teller op slechts 18.000-22.000 woningen – nog geen kwart van het jaardoel
-
De huurbevriezing voor sociale huurwoningen, vastgelegd in de Voorjaarsnota, zou huurders moeten helpen. Maar woningcorporaties, zoals Holland Rijnland Wonen, zien hun investeringscapaciteit slinken. Aedes waarschuwt dat hierdoor 180.000 geplande woningen niet gebouwd worden. Sommige corporaties overwegen zelfs juridische stappen om de maatregel aan te vechten
-
Mona Keijzer heeft €7,5 miljard extra vrijgemaakt – €5 miljard voor woningbouw en €2,5 miljard voor infrastructuur – bovenop de eerdere €12,5 miljard Toch blijft de vraag of dit genoeg is om de achterstand in te halen, zeker nu de huurbevriezing de slagkracht van corporaties beperkt
- Mona Keijzer werkt aan een wetsvoorstel om de sociale huren alleen te bevriezen voor woningcorporaties en niet voor particuliere verhuurders
- Mona Keijzer wil de winstbelasting voor woningcorporaties schrappen om hen te compenseren.
De Machtsstrijd bij Harley-Davidson
De jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van Harley-Davidson was dit jaar een arena voor een verhitte strijd tussen het iconische motorbedrijf en investeringsmaatschappij H Partners. Het voortbestaan van CEO Jochen Zeitz en directieleden Norman Thomas Linebarger en Sara Levinson aan de top van het bedrijf stond op het spel. H Partners, met een belang van 9%, voerde een felle campagne om deze bestuurders weg te stemmen, met als argument dat Harley-Davidson onder hun leiding in een neerwaartse spiraal zit. Maar was dit een gerechtvaardigde oproep tot verandering, of een ordinaire machtsgreep?
Sinds de samenwerking met H Partners in 2022, waarbij Jared Dourdeville namens de investeerder toetrad tot de raad van bestuur, is het er bij Harley-Davidson niet beter op geworden. De omzet krimpt, de verkoopcijfers dalen en Project LiveWire, de elektrische motorentak, is een regelrechte flop. In het eerste kwartaal van 2025 werden wereldwijd slechts 33 elektrische motoren verkocht, tegenover 117 een jaar eerder, met een verlies van $20,7 miljoen. Op freetheeagle.com wordt zelfs gesproken van een waardeverlies van $1,8 miljard onder Zeitz’ bewind, al is dit officieel niet bevestigd. H Partners legt de schuld vierkant bij het bestuur en probeerde met een eigen CEO-kandidaat de koers te wijzigen. Toen dat geen gehoor vond, stapte Dourdeville uit de raad en begon H Partners een moddergooi-campagne, waarin ze Harley-Davidson betichtten van wanbestuur.
Harley-Davidson sloeg terug via SEC-filings, waarin ze H Partners’ claims als misleidend afdeden en aandeelhouders opriepen het voltallige bestuur te steunen. Volgens het bedrijf ondermijnt H Partners het proces om een nieuwe CEO te vinden – vooral pikant omdat Zeitz al aankondigde in 2025 met pensioen te gaan. Harley-Davidson schildert H Partners af als een opportunistische investeerder die enkel eigenbelang nastreeft, ten koste van de aandeelhouders.
De aandeelhoudersvergadering bracht de climax. Stemgerechtigden konden vóór het aanblijven van de directieleden stemmen of zich onthouden. Een meerderheid van meer dan 50% was nodig om Zeitz, Linebarger en Levinson in het zadel te houden. Het werd een nek-aan-nekrace: Zeitz haalde nipt 52%, terwijl Linebarger en Levinson elk rond de 60% scoorden. Een overwinning voor het bestuur, maar met een bittere nasmaak. De kleine marges dwongen Harley-Davidson om de zoektocht naar nieuwe directieleden voor 2026 te versnellen.
H Partners’ couppoging mag dan gefaald hebben, hun kritiek legt de vinger op een zere plek. Harley-Davidson worstelt met een krimpende markt en een elektrische droom die meer op een nachtmerrie lijkt. Tegelijkertijd roept hun agressieve aanpak vragen op over hun motieven: willen ze het bedrijf redden of slechts hun eigen investering veiligstellen? De aandelen van Harley, met een waarde van $ 3 miljard, zijn het afgelopen jaar met 31% gedaald omdat het bedrijf moeite heeft om nieuwe generaties rijders aan te spreken. De aandelen van Harley daalden naar $ 24,92.
Harley-Davidson zag in 2025 de omzet met 23% teruglopen, na een scherpe wereldwijde krimp van meer dan 47% in 2024. De daling wordt toegeschreven aan aanhoudende economische tegenwind, veranderende marktverhoudingen en strengere milieuregels zoals de EURO5+-norm. De verkoop kelderde in het 2e kwartaal van 2025 met maar liefst 28%. Er werden wereldwijd nog maar 35.800 motorfietsen verkocht. Weliswaar een omzet van 1,3 miljard dollar maar de overgebleven winst van het 2e kwartaal is ondertussen wel gehalveerd. De netto winst van Harley-Davidson voor 2024 kwam uit op 455,3 miljoen dollar en dat was een behoorlijke daling ten opzichte van de706,6 miljoen die in 2023 nog werd behaald.
In Nederland kende HD in 2024 nog een tijdelijke verkoopstijging van 10%, mede dankzij een registratiegolf om strengere emissieregels voor te zijn. In 2025 keerden de cijfers echter om, met een daling van 21%.
De sluiting van de Amsterdamse vestiging op Sloterdijk in september 2025 past in een bredere internationale trend. In de Verenigde Staten en Canada sloten meerdere iconische Harley-dealers de deuren — waaronder High Country (na 25 jaar) en Blackbridge (na 70 jaar) — onder druk van veranderende consumentengedrag, economische onzekerheden en een verschuivend retaillandschap. De saneringen wijzen mogelijk op een strategie van netwerkoptimalisatie en kostenbeheersing.
Ook elders in de wereld rommelt het bij HD. In Japan kreeg Harley-Davidson een boete van circa 1,4 miljoen dollar wegens het opleggen van buitensporige verkoopquota aan dealers, wat wijst op spanningen in de distributieketen. In Australië namen bedrijven als Joe Rascal Group enkele vestigingen over (waaronder Harley Heaven), terwijl andere filialen sloten bij gebrek aan overnamekandidaten — een signaal dat de herstructurering van het dealernetwerk wereldwijd gaande is.
De ongeziene Lasten voor de ZZP’er in de taxibranche
De overgang van de BCT naar het nieuwe CDT-systeem dreigt een financiële ramp te worden voor de zelfstandige taxichauffeurs. Waar grotere bedrijven waarschijnlijk profiteren van de veranderingen, lijkt de zzp’er in de straattaxi onterecht in de kou te staan. De verplichting om te investeren in nieuwe apparatuur van tussen de €3000 en €3500 kan voor kleine ondernemers het einde betekenen. Zonder een overgangsregeling of compensatie kunnen veel zelfstandigen zich de noodzakelijke investering niet veroorloven.
Maandelijkse abonnementskosten van €30–€50 en het kapitaalverlies door de veroudering van de oude BCT-systemen maken het plaatje nog somberder. De vraag rijst dan: waarom wordt er zo weinig gelobbyd voor deze groep door de KNV, die de belangen van de vervoerssector behartigt? De belangen van zzp’ers worden vaak overschaduwd door die van grotere bedrijven, die makkelijker de kosten kunnen dragen en ook meer invloed hebben binnen de organisatie.
Zonder een sterke lobby voor zelfstandige ondernemers, lijkt de huidige koers de kleinschalige taxi’s te doen verdwijnen. Als het beleids- en lobbyklimaat niet snel verandert, kan deze financiële druk de zelfstandigen in de taxibranche wel eens de das omdoen. De overheid, de KNV en andere betrokkenen zouden meer aandacht moeten hebben voor de onrealistische financiële lasten die zelfstandigen nu dreigen te treffen.
De tijd dringt: het is hoog tijd dat de belangen van de zzp’er serieus worden genomen, voordat deze groep definitief verdwijnt uit het straatbeeld.
Stapje voor stapje een oorlog in gerommeld
In veel westerse landen en ook in Nederland groeit de onvrede over dat regeringen de landen een oorlog met Rusland inrommelen zonder een duidelijk mandaat en dat terwijl Moskou herhaaldelijk heeft gewaarschuwd dat westerse troepen en lange afstandswapens in Oekraïne een rode lijn zijn, wat het risico op escalatie vergroot. Sinds 2014, en vooral na 2022, is de westerse steun aan Oekraïne uitgebreid van financiële en humanitaire hulp naar geavanceerde wapens (tanks, F-16’s, langeafstandsraketten) en nu discussies over troepeninzet, zoals de Frans-Britse plannen voor een “garantiemacht.”
Volgens de woordvoerster van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken Maria Zakharova, is het Westen zowel direct als indirect betrokken bij Oekraïense ’terroristische aanvallen’ op burgerdoelen in Rusland door twee spoorbruggen in Rusland op te blazen. Bij het opblazen van een snelwegbrug over een passagierstrein in Bryansk vielen minstens zeven doden en tientallen gewonden, onder wie twee kinderen. Zakharova liet weten dat het Westen wapens leverde en doelcoördinaten gaf.
Functionarissen uit Oekraïne en bondgenoten uit de VS, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland kwamen 24 april in Londen bijeen in een week waarin een vredesvoorstel werd opgesteld met een overeenkomst die lijkt op artikel 5 en die door Washington zou worden gesteund. Zelenskyy’s aankondiging en oproep tot “bescherming die het NAVO-pact en artikel 5 weerspiegelt” en de voorgestelde coalitie van landen voor snelle interventie kunnen worden gezien als een glijdende schaal naar directe confrontatie met Rusland, vooral als troepen worden gestationeerd.
Er is een groot gebrek aan transparantie of democratische controle, waarbij beslissingen over de steun aan Oekraïne achter de schermen worden genomen door Deep state elites. Mark Rutte, sinds oktober 2024 de secretaris-generaal van de NAVO, is een centrale figuur in de westerse reactie op het Oekraïne-conflict. Als voormalig premier van Nederland (2010-2024) stond Rutte bekend om zijn pragmatische, consensus gedreven aanpak, maar ook om zijn ferme pro-westerse en anti-Russische houding, vooral na de MH17-ramp in 2014, waarbij Rusland verantwoordelijk werd gehouden. Hij speelde een sleutelrol in het versterken van de NAVO’s oostflank (bijv. meer troepen in Litouwen) en het coördineren van wapenleveringen aan Oekraïne, zoals Nederlandse F-16’s en Patriot-systemen. Zijn bijnaam “Teflon Mark” weerspiegelt zijn vermogen om politieke controverses te overleven, wat hem een effectieve, maar soms ongrijpbare speler maakt.
Sinds zijn aantreden heeft Rutte de NAVO’s steun voor Oekraïne verder gepusht, terwijl hij probeert de eenheid tussen de 32 lidstaten op te krikken. Hij heeft gepleit voor een “oorlogseconomie” om wapenproductie op te schalen en Oekraïne te blijven steunen, zoals tijdens een NAVO-top in december 2024, waar hij aandrong op €40 miljard extra steun. Rutte ondersteunt de Frans-Britse plannen voor een garantiemacht, maar benadrukt dat dit geen NAVO-operatie is, om Rusland niet direct te provoceren. Hij zei in maart 2025: “We moeten Oekraïne alle middelen geven om zich te verdedigen, maar de NAVO is geen partij in dit conflict.” Blijkbaar geldt dit niet voor de EU. Rutte’s rol als bemiddelaar maakt hem een centrale figuur in het overtuigen van terughoudende landen (zoals Duitsland of Italië) om meer steun te leveren, wat kan bijdragen aan escalatie. Zijn aanhoudende publieke en achter-de-schermen inzet voor Oekraïne’s integratie in de NAVO en zijn pleidooi voor harde sancties tegen Rusland kunnen worden gezien als het aanjagen van een confrontatiekoers.
Nederland blijft een grote wapenleverancier aan Oekraïne en Rutte’s invloed als voormalig premier kan deze lijn achter de schermen versterken, wat sommige critici zien als het meeslepen van Nederland in een breder conflict. En Rutte is niet de enige “gangmaker.” Leiders zoals Macron, Starmer, en Biden/Trump hebben directe invloed op troepen- en wapenbeslissingen. De stap van sancties naar wapens naar mogelijke troepen (zoals de voorgestelde 20.000-man garantiemacht) toont een patroon van toenemende betrokkenheid. Sommigen beweren dan wel dat de westerse steun noodzakelijk is om Oekraïne’s soevereiniteit te beschermen en Rusland af te schrikken, maar dat is meer gebakken lucht. Zonder troepen of garanties zou een zwakke reactie Rusland kunnen aanmoedigen om verder te gaan, mogelijk richting NAVO-landen zoals Polen of de Baltische staten. Als het aan demissionair minister Ruben Brekelmans van defensie ligt, komt er binnenkort een munitiefabriek in Nederland.
Zo worden we links of rechtsom “stapje voor stapje een oorlog in gerommeld die niet de onze is” en mogen we als kers op de taart 5% gaan bijdragen aan de NAVO. De ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO-landen kwamen 15 mei voor de laatste keer bijeen in het Turkse Antalya om te praten over de door Trump afgedwongen 5 procentnorm. Landen hebben weinig keus, vanuit de Amerikanen valt niet te praten over minder dan vijf procent. Landen als Spanje, Italië en België hebben nu al moeite om de huidige norm van 2 procent te halen. Vijf procent is voor hen onhaalbaar, maar Rutte wil de luchtverdediging vervijfvoudigen en duizenden extra tanks en pantservoertuigen aanschaffen. Ook zijn er volgens hem miljoenen meer artilleriegranaten nodig. De NAVO zou verder verlegen zitten om twee keer zoveel militaire transportmiddelen en andere ondersteunende zaken.
Een Russische memorandum roept nu op tot erkenning van de gebieden Krim, Donetsk, Zaporizja, Loehansk en Cherson als Russisch grondgebied. Ook wordt gevraagd om nieuwe verkiezingen in Oekraïne te houden. Als derde eis, vraagt Rusland aan Kiev om haar leger zodanig in te krimpen dat het niet langer als een bedreiging voor het Kremlin wordt gezien. Zowel de VS als de EU maakten geen deel uit van de Russische eisen en van een serieuze oorlogsdreiging blijkt geen sprake.
Elon Musk buigt voor terreur
Elon Musk, de ondernemer die furore maakte met baanbrekende elektrische auto’s en raketten naar Mars, staat weer met beide voeten op de grond. Zijn Tesla-imperium, ooit een symbool van vooruitgang en duurzaamheid, wankelt onder een storm van boycots, brandstichtingen en beursklappen. Met zijn politieke ambities en bezuinigingsdrang heeft Musk de halve wereld tegen zich in het harnas gejaagd. Nadat Musk zich ontpopte tot de rechterhand van Donald Trump, als adviseur en leider van het DOGE-ministerie, was hij plots niet langer de heldhaftige, excentrieke techgoeroe, maar een politiek breekijzer. Zijn vermogen smolt als sneeuw voor de zon: op 6 maart 2025 verloor hij in één dag 8,8 miljard dollar, waardoor zijn nettowaarde kromp naar een “schamele” 342 miljard. Tesla’s aandeel kelderde, en Musks kroonjuweel werd een paria op de internationale markt. De Vancouver International Auto Show, die op 19 maart van start ging, wees Tesla de deur wegens “veiligheidsrisico’s”.
Tesla werd wereldwijd een mikpunt van afkeer, woede en agressie. In steden als Las Vegas, Massachusetts, Frankrijk en Rome gingen Tesla’s in vlammen op, soms zelfs onder kogelregen. De FBI bestempelt deze incidenten als “binnenlands terrorisme”. In New Orleans had de Cybertruck een politie-escorte nodig, en in Colorado riskeert een brandstichter nu twintig jaar cel. Musk presenteert zichzelf als een politieke kameleon, zichzelf omschrijvend als “half-democraat, half-republikein” en “in het midden van het spectrum”. Maar op X prees hij de extreemrechtse AfD als “de redding van Duitsland”, een uitspraak die in Europa insloeg als een bom.
In Polen riep minister Sławomir Nitras op tot een Tesla-boycot na Musks opmerkingen over de Tweede Wereldoorlog, waarin hij de focus op nazi-schuld bagatelliseerde met een nonchalant “kinderen zijn niet verantwoordelijk voor hun overgrootouders”. Een groet tijdens een speech, door critici uitgelegd als een “Sieg Heil”, achtervolgt hem tot op de dag van vandaag.
De gevolgen zijn desastreus. In Europa stortte Tesla’s marktaandeel in: Duitsland zag een verkoopdaling van 71%, Noorwegen, Frankrijk en Spanje elk rond de 44%. Wereldwijd verkocht Tesla in het eerste kwartaal van 2025 13% minder auto’s, met een omzet van 19,3 miljard dollar (9% lager) en een nettowinst die met 71% kelderde naar 409 miljoen. In de VS staan 14.000 gebruikte Tesla’s te koop, en een Nederlandse studie onthult dat 30% van de eigenaren hun auto wil verkopen, voornamelijk vanwege Musks giftige reputatie.
Een Tesla rijden is tegenwoordig geen statement van duurzaamheid, maar een politieke vlag die je wappert – en die vlag staat in brand. Onder immense druk heeft Musk aangekondigd zijn DOGE-taken vanaf mei “aanzienlijk” te verminderen om zich weer op Tesla te richten. Eén ding is zeker: Musks politieke zijsprong heeft Tesla aanzienlijke financiële schade toegebracht. Terwijl hij probeert de brokstukken te lijmen, wachten aandeelhouders in spanning af of dit ooit nog goed komt. Terreur lijkt het uiteindelijk te hebben gewonnen van realiteitszin.
Een tikkende tijdbom onder de NAVO-top
C2000 kampt met storingen, overbelasting en dekkingsgaten. Tijdens de jaarwisseling 2024 moesten agenten hun gehoorbescherming afzetten om via mobieltjes te communiceren – een absurde noodgreep. Een storing in augustus 2024, veroorzaakt door het antieke defensienetwerk NAFIN, legde zelfs DigiD en de Kustwacht plat. Ambulances, traumahelikopters en meldkamers tasten regelmatig in het duister, met levensgevaarlijke situaties tot gevolg. Een klokkenluider noemde het huidige C2000, vernieuwd in 2020, zelfs slechter dan zijn voorganger. Al sinds 2003 waarschuwt de Algemene Rekenkamer voor kostenoverschrijdingen en slechte dekking, zoals tijdens tests in Amsterdam. Brandweerkorpsen grepen al in 2007 terug op andere portofoons door de onbetrouwbare TDMA-technologie.
De Arbeidsinspectie sloeg in september 2023 alarm vanwege schending van de Arbeidsomstandighedenwet. Na een halfslachtige reactie van de politie volgde in november 2024 een dwangsom van €325.000, mogelijk oplopend tot €975.000.
Het falen van C2000 is geen verrassing. Al in 2012 wees een parlementair onderzoek naar ICT-mislukkingen, waaronder C2000, op structureel mismanagement. Protocollen om overbelasting te voorkomen falen bij calamiteiten, wanneer politie en brandweer dezelfde mast overbelasten. Het oude analoge back-upsysteem werd geschrapt wegens kosten, waardoor hulpdiensten nu kwetsbaar zijn. Een EenVandaag-enquête onder 1.148 politiemedewerkers bevestigt de angst: bij grote evenementen begeeft C2000 het steevast. Voor de NAVO-top is een waterdicht communicatiesysteem onontbeerlijk. Decennia van kostenoverschrijdingen, mismanagement en uitstel hebben C2000 tot een tikkende tijdbom gemaakt. Laten we hopen dat C2000 het volhoudt, anders dreigt geopolitieke en reputatieschade en staat Nederland voor schut. Nu maar hopen dat de Russen de top met rust laten en zich concentreren op Oekraïne. Trump heeft aangegeven de top bij te zullen wonen.
De grens van Omtzigt is bereikt
Het vertrek van Pieter Omtzigt legt de politieke onwil bloot om gewenste en broodnodige, structurele financiële beleidswijzigingen te maken. Met het vertrek van Pieter Omtzigt verliest Den Haag een politicus met diepgaande dossierkennis én een sterk moreel kompas. Zijn afscheid markeert een diepere bestuurscrisis. Omtzigt liep stuk op een politieke werkelijkheid waarin structurele problemen niet worden opgelost, maar die systematisch worden genegeerd en vooruitgeschoven. Tijdens de kabinetsformatie kreeg Omtzigt een financieel overzicht onder ogen dat verder ging dan reguliere begrotingstekorten. Het document stond vol ‘pm-posten’ – placeholders voor uitgaven die nog niet waren doorberekend – en miljarden aan openstaande staatsgaranties.
Tegelijkertijd stapelen verplichtingen zich op, zoals de compensatie voor de toeslagouders, schadevergoedingen in Groningen, de stikstofproblematiek, klimaatverplichtingen, de Box 3-heffingen en een sterk verhoogde NAVO bijdrage. Daar komt nog het structurele onderhoud bij van infrastructuur – bruggen, viaducten, vaarwegen – waarvoor TNO een investering van 260 miljard euro voorziet tot 2100. Tel daarbij op de oplopende kosten voor vluchtelingenopvang, het opvangen van importheffingen en de dreigende handelsoorlog. Pieters voorstel om een onafhankelijk begrotingsinstituut op te richten, naar Amerikaans voorbeeld, kreeg hiervoor geen politieke steun. De analyse van de Raad van State onderschrijft deze zorg. Die waarschuwde dat de overheid “structureel op de vluchtstrook rijdt” en geen inzicht biedt in langlopende verplichtingen.
Toch wordt niet gekozen voor structurele dekking van bestaande problemen. In plaats daarvan worden fondsen als het Klimaatfonds en pensioenfondsen aangesproken voor militaire uitgaven. De defensiebegroting groeit hard, mede onder invloed van Mark Rutte’s nieuwe rol in de NAVO-top. Tegelijkertijd worden voor militaire projecten stikstofregels versoepeld, terwijl diezelfde regels jarenlang als onwrikbaar obstakel golden voor broodnodige woningbouw. Waar burgers te horen kregen dat er “juridisch niets mogelijk was”, blijkt er plots wél ruimte als het geopolitieke belang het vraagt. Omtzigt zag zich geconfronteerd met een voorjaarsnota waarin zijn beloften voor meer bestaanszekerheid werden vervangen door belastingverhoging. In zo’n context komt zelfs een vasthoudende parlementariër als Omtzigt uiteindelijk tot de conclusie dat structurele en hoognodige aanpassingen niet binnen het Overheidsplaatje passen en dat het voor hem vechten tegen de bierkaai is.
Deepstate aan het werk voor het World Economic Forum
In het besneeuwde Davos, waar globalistische goeroes samendrommen, droomt het World Economic Forum (WEF) hardop van een wereld met strakke voedselketens en hightech landbouw en het liefst met gekweekte insecten als hoofdgerecht. Het WEF wil naar eiegn zeggen en schrijven: ‘animal-alternative proteins’ en “A transition to healthy and sustainable diets is needed… repurposing agricultural subsidies to support the global supply of animal-alternative proteins.”
Toeval of niet, hier in Nederland krijgen onze hobbykippen ineens een rode kaart van het RIVM, omdat er PFAS in zit, wellicht, maar niet zeker, dankzij de opgepeuzelde wormen. Commerciële eieren zijn blijkbaar wel PFAS vrij, net als die uit Oekraïne die de export meteen maar heeft opgevoerd. Nu, laten we eerlijk zijn: PFAS is een echt probleem en het RIVM heeft metingen die aantonen dat hobby-eieren er soms te veel van bevatten, maar ze weten we nog niets zeker en al helemaal niet of er misschien andere oorzaken zijn. Een advies via alle mogelijke media om maar te stoppen met die hobby. Dat Pfa tegenwoordig in zowat alles zit wat je aanraakt lijkt niet mee te tellen.
Dit past echter verdacht goed in de WEF wensen van een gecontroleerd voedselpakket en gecentraliseerde systemen, waar elke hap traceerbaar is en de boer braaf in de pas loopt. Maar je hoeft geen aluminium hoedje te dragen om hier een patroon in te zien. Terwijl het WEF predikt over ‘multi-stakeholder collaboration’, werkt de deepstate verder aan de uitvoering’. Behalve de hobbykippen wordt vrijwel gelijktijdig ook het hobby boeren afgeraden omdat het voor het milieu slecht zou zijn. De hobbyboeren bespuiten hun oogst echter niet met glysofaat gif zoals de echte beren dat met toestemming van het WEF wel doen.
Misschien moeten we in plaats van te stoppen met onze hobbies maar stoppen naar het luisteren van prolaten met een agenda waarin staat:
“A transition to healthy and sustainable diets is needed… repurposing agricultural subsidies to support the global supply of animal-alternative proteins.”
“The time to reinstate food systems in economic policies is now” (2021).
Het WEF benadrukt in rapporten zoals de Food Action Alliance (2023): “Global agriculture data tell us how to transform food (2024)” om zo de noodzaak van technologie, schaalvergroting en publiek-private samenwerking om voedselzekerheid te garanderen en klimaatdoelen te halen.
Overheid laat steken vallen op CO2
De Maximacentrale bij Lelystad is de negentiende grootste CO₂-uitstoter van Nederland. Jaarlijks stoot de gascentrale ongeveer 1 miljoen ton CO₂ uit. Toch is de centrale essentieel: op momenten dat er onvoldoende duurzame stroom is, zorgen twee gasturbines met een totaal vermogen van 900 megawatt ervoor dat het stroomnet stabiel blijft. Ze zijn direct gekoppeld aan het hoogspanningsnet van TenneT.Energiebedrijf Engie wil in 2045 volledig klimaatneutraal opereren. Om dat te bereiken werd enkele jaren geleden begonnen aan een grootschalige modernisering van de Maximacentrale. Eén van de twee turbines draait sinds augustus deels op waterstof – een primeur in Nederland. De installatie is aangepast om tot 50% op waterstof te kunnen functioneren.
Maar de werkelijkheid is minder groen dan gehoopt. In de Flevopolder is nog geen groene waterstof beschikbaar. De centrale kán technisch op waterstof draaien, maar de brandstof ontbreekt volledig. Ook is er geen pijpleiding om de centrale aan te sluiten op het toekomstige landelijke waterstofnetwerk.Dochterbedrijf Hynetwork van Gasunie is belast met de aanleg van dit waterstofnet, maar de Flevopolder is in de huidige plannen buiten beschouwing gelaten. Concrete initiatieven voor aansluiting ontbreken, ondanks jarenlange gesprekken tussen Gasunie en Engie. Tot die infrastructuur er is, overweegt Engie gebruik te maken van zogeheten ‘blauwe waterstof’ – gewonnen uit aardgas, in combinatie met CO₂-afvang. Ook hiervoor is een pijpleiding nodig, die er voorlopig niet is.
Pas als er wel een aansluiting komt, hoopt Engie de Maximacentrale op termijn volledig te kunnen voeden met zelf geproduceerde groene waterstof. Daarvoor wil het concern in de Eemshaven vanaf 2030 een grote waterstoffabriek bouwen, die in fases operationeel moet worden. Ondertussen wordt op het terrein rond de centrale wél gewerkt aan andere duurzame initiatieven. Naast de Maximacentrale ligt een zonnepark van 32 megawatt. Om die energie op te slaan voor momenten van schaarste, bouwt Engie aan een zogenoemd ‘batterijpark’.
Op de strook grond tussen zonneveld en centrale verrijzen op dit moment grote batterijmodules, die eind 2025 operationeel moeten zijn. Ze kunnen drie uur lang stroom leveren op vol vermogen. Tussen de batterijen worden betonnen brandmuren geplaatst, om het risico op brand te beperken. Het project kost circa 50 miljoen euro.De plannen van Engie voor verduurzaming zijn ambitieus, maar de praktijk blijft voorlopig afhankelijk van fossiele brandstof. Zonder infrastructuur voor waterstoftransport komt een klimaatneutrale toekomst nog niet dichterbij. De Maximacentrale blijft, ondanks alle investeringen, voorlopig een van de grootste CO₂-bronnen van het land.
Peter Gillis terug bij af
Even geen worstenbroodjes eten in de Rolls en mensen te kakken zetten voor Peter Gillis. Hij mag 6 maanden brommen voor zijn malversaties en het vijf jaar lang frustreren van onderzoeken hiernaar. Peter Gillis van Massa is Kassa met zijn befaamde campings, iconische uitspraken mag nu een massa dagen achter de tralies doorbrengen. De rechtbank in Den Bosch maakte niet alleen een einde aan zijn zonnige imperium, maar ook aan zijn decadente levensstijl. Peter kreeg een celstraf van een jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk, voor grootschalige belastingfraude en daarbovenop kreeg zijn bedrijf een voorwaardelijke boete van €250.000, en werd € 250.000 cash in beslag genomen – exit nieuwe Rolls. Andere boetes, zoals dwangsommen van gemeenten (bijvoorbeeld €1,2 miljoen voor overtredingen op vakantiepark De Berckt) lagen Peter toch al zwaar op de maag. De verkoop van zijn imperium strandde na maanden en verschillende rechtszaken na een bod van een failliete charlatan.
Jarenlang hield hij met zijn Oostappen Groep bewust geldstromen buiten de boeken, onder meer door chalets ‘zwart’ te verhuren en administratie te laten verdwijnen als een toverslag bij heldere hemel. Volgens de rechter was Peter de “allesbepalende kracht” achter deze creatieve boekhouding, met een geschatte belastingontduiking van minstens een half miljoen euro. Zijn dochter Inge en ex-vrouw deelden niet alleen mee in de winst maar kregen taakstraffen van 240 en 180 uur en voorwaardelijke celstraffen van zes maanden. Peter zelf noemde het proces “oneerlijk” en overweegt hoger beroep, want opgeven doet hij niet. “Ik ben geen crimineel, ik voer gewoon geen strakke administratie,” zei hij met een knipoog naar de pers.
Of het bijten in vriendin Nicole’s rug en neus wél crimineel was, moet in een ander proces nog blijken. Voorlopig ruilt Peter zijn kasteel in voor een cel, maar wie weet: misschien schrijft hij nog een Hatseflats! boek over gevangeniskost of wellicht is John de Mol nog geïnteresseerd in een nieuwe real life soap over zijn rehabilitatie. SBS heeft na de uitspraak wel al laten weten dat het nieuwe seizoen van Massa is Kassa, gewoon vanaf 16 mei uitgezonden wordt.
Mislukte energietransitie
In Den Haag was er door netcongestie opnieuw een giga netstoring waardoor tienduizenden huishouden en bedrijven zonder stroom kwamen te zitten. Bij verzorgingstehuizen of ziekenhuizen kan stroomuitval grote gevolgen hebben. Als zo’n storing echt lang aanhoudt en er is geen communicatie, kan er van alles misgaan.
Maar liefst 200.000 huizen zouden in de toekomst zonder stroom kunnen komen te zitten door overbelasting van het stroomnet. Netbeheerders vrezen dat het piekgebruik van stroom zo snel stijgt dat het net in de zogeheten FGU-regio (Flevopolder, Gelderland en Utrecht) het op sommige momenten simpelweg niet aankan.
Een van de grootste windmolenfabrieken ETW ging failliet. Fastned leent steeds meer kapitaal om maar niet ten onder te gaan en Alfen zag de koers met 55% dalen in een paar maanden tijd. De Gemeente moesten verplicht de zero emissie plannen met een jaar uitstellen. Voor de circa 200 datacenters in Nederland zijn zo’n 1500 van de 3.210 windmolens nodig, dat is dus ongeveer de helft van het totale aantal windmolens.
De windmolens produceren nu al 40.000 gigawatt en moeten regelmatig worden getemperd om netcongestie te voorkomen. Een door subsidies voor miljarden opgezette accufabriek Nortvolt is nog tijdens de opstart failliet gegaan. Batterijen voegen in het gunstigste geval nog een etmaal stroomverbruik toe in 2035. Dat illustreert al dat alle batterijen hoe dan ook een druppel op een gloeiende plaat zijn, en als peperdure milieuvervuilende producten helemaal niet thuishoren in een energietransitie. Een thuisbatterij kan voor een particulier huishouden met zonnepanelen wel nuttig zijn nu de salderingsregeling gaat verdwijnen, maar dat voegt niks toe aan de landelijke stroomvoorziening.
Batterijen zijn trouwens toch totaal ongeschikt en te kostbaar voor nationale elektriciteitsopslag, ze zijn milieuvervuilend en hoe dan ook een druppel op een gloeiende plaat. Uit alles blijkt dat er te hoog gegrepen is en er te snel en teveel gewenst was. Donald Trump is tot nog toe de enige die de catastrofe aan ziet komen en trekt zijn handen af van alles wat met windmolens te maken heeft, schakelt terug naar fossiel en stapte uit het klimaatakkoord. De Eu wil echter eigenwijs, net als met oorlog voeren, van geen wijken weten en ook Nederlandse initiatieven blijven zwaar gesubsidieerd worden. Alhoewel de Green deal al niet meer in de mond genomen wordt gaat het nog steeds vanuit de Overheid met volle kracht vooruit. De netbeheerders hebben ook al aangegeven dat het allemaal niet gaat lukken en dat er tientallen miljarden en zeker vijftien jaar nodig zullen zijn willen de doelstellingen gehaald worden.
Nieuwe woningen kunnen niet opgeleverd worden en de miljarden aan kosten zullen moeten worden verhaald op de toch al zwaar belaste consument. TNO rekende de effecten door. Het gaat om scenario’s waarbij de energieprijzen met 5, 12 of 20 procent stijgen ten opzichte van de prijs halverwege 2024. Afhankelijk van welk scenario werkelijkheid wordt, verwacht TNO dat tussen de 550.000 en 640.000 huishoudens in Nederland in 2025 met energiearmoede te maken krijgen. Dat komt neer op een op de veertien huishoudens. Nu de prijzen stijgen verwachten ze dat het aantal energiearme huishoudens in 2025 weer zal toenemen. De meeste zonnepaneleninstallateurs en verkopers zijn het afgelopen half jaar een voor een failliet gegaan en ook autodealers hebben het moeilijk. Mede door het afschaffen van de salderingsregeling, de terugleververgoedingen en het uitschakelen van laadpalen, het stopzetten van subsidies op de aankoop van auto’s en duurder maken van de wegenbelasting etc., heeft het gros van de mensen geen enkel vertrouwen meer in de overheid als het om het verduurzamen van de eigen woning gaat. Mensen laten zich niet langer voor de gek houden.
De EU versnelde onnadenkend de energietransitie om de importafhankelijkheid van olie, gas en kolen te verminderen, echter, over de vraag waar de minerale grondstoffen, minerale halffabricaten en eindproducten vandaan moeten komen voor windmolens, zonnepanelen, batterijen, electrolysers en dergelijke werd niet nagedacht. Verder is verwerking van mineralen en andere industriële productie van nieuwe energiekapitaalgoederen in de EU lastig in het koolstofarme regime van het Fit-for-55-beleid te passen.
De energietransitie, werd bejubeld als de heilige graal, maar is in Nederland vastgelopen in een web van overbelaste kabels, vertraagde hoogspanningsstations en bureaucratische chaos. Het elektriciteitsnet, de ruggengraat van onze groene ambities, bezwijkt onder zijn eigen gewicht. Meer dan 20.000 aanvragers wachten op een stroomaansluiting, terwijl nieuwbouwwoningen in Wognum zonder elektriciteit zitten en bedrijven in Noord-Brabant en Zuid-Holland jarenlang in de rij staan. Dit is geen incident, maar een structurele mislukking die de woningbouw, industrie én de energietransitie zelf saboteert.
Netbeheerder TenneT, verantwoordelijk voor het hoogspanningsnet, schuift uitbreidingsplannen in Gelderland, Utrecht en Flevoland op van 2029 naar 2033 – mogelijk zelfs 2035. Een nieuw hoogspanningsstation in Utrecht-Noord? Onhaalbaar door lokale bezwaren en een dichtbevolkte regio. In Zuid-Holland is de netcapaciteit volledig opgebruikt, met wachttijden tot tien jaar. Stedin, een andere netbeheerder, zet tijdens piekperiodes zoals Kerst 2024 noodaggregaten in – een pleister op een open wond. Zelfs in Den Haag, het politieke hart van Nederland, moeten ambtenaren hun elektrische auto’s buiten de spits opladen en onderzoekt stadsvervoerder HTM hoe tramstroom kan worden opgeslagen in batterijen. Dit zijn geen futuristische oplossingen, maar wanhoopsmaatregelen.
Decennia van onderinvestering in het net, gecombineerd met een explosieve groei van stroomvraag door elektrificatie – denk aan warmtepompen, laadpalen en datacenters – hebben ons opgezadeld met te dunne kabels en te weinig verdeelstations. TenneT en Stedin spreken van een verdubbeling, soms zelfs verdrievoudiging van de netcapaciteit, maar dat duurt tot 2033, zo niet langer. Tot die tijd moeten we het doen met ‘flexvermogen’: een eufemisme voor het dwingen van grootverbruikers om hun stroomgebruik te beperken. Bedrijven, overheden en zelfs ministeries moeten nu onderling afstemmen wie wanneer de koffiezetapparaten aanzet.
De economische schade is immens: jaarlijks 10 tot 40 miljard euro door netcongestie. Zonne- en windparken, de paradepaardjes van de energietransitie, worden steeds vaker stilgelegd omdat het net hun stroom niet aankan. In 2024 waren er 532 uren met negatieve stroomprijzen, waarbij producenten geld tóélegden om hun energie kwijt te raken. Dit ondermijnt niet alleen hun verdienmodel, maar ook het draagvlak voor duurzame energie. Ondertussen stijgen de nettarieven door 2,5 miljard euro aan uitbreidingskosten, wat de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie verder uitholt.
Het kabinet probeert met garanties voor TenneT en versnelde procedures de schade te beperken, maar dit zijn lapmiddelen. De beloofde 90 miljard euro aan investeringen tot 2030, oplopend tot 200 miljard in 2040, klinkt indrukwekkend, maar komt te laat. Een ‘flexibele backstop’ om slimme apparaten tijdelijk uit te schakelen bij overbelasting? Dat is symptoombestrijding, geen oplossing. En terwijl militaire projecten voorrang krijgen via een speciale wet, blijven burgers en bedrijven achter in de rij.
De energietransitie is geen succesverhaal, maar een waarschuwing. Groene idealen zijn prachtig, maar zonder een robuust en toekomstbestendig net blijven ze luchtkastelen. Nederland heeft jarenlang de ogen gesloten voor de praktische realiteit van elektrificatie. Nu betalen we de prijs: stilvallende windmolens, wachtlijsten voor stroom en een samenleving die op rantsoen wordt gezet. Het wordt tijd dat we stoppen met dromen en beginnen met bouwen – voordat het licht echt uitgaat.
Beleggen voor beginners
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) legde Bux een boete van 1,6 miljoen euro op, omdat het bedrijf onder andere finfluencers betaalde voor het aanbrengen van klanten. Deze boete werd op 18 november 2024 opgelegd, vóór de overname door ABN AMRO. Het bedrijf maakte gebruik van een ‘vriendenprogramma’ en een ‘affiliateprogramma’ om nieuwe klanten te werven. Via het vriendenprogramma ontvingen bestaande klanten een ‘gratis aandeel’ – in de praktijk stortte Bux geld op de rekening van de klant om een aandeel te kopen – voor het aanbrengen van een nieuwe klant. Bux bepaalde welk aandeel werd gekocht en koos voor aandelen met hoge marges. De gemiddelde waarde van deze aandelen lag volgens Bux tussen de 3 en 15 euro, met uitschieters tot 200 euro. Hiermee werden in 2022 bijna 21.000 nieuwe klanten geworven. In het affiliateprogramma werkte Bux met finfluencers en vergelijkingswebsites via affiliatemarketingbureaus, die banners en trackinglinks gebruikten om bezoekers door te verwijzen naar Bux. Bezoekers die zich registreerden, werden als leads geteld, waarvoor het marketingbureau werd betaald – in een voorbeeldcasus hield een finfluencer hier 30 euro aan over.
Als het hele proces werd doorlopen en een beleggingsrekening werd geopend, werd de bezoeker een nieuwe klant. Via dit programma werden in 2022 in totaal 5.635 nieuwe klanten geworven, waarvan 3.251 via finfluencers en 2.384 via vergelijkingswebsites. In december 2021 wees de AFM erop dat het provisieverbod ook geldt voor vergoedingen aan finfluencers. De overtredingen kwamen eerder dat jaar aan het licht bij een AFM-onderzoek, waarbij bedrijven een vragenlijst moesten invullen. Bux liet weten de aanbrengvergoedingen in april 2023 te hebben beëindigd en dat ABN AMRO bij de overname in december 2023 op de hoogte was van de discussie met de AFM. Directeur Yorick Naeff van Bux beweerde dat de vergoedingen uit eigen zak kwamen en dat klanten niet zijn benadeeld. Tegenover persbureau ANP gaf Naeff aan dat de zaak voor de rechter is geweest, maar dat die geen reden zag om de boete in te trekken. Volgens Naeff is de reikwijdte van het provisieverbod onduidelijk, waarbij Nederland strenger lijkt dan andere landen. Bux overweegt een bodemprocedure.
Strikt vertrouwelijk
De samenwerking tussen de CIA en de Mossad gaat terug tot de Koude Oorlog, met gedeelde belangen in het Midden-Oosten, contraspionage, en antiterrorisme. Dit is geen geheim: de VS en Israël wisselen al decennia inlichtingen uit, vaak via formele kanalen zoals de “Five Eyes”-uitbreiding of bilaterale overeenkomsten. Operaties zoals het delen van info over Sovjet-spionage of Iran’s nucleaire programma zijn bekend. De CIA-Mossad-band is reëel en oud. De theorie dat Epstein’s escapes naast zijn eigen bevrediging bedoeld waren om hooggeplaatste figuren als Clinton en Trump te chanteren zou verklaren dat de CIA en Mossad samenwerkten om Epstein te beschermen. Epstein, Wexner, Dershowitz speelden een belangrijke rol. Epstein, die mogelijk als Mossad-agent, een inlichtingenoperatie bestierde om compromitterend materiaal te verzamelen en zijn Joodse achtergrond, connecties met figuren als Leslie Wexner (ook Joods), en de vermeende Mossad-link via Robert Maxwell (Ghislaine’s vader)geven reden tot zorg.
Epstein’s huizen (Palm Beach, Manhattan, Little Saint James) waren uitgerust met camera’s en leverden foto’s, video’s, en getuigenissen – ideaal voor chantage. De Mossad zou dit kunnen gebruiken om invloed uit te oefenen op westerse elites, een tactiek die ze historisch hebben toegepast (bijv. honeypot-operaties). Ari Ben-Menashe’s bewering dat Epstein en Maxwell voor Israël werkten is frappant te noemen. Epstein’s onverklaarbare rijkdom en toegang tot machtigen suggereren een achterliggende sponsor, mogelijk een staat als Israël. De “klanten” – hooggeplaatste figuren zoals Bill Clinton, Donald Trump, prins Andrew, en anderen – werden gelokt naar Epstein’s feesten, vastgelegd op beeld, en vervolgens gechanteerd. Epstein en Maxwell boden een omgeving van verleiding (seks, luxe, exclusiviteit), wetende dat deelname deze figuren kwetsbaar zou maken.
De chantage kon politiek (stemgedrag), financieel (donaties), of persoonlijk (zwijgen) worden ingezet. Bill Clinton vloog 26 keer met Epstein’s jet tussen 2001 en 2003, en zijn naam komt 50+ keer voor in de Giuffre-documenten. Trump’s vriendschap en vluchtlog-vermeldingen zijn bekend, net als prins Andrew’s schikking met Giuffre. Michael Wolff’s claim over foto’s van Trump met topless vrouwen bij Epstein’s zwembad hint naar vastgelegd bewijs. The Wall Street Journal meldde in mei 2023 dat Epstein Gates chanteerde over een affaire, wat leidde tot zijn scheiding.
Clinton’s banden met Epstein zijn goed gedocumenteerd: frequente vluchten, bezoek aan Epstein’s huizen, en vermeldingen in rechtbankdocumenten. Virginia Giuffre probeerde hem in 2015 te dagvaarden als getuige tegen Maxwell, wat suggereert dat hij meer wist. Hij ontkent misbruik, maar gaf toe Epstein’s jet te hebben gebruikt “voor stichtingswerk.” Als Epstein beeldmateriaal had van Clinton in compromitterende situaties, zou dit zijn politieke keuzes na zijn presidentschap (1993-2001) hebben beïnvloed, zoals zwijgen over Epstein of het steunen van bepaalde beleidslijnen. Er is geen direct bewijs dat Clinton werd gechanteerd, maar zijn nauwe band en latere afstandelijkheid passen bij iemand die risico’s wilde vermijden. Israël had baat bij invloed op een ex-president; Clinton’s Midden-Oostenbeleid (Oslo-akkoorden) was cruciaal voor hun veiligheid.
Chantage zou een manier zijn om zijn latere acties te sturen. Als de Mossad Epstein runde om elites te chanteren, bevatten de tot nu toe geheim gehouden dossiers niet alleen criminele namen, maar ook inlichtingenoperaties die Israël en de VS willen verbergen. Als Epstein’s operatie inderdaad Israëlische inlichtingen diende, zou een volledige “klantenlijst” (met bewijs van chantage) hun netwerk en methoden blootleggen. Dit zou de VS dwingen te reageren, wat de alliantie schaadt.Clinton, Trump, en anderen hebben belang bij stilte. Hun namen in gefilterde vorm (vluchtlogs, geen foto’s) zijn al gênant, maar harde bewijzen zouden carrières of erfenissen vernietigen. Patel en Bongino spelen mogelijk een dubbelspel: Trump’s agenda (bescherming) en geopolitieke stabiliteit (Mossad/CIA-deals). Dit zou verklaren waarom Bondi meer eist, maar alleen oud spul krijgt. Staatsaanklager Acosta’s hint over geheime dienst betrokkenheid ondersteunt dat Epstein een inlichtingenrol had, mogelijk Mossad, en Clinton’s geval laat zien hoe chantage werkte.
Patel en Bongino’s gefilterde vrijgave beschermt beide kanten: Trump en andere “slachtoffers” blijven gespaard, terwijl Mossad-operaties verborgen blijven. Het Joodse aspect (Epstein, Wexner) is aanwezig, maar niet exclusief – het gaat om macht, niet etniciteit. Donald Trump moest gedwongen door een rechterlijke uitspraak, de lijsten openbaar maken en dat deed his niet vrijwillig of uit transparantie. In januari 2024 besliste rechter Loretta Preska in New York dat 943 pagina’s uit de Virginia Giuffre-Maxwell-zaak (2015) openbaar moesten worden, met meer dan 170 namen van Epstein-connecties. Dit was een civiele zaak, geen bevel aan Trump’s administratie, maar het zette druk op de publieke verwachting dat hij, als president in 2025, meer zou vrijgeven. Tijdens zijn campagne beloofde Trump indeed de Epstein-dossiers te declassificeren, naast JFK- en MLK-documenten. Trump zag dit wellicht als een kans op een valse vlag; luid roepen over openheid, maar dan komen met oude, zwartgelakte lijsten (contacten, vluchtlogs). Het past bij een politieke strategie: beheers het narratief, stel verwachtingen, en lever net genoeg om critici te sussen zonder echte schade. Patel en Bongino, als loyalisten zouden hierin een rol kunnen spelen door de FBI-output te filteren. Tot nu toe lijkt het te werken. De “Phase 1”-release werd een anticlimax – geen “klantenlijst” met daders, alleen bekende namen zonder nieuw bewijs. Trump’s basis klaagt, maar accepteert het grotendeels als “deep state”-sabotage, niet als zijn falen.
Bondi’s eis voor meer documenten leverde geen grote doorbraak op, wat suggereert dat Patel en Bongino de controle houden of dat de FBI interne blokkades opwerpt. Nu “Phase 2” uitblijft is het vertrouwen in Patel en Bongino en Trump als sneeuw voor de zon verdwenen. Net als Clinton heeft ook Trump een patroon van ontkenning, halve waarheden en vooruit schuiven. Zijn Epstein-connecties – 26 vluchten, 50+ vermeldingen in Giuffre-documenten – maken hem verdacht, maar zijn geen keihard bewijs. Geen getuigenis, geen bekentenis, alleen ontkenningen via woordvoerders. Clinton’s frequente reizen met Epstein (2001-2003) en Giuffre’s poging hem te dagvaarden (2015) suggereren dat hij meer weet. Als Epstein hem chanteerde – bijv. met beeldmateriaal – zou dat verklaren waarom hij zich stil houdt. Zijn stilte kan zelfbescherming zijn, wetende dat Trump’s gefilterde vrijgave hem voorlopig spaart.
Hillary Clinton voerde sindsdien campagne en sprak namens de familie, zoals tijdens de 2024-verkiezingen. Haar loyaliteit is opvallend, zeker na Lewinsky en nu Epstein. Is het vergeving, politieke berekening, of een gedeeld belang om Bill’s geheimen te bewaken? Ze houdt zich verre van Epstein-commentaar. Als Epstein inderdaad een Mossad-operatie runde, waren Clinton en Trump beiden chantagedoelen. Trump’s “valse vlag” zou dan niet alleen hemzelf beschermen, maar ook Clinton en anderen – en indirect Israël’s belangen. Acosta’s hint (“inlichtingendienst”) past hierbij: de deal in 2008 spaarde een netwerk, niet alleen Epstein. Epstein, Wexner, en Dershowitz als Joodse figuren in de kern kunnen dit narratief voeden, maar Clinton (niet Joods) als slachtoffer toont dat het om macht ging, niet etniciteit. De Mossad zou iedereen chanteren, ongeacht afkomst. Trump’s strategie – beloven en weinig leveren – lijkt een slimme zet: de rechter dwong openheid, hij speelde mee, maar hield het oppervlakkig. Clinton, met zijn “sigarenleugens”-verleden, blijft op de achtergrond, mogelijk wetende dat Trump’s filter hem ook beschermt. Hillary’s rol als frontvrouw is opmerkelijk.
Het houdt nu stand, maar een lek, rechtszaak, of publieke druk kan het doen barsten. De term “deep state” krijgt vaak een moderne lading, maar het idee van verborgen krachten – inlichtingendiensten, elites, bureaucratieën – die achter de schermen opereren, gaat terug tot minstens de Koude Oorlog. Denk aan CIA-operaties zoals MKUltra of de Mossad’s stilzwijgende invloed op westerse politiek. Epstein’s zaak lijkt een hedendaags hoofdstuk: Acosta’s hint in 2008, de gefilterde vrijgave in 2025 – het voelt als hetzelfde spel, andere spelers. Trump en Clinton lijken beiden gevangen in dit web. Trump’s “valse vlag” – beloven de deep state te ontmantelen, maar slechts een oppervlakkige show leveren – houdt het systeem intact. Clinton’s stilte en Hillary’s frontrol suggereren dat ook zij meespelen, bewust of gedwongen. De deep state blijft diep omdat het niet om individuen gaat, maar om een zelfbeschermend mechanisme. Zelfs met figuren als Patel en Bongino, die anti-establishment roepen, wordt de kern niet geraakt.
Epstein’s dossiers – of ze nu Mossad, CIA, of pure elite-corruptie verbergen – blijven begraven omdat het systeem zichzelf altijd herstelt. Als de Mossad inderdaad achter Epstein zat, is dat een perfect voorbeeld van hoe diep en internationaal dit gaat. Een buitenlandse dienst die Amerikaanse elites chanteert, met de CIA als stille partner, overstijgt presidentschappen – het is een permanente laag. Trump’s strategie werkt nu omdat de deep state flexibel is: het absorbeert schokken (rechterlijke uitspraken, publieke druk) en spuwt net genoeg uit (zwartgelakte lijsten) om te overleven. Clinton’s zwijgen houdt stand zolang niemand hem dwingt te praten – en met Hillary als buffer lijkt dat unlikely. Van JFK’s dood (met Mossad-theorieën) tot Epstein’s “zelfmoord” met kapotte camera’s: het patroon is dat de waarheid half doorsijpelt, maar nooit volledig breekt. De deep state hoeft niet te winnen, alleen te blijven. Het systeem is te groot, te oud, te diep om te veranderen, zelfs met een Trump of een Clinton in de spotlight. Misschien is dat waarom Patel en Bongino’s gefilterde dossiers zo’n anticlimax zijn – niet hun falen, maar het bewijs dat de machine altijd draait. Het FBI stelt plotseling dat er toch geen bewijs is gevonden van een “klantenlijst” waarmee Epstein machtige figuren zou hebben gechanteerd, en bevestigt dat hij in 2019 zelfmoord pleegde in zijn cel. Dit weerspreekt eerdere beweringen van onder anderen procureur-generaal Pam Bondi, die in februari 2025 suggereerde dat er een lijst op haar bureau lag. Ook Trump zelf wil het er niet meer over hebben. Trump en Epstein waren vrienden in de jaren ’90 en vroege jaren 2000. Trump vloog minstens zeven keer met Epstein’s privéjet tussen 1993 en 1997 en noemde hem in 2002 een “geweldige vent” in New York Magazine. Trump ontkent bezoeken aan Epstein’s eiland en zegt sinds 2004 geen contact meer te hebben gehad.
Op sociale media, inclusief X en Truth Social is het onderwerp trending en sommige MAGA-aanhangers, zoals Laura Loomer en Jack Posobiec, uiten frustratie over het uitblijven van nieuwe onthullingen. Elon Musk’s escaleerde eerder zijn vete met Trump door op 5 juni 2025 te posten dat Trump in de Epstein-files staat en dat dit de reden is waarom ze niet openbaar zijn. Hij verwijderde deze post later en gaf toe “te ver” te zijn gegaan, maar noemde de DOJ-memo van 7 juli 2025 de “laatste druppel” en deelde memes die de FBI-bevindingen bespotten.
Het is opmerkelijk dat de FBI en DOJ een 360 graden draai hebben gemaakt vooral gezien de geschiedenis van Epstein’s connecties met machtige figuren. Trump’s terughoudendheid om over Epstein te praten, zoals zijn afwijzende reactie op 8 juli 2025 (“Are people still talking about this creep?”) voedt speculatie. Zijn gedocumenteerde banden met Epstein, zoals de vluchten en sociale contacten, zijn geen bewijs van schuld, maar rechtvaardigen publieke vragen. Zijn ontkenning van betrokkenheid wordt ondersteund door Epstein’s advocaat David Schoen, maar het gebrek aan transparantie blijft een probleem.
De woede op X en Truth Social weerspiegelt een breed gedragen wantrouwen in instellingen. De Epstein-zaak blijft een gesloten boek.
Staatssteun om je brief te bezorgen
PostNL redt het al langer financieel niet meer. Postzegels werden duurden en bezorgdagen verminderd en PostNL leegt ook de meeste brievenbussen in Nederland al eerder op de dag in plaats van alle post op te halen na 17.00 uur, maar niets hielp. 14% van alle post wordt al lang niet meer binnen een dag bezorgd. PostNL wil daarom minimaal twee jaar lang staatssteun om de postbezorging in stand te kunnen houden. De extra steun is volgens PostNL net zo lang nodig, totdat de overheid de Postwet aanpast en bijvoorbeeld de wettelijke bezorgtermijn oprekt naar meerdere dagen. PostNL vraagt 30 miljoen euro voor 2025 en 38 miljoen euro voor 2026. Ook willen zij een verlenging van de bezorgtermijn voor reguliere post met twee of drie dagen. Maar het ministerie van Economische Zaken wees het verzoek 30 juni af. PostNL maakte bezwaar en gaat 4 augustus naar de bestuursrechter. ‘Als het moet, gaan ze door tot de Raad van State.’ 4 augustus 2025 werd “Gegeven de grote impact op de financiële positie” een voorlopige voorziening aangevraagd waarin ze verzoeken om een voorschot en een snelle juridische uitspraak. Het ministerie gaat in plaats van de subsidie de postwetvoorwaarden versoepelen waarbij PostNL meer tijd krijgt in plaats van geld. Volgens PostNL maakt dat geen verschil en moet de verplichte eendag verwerking uiteindelijk naar 3 dagen.
In 2024 had PostNL een winst voor aftrek van rente en belastingen van 53 miljoen euro. Dat was in 2023 nog 92 miljoen euro. PostNL had in november nog een verwachting uitgesproken voor een resultaat in 2024 van circa 80 miljoen euro. De omzet bedroeg in 2024 ruim 3,2 miljard euro. Gelukkig twijfelt de minister over het geven van Staatssteun. Vooral wanneer je bedenkt dat Herna Verhagen, CEO van PostNL, met ruim 1 miljoen naar huis ging elk jaar. Zij is inmiddels ingewisseld voor Pim Berendsen. Hopelijk gaat hij zijn ervaring bij Van Gansewinkel gebruiken voor een reorganisatie die kennelijk hard nodig is na 13 jaar Herna en wellicht kan hij een nieuwe CDO voor een paar ton minder vinden dan dat hij zelf kostte. De hele raad van bestuur (twee personen) kost ook nog eens bijna 2 miljoen en de waarde van deze twee heeft zich nog altijd niet verzilverd.
En dan hebben we het nog niet over de kapitale miljoenen sponsoring van de wielrennerij. Mismanagement (inefficiëntie, zwakke strategie) en geduchte, beter draaiende concurrentie (DHL, DPD, etc.) verklaren waarom PostNL ondanks een sterke pakketbasis toch klaagt en zelfs staatssteun wil. Er zou ook een verziekte werksfeer zijn en lage lonen met daarbij intimidatie door boze klanten. Postbezorgers klagen met name over de loodzware ronden die zij moeten lopen en het ziekteverzuim is bij sommige depots opgelopen tot 20 procent. Briefpost is erg 1970 en wellicht moet de postzegel voor de wel relevante post dan maar naar 2 of 3 euro en verwerkt worden als klein pakketje, waardoor het niet meer verliesgevend is. Aandeelhouders zijn toch al boos die kunnen wel een jaartje met een stuk minder dividend in de aanloop naar meer later. Zo’n dividenbesparing lever al snel 30 miljoen euro op en laat dat nou net het benodigde bedrag aan staatsteun zijn.
Iedereen ander mag desgewenst een eigen bedrijf beginnen dat post bezorgt. Die Stadspost van vroeger was zo slecht nog niet. Post moet een niche zonder verlies worden, zonder UPD (Universele Post Dienst) en 2e Kamer gezeur en zeker zonder staatssteun. DHL is er niet op uit om alle zakelijke en consumentenpost van PostNL over te nemen. Pas vanaf een gewicht van 50 gram, waar drie postzegels voor nodig zouden zijn, is DHL op dit moment voordeliger. Zij zijn nog niet interessant voor heel veel brieven van bijvoorbeeld de Belastingdienst die weinig wegen. Tenzij het natuurlijk binnen 24 uur bezorgd zou moeten worden. Op het moment dat een andere partij de bezorgtermijn verruimt, kan dat volgens een DHL-woordvoerder best een concurrentieel voordeel worden.
Folderbezorger Spotta, bekend van de landelijke verspreiding van reclamefolders en direct mail, stapt in de postbezorging. Begin mei registreerde het bedrijf zich officieel bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM) als postbedrijf, zoals verplicht is onder de huidige Postwet. Met deze stap wil Spotta de concurrentie aangaan met PostNL, dat momenteel als enige partij landelijke post in Nederland bezorgt.
Het Deense staatspostbedrijf PostNord stopt met ingang van volgend jaar juist met brieven bezorgen. Daarmee komt na vierhonderd jaar een einde aan de brievendienst. In Denemarken werd afgelopen jaar al 30 procent minder brieven verstuurd. “De laatste brief wordt aan het einde van het jaar bezorgd”, schrijft het postbedrijf in een verklaring. De wettelijke verplichting om in heel Denemarken post te bezorgen, was in 2024 al geschrapt.
Gevaarlijke groenten en fruit uit oorlogsgebied
Nederland importeert een breed scala aan groenten en fruit uit Oekraïne. In 2020 was de import van verse groenten uit Oekraïne ongeveer 200.000 ton, en de import van verse fruit was ongeveer 60.000 ton. De belangrijkste producten die Nederland uit Oekraïne importeert, zijn onder andere uien en watermeloenen, maar ook graan.
In conflictgebieden kunnen chemische stoffen, zoals bomresten en verontreinigende materialen (bijvoorbeeld door explosieven), de bodem vervuilen. Dit kan gevaarlijke stoffen zoals zware metalen of andere schadelijke verbindingen in de grond achterlaten, die door gewassen kunnen worden opgenomen. Explosies en verbranding van militaire voorraden kunnen schadelijke deeltjes in de lucht brengen, die neerslaan op landbouwgewassen en zo de voedselveiligheid kunnen beïnvloeden. Oorlogsvoering kan leiden tot het beschadigen van infrastructuur, zoals waterzuiveringsinstallaties, waardoor besmetting van waterbronnen kan plaatsvinden. Als gewassen geïrrigeerd worden met verontreinigd water, kan dit de producten vervuilen. In oorlogszones kunnen gewassen mogelijk niet goed worden beheerd of geoogst, en de productiesystemen kunnen verstoord raken, wat kan leiden tot een verhoogd risico op besmetting of minder zorgvuldige oogst- en opslagpraktijken. Oekraïne is een land dat veel landbouwproducten exporteert, maar de situatie varieert sterk per regio.
1. Zware metalen:
Lood (Pb): Lood is een veelvoorkomend bestanddeel in munitie en kan in de bodem terechtkomen na explosies of het gebruik van ammunitie. Gewassen kunnen dit zware metaal opnemen uit de verontreinigde bodem, wat schadelijk is voor de gezondheid van mensen die de besmette producten consumeren.
Koper (Cu), zink (Zn), en cadmium (Cd): Deze metalen kunnen ook afkomstig zijn van munitie of industrieel afval. Ze kunnen in de bodem en water terechtkomen en door gewassen worden opgenomen.
2. Aardoliederivaten en petrochemicaliën:
Benzeen, tolueen, xylenen en andere vluchtige organische stoffen: In oorlogssituaties worden vaak oliebronnen beschadigd, tanks of voertuigen verbrand, wat kan leiden tot het vrijkomen van aardoliederivaten. Deze stoffen kunnen de bodem en het water verontreinigen en door gewassen worden opgenomen.
Polyaromatische koolwaterstoffen (PAK’s): Dit zijn kankerverwekkende stoffen die vrijkomen bij verbranding van olieproducten, rubber of ander industrieel materiaal. Ze kunnen zich ophopen in de bodem en via de wortels door gewassen worden opgenomen.
3. Explosieven en hun residuen:
Nitroglycerine (en andere stoffen in explosieven zoals TNT en ammoniumnitraat): Explosieven bevatten vaak chemische verbindingen die schadelijk kunnen zijn voor de bodem en het water. De verontreiniging door explosieven kan vooral voorkomen in gebieden waar zware bombardementen en grondgevechten hebben plaatsgevonden.
Metalen uit gebruikte munitie zoals uraniummunitie: In sommige gevallen kunnen munitieafvalproducten, zoals uranium of andere metalen, in de bodem komen, wat schadelijk is voor zowel de omgeving als voor gewassen.
4. Schadelijke chemicaliën uit geïsoleerde industriële processen:
Chloorverbindingen en fosforverbindingen kunnen vrijkomen door chemische wapens of vanwege de schade aan industriële installaties die gevaarlijke stoffen bevatten. Ze kunnen via de lucht of waterstromen de landbouwgronden bereiken.
5. Pesticiden en herbiciden:
In oorlogssituaties kunnen ook schadelijke pesticiden of herbiciden in de omgeving terechtkomen. Als bepaalde voorraden landbouwchemicaliën of chemische wapens in de verwoeste gebieden worden verspreid, kunnen gewassen deze stoffen absorberen.
6. Radioactieve stoffen:
Cesium-137, strontium-90, en andere radio-isotopen: In zeldzamere gevallen kunnen radiologische materialen, zoals die vrijkomen bij een nucleaire explosie of ongecontroleerde opslag van nucleair materiaal, de omgeving besmetten. Hoewel dit een extreem geval zou zijn, kunnen dergelijke stoffen op de langere termijn ernstige gevolgen hebben voor de voedselketen.
7. Pathogenen en microbiële besmetting:
Door het beschadigen van infrastructuren (zoals waterzuiveringsinstallaties) kunnen microbiële stoffen zoals E. coli, Salmonella of Listeria in het milieu komen. Hoewel deze niet direct met de oorlogsmiddelen te maken hebben, kunnen ze wel de voedselveiligheid in conflictgebieden beïnvloeden.
Gewassen kunnen verontreinigde stoffen uit de bodem opnemen via hun wortels en stoffen die via de lucht worden verspreid (bijvoorbeeld door explosies of branden) kunnen neerslaan op de gewassen. Verontreiniging van waterbronnen kan ook bijdragen aan de besmetting van gewassen wanneer ze geïrrigeerd worden met vervuild water.Carcinogene stoffen (PAK’s, benzeen, etc.): Veel van deze stoffen zijn kankerverwekkend en kunnen langdurige gezondheidsproblemen veroorzaken. Het consumeren van voedsel dat in contact is gekomen met explosieven of residuen van explosieve stoffen kan leiden tot vergiftiging of andere gezondheidsproblemen. Blootstelling aan radioactiviteit kan leiden tot stralingsziekte, kanker en genetische schade.
De exacte stoffen die mogelijk de landbouwproducten uit Oekraïne kunnen verontreinigen, zijn dus breed en variëren van zware metalen tot chemische stoffen en radioactieve deeltjes. Hoewel er toezicht en controles zijn om deze risico’s te beperken, is het belangrijk om voor producten uit conflictgebieden zorgvuldige monitoring te hebben om de voedselveiligheid te waarborgen.
Commentaar of kritiek op onze columns kunt u mailen naar: Rvschaik@bvs.nl