Royal Imtech

Het Imtech-dossier: een reconstructie van een van de grootste bedrijfsschandalen in de Nederlandse geschiedenis

Imtech was ooit een van de grootste technische dienstverleners van Europa, met meer dan 25.000 werknemers en een omzet van meer dan 5 miljard euro. Het bedrijf was actief in diverse sectoren, zoals de bouw, de industrie, de infrastructuur, de energie en de ICT. Het bedrijf stond bekend om zijn innovatieve en duurzame oplossingen, en was een beurslieveling onder de beleggers. Maar achter de schermen ging het helemaal mis. Imtech bleek betrokken te zijn bij grootschalige fraude, corruptie en mismanagement, die uiteindelijk leidden tot het faillissement van het bedrijf in 2015. In maart 2024 werd door de curatoren een schikking van 40 miljoen euro  getroffen met de verantwoordelijke bestuurders en commissarissen. KPMG moet voor haar aandeel ook meebetalen. De VEB ontvangt hiervan 7 miljoen euro en 1 miljoen wordt aangewend om advocaten en commissarissen schadeloos te stellen. Tot ieders verbazing ontving Boudewijn Gerner de ex chief financial officer onlangs nog 800.000 euro aan salaris, pensioen en ontslagvergoeding. 

De opkomst en ondergang van Imtech

Imtech ontstond in 1993 uit een fusie tussen de Nederlandse bedrijven Internatio-Müller en Rud. Otto Meyer. Het bedrijf groeide snel door overnames van andere technische bedrijven in binnen- en buitenland, zoals EIA Electronics, Farnest Engineering Services, Meica Group Limited, Brocom Automatisering B.V. en Rheinhold & Mahla Technik. Imtech werd een toonaangevende speler in de Europese markt, met vestigingen in meer dan 20 landen. Het bedrijf werkte aan prestigieuze projecten, zoals de Noord/Zuidlijn in Amsterdam, de luchthaven van Berlijn, de kerncentrale van Olkiluoto in Finland, en het pretpark Adventure World Warsaw in Polen. Het bedrijf behaalde recordomzetten en -winsten, en zag zijn beurskoers stijgen tot meer dan 30 euro per aandeel in 2011.

Maar onder het succesvolle imago van Imtech schuilden grote problemen. Het bedrijf bleek betrokken te zijn bij grootschalige fraude en corruptie in Duitsland en Polen, waar het bedrijf onder meer een nep-pretpark en een nep-voetbalstadion had gefinancierd met valse facturen en smeergeld. Het bedrijf had ook te veel betaald voor overnames, en had te veel schulden opgebouwd. Het bedrijf had ook een gebrekkige interne controle en een zwakke corporate governance, waardoor de top van het bedrijf onvoldoende zicht had op de werkelijke situatie van het bedrijf. Het bedrijf had ook de beleggers misleid met onjuiste en onvolledige informatie over de financiële positie en de resultaten van het bedrijf.

De problemen bij Imtech kwamen aan het licht in januari 2013, toen ABN Amro-analist Teun Teeuwisse een kritisch rapport publiceerde over Imtech, waarin hij wees op de benarde kaspositie van het bedrijf en de noodzaak tot een claimemissie. Hij sprak ook zijn vermoedens uit dat Imtech omzet zou boeken op verzonnen projecten in Duitsland. Zijn rapport zorgde voor een flinke koersdaling van Imtech, die vervolgens Frans van der Grint inschakelde voor een tegenoffensief. Frans van der Grint was een bekende communicatieadviseur, die gespecialiseerd was in strategische communicatie bij complexe kwesties, incidenten en crisissituaties. Hij werkte voor het communicatiebureau Hill+Knowlton, waar hij strategy director was en waar oud-staatssecretaris Jack de Vries bestuurslid was. Van der Grint probeerde de geloofwaardigheid van Teeuwisse en zijn collega’s te ondermijnen door te suggereren dat de analisten zich lieten gebruiken door hedgefondsen die short gingen op het aandeel Imtech. Ook beweerde Van der Grint dat er onwaarheden stonden in het rapport en dat de analisten geen toegang hadden tot de juiste informatie.

De lastercampagne van Van der Grint had grote gevolgen voor de analisten van ABN Amro, die onder druk kwamen te staan van zowel Imtech als de Autoriteit Financiële Markten (AFM), die zelfs een onderzoek startte naar mogelijke marktmanipulatie door de analisten. Uiteindelijk greep de topman van ABN Amro, Joop Wijn, persoonlijk in om een einde te maken aan de laster van Van der Grint en Jack de Vries. De AFM concludeerde op 11 december 2013 dat er geen sprake was van marktmanipulatie door de analisten en dat Imtech wel degelijk betrokken was bij grootschalige fraude en corruptie in Duitsland en Polen. De AFM legde Imtech een boete op van 1,25 miljoen euro voor het overtreden van de financiële toezichtwetgeving. Van der Grint was ook verantwoordelijk voor de communicatie rondom de twee claimemissies die Imtech probeerde te doen om te overleven, maar die uiteindelijk niet genoeg waren om het faillissement te voorkomen in augustus 2015. Van der Grint heeft zich nooit publiekelijk verantwoord voor zijn rol in het Imtech-dossier, en is in 2019 mede-oprichter geworden van Confidant Partners, een nieuw adviesbureau dat zich richt op de dilemma’s en behoeften van bestuursleden, directeuren en commissarissen. Op 6 juli 2018 trouwde Van der Grint met Merel van Vroonhoven, die in 2014 benoemd was tot voorzitter van de AFM. Zij had als toezichthouder op de financiële sector te maken met de gevolgen van het Imtech-schandaal, zoals de claimemissies, de beursnotering en de schuldeisers. Zij stapte in 2019 over naar het onderwijs en werd leraar in het speciaal onderwijs. Van der Grint heeft de waarheid proberen te verdoezelen en geprobeerd om de klokkenluiders van de ABN AMRO te intimideren. Hij heeft zich onethisch en onprofessioneel gedragen in deze zaak en nooit publiekelijk excuses aangeboden of verantwoording afgelegd voor zijn rol in het Imtech-dossier.

De nasleep en de gevolgen van het Imtech-dossier

Het faillissement van Imtech had grote gevolgen voor de betrokken partijen, zoals de beleggers, de schuldeisers, de werknemers, de accountants, de banken, de curatoren, de toezichthouders, de media, de politiek, en de justitie. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen en gebeurtenissen na het faillissement van Imtech:

  • De beleggers van Imtech leden enorme verliezen, aangezien het aandeel Imtech vrijwel waardeloos werd na het faillissement. Sommige beleggers probeerden hun schade te verhalen op Imtech, de accountant KPMG, de banken, of de bestuurders van Imtech. Er werden verschillende procedures gestart, zoals een collectieve actie van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB), een enquêteprocedure van de Ondernemingskamer, een schikking van de Stichting ImtechClaim.nl, en een arbitrageprocedure van de Stichting Imtech Arbitrage. Deze procedures zijn nog steeds gaande, en het is nog onduidelijk of de beleggers enige compensatie zullen ontvangen voor hun verliezen.

De schuldeisers van Imtech, zoals de banken, de obligatiehouders, de leveranciers, en de onderaannemers, probeerden hun vorderingen te innen bij de boedel van Imtech, of bij de dochterondernemingen die niet failliet waren gegaan. Sommige schuldeisers maakten ook gebruik van het recht van reclame, het recht van retentie, of het recht van verrekening, om hun eigendommen terug te krijgen of hun schade te beperken. De totale schuldenlast van Imtech bedroeg meer dan 1,1 miljard euro, terwijl de boedel slechts 405 miljoen euro waard was. De schuldeisers konden dus niet al hun vorderingen voldaan krijgen, en moesten genoegen nemen met een gedeeltelijke uitkering. De banken, die een preferente positie hadden, kregen ongeveer 60 procent van hun vorderingen terug. De overige schuldeisers, die een concurrente positie hadden, kregen slechts een paar procent van hun vorderingen terug.

  • De werknemers van Imtech verloren hun baan, hun salaris, hun pensioen, en hun zekerheid. Sommige werknemers konden overstappen naar andere bedrijven die de activiteiten of de projecten van Imtech overnamen, maar veel werknemers bleven achter zonder werk of inkomen. De werknemers kregen ook te maken met de gevolgen van de fraude en de corruptie bij Imtech, die hun reputatie en hun vertrouwen schaadden. Sommige werknemers werden zelfs verdacht of beschuldigd van betrokkenheid bij de fraude en de corruptie, en moesten zich verantwoorden voor de rechter of de toezichthouder.
  • De accountant van Imtech, KPMG, kwam onder vuur te liggen voor zijn rol in het Imtech-dossier. KPMG had de jaarrekeningen van Imtech goedgekeurd zonder voldoende controle uit te voeren op de cijfers en de projecten van Imtech. KPMG had ook geen melding gemaakt van de fraude en de corruptie bij Imtech, die al jaren aan de gang waren. KPMG werd aangeklaagd door de beleggers, de schuldeisers, de curatoren, en de toezichthouders van Imtech, die schadevergoeding eisten voor de geleden verliezen. KPMG werd ook onderzocht door de AFM, de Accountantskamer, en het Openbaar Ministerie, die sancties oplegden of dreigden voor de overtredingen van de accountantsregels en de wetgeving. KPMG trof uiteindelijk een schikking met de curatoren van Imtech, waarbij KPMG 25 miljoen euro betaalde aan de boedel van Imtech.
  • De banken die Imtech financierden, zoals Rabobank, ING, ABN Amro, en Commerzbank, kregen ook te maken met de gevolgen van het Imtech-dossier. De banken leden grote verliezen door de afschrijvingen op de leningen en de garanties die zij aan Imtech hadden verstrekt. De banken probeerden hun verliezen te beperken door de activa en de projecten van Imtech te verkopen of over te dragen aan andere partijen. De banken werden ook aangeklaagd door de beleggers en de schuldeisers van Imtech, die de banken verweten dat zij te lang en te veel geld hadden geleend aan Imtech, en dat zij de problemen bij Imtech hadden verzwegen of gebagatelliseerd. De banken werden ook onderworpen aan een tuchtprocedure van de Stichting Tuchtrecht Banken, die de banken beschuldigde van paulianeus handelen, dat wil zeggen het benadelen van de schuldeisers door het verplaatsen of verduisteren van vermogen. De banken ontkenden de beschuldigingen en verdedigden hun handelen.
  • De curatoren van Imtech, Jeroen Princen en Paul Peters, hadden de taak om het faillissement van Imtech af te wikkelen en om de belangen van de schuldeisers te behartigen. De curatoren probeerden zoveel mogelijk geld te genereren voor de boedel van Imtech, door de verkoop of de doorstart van de dochterondernemingen, de inning van de vorderingen, de afwikkeling van de contracten, de verkoop van de activa, en de schikking met de accountant. De curatoren probeerden ook de oorzaken en de verantwoordelijken van het faillissement van Imtech te achterhalen, door het verrichten van onderzoek, het voeren van procedures, het doen van aangiftes, en het instellen van vorderingen. De curatoren werden echter ook geconfronteerd met de complexiteit en de omvang van het Imtech-dossier, die veel tijd, geld en moeite vergden. De curatoren werden ook tegengewerkt door sommige partijen, zoals de banken, de bestuurders, en de accountant, die niet of onvoldoende meewerkten of informatie verstrekten. De curatoren werden ook aangevallen door sommige partijen, zoals de beleggers, de schuldeisers, en de media, die de curatoren bekritiseerden of beschuldigden van wanbeleid, belangenverstrengeling, of zelfverrijking. De curatoren verdedigden zich tegen deze aanvallen, en stelden dat zij hun werk naar eer en geweten deden.
  • De toezichthouders op de financiële sector, zoals de AFM en de DNB, hadden de taak om de financiële markten en de financiële instellingen te reguleren en te controleren. De toezichthouders hadden ook de taak om de beleggers, de schuldeisers, en de werknemers van Imtech te beschermen en te informeren. De toezichthouders probeerden hun taak te vervullen door het uitvoeren van onderzoeken, het opleggen van sancties, het doen van aangiftes, en het geven van voorlichting. De toezichthouders werden echter ook geconfronteerd met de uitdagingen en de beperkingen van hun rol, die soms conflicteerden met de belangen of de verwachtingen van de betrokken partijen. De toezichthouders werden ook geconfronteerd met de kritiek en de vragen van de betrokken partijen, die de toezichthouders verweten dat zij te laat, te laks, of te streng waren in hun toezicht of hun handhaving.
  • De media, zoals de kranten, de tijdschriften, de radio, de televisie, en het internet, hadden de rol om het publiek te informeren en te vermaken over het Imtech-dossier. De media hadden ook de rol om de waarheid te achterhalen en de macht te controleren over het Imtech-dossier. De media probeerden hun rol te vervullen door het publiceren of het uitzenden van artikelen, reportages, interviews, documentaires, podcasts, en blogs over het Imtech-dossier. De media probeerden ook de feiten te checken, de bronnen te raadplegen, de analyses te maken, en de opinies te geven over het Imtech-dossier. De media werden echter ook geconfronteerd met de dilemma’s en de verantwoordelijkheden van hun rol, die soms conflicteerden met de belangen of de rechten van de betrokken partijen. De media werden ook geconfronteerd met de concurrentie en de veranderingen van hun rol, die soms leidden tot de verlaging of de verhoging van de kwaliteit of de kwantiteit van hun berichtgeving over het Imtech-dossier.
  • De politiek, zoals de regering, de Tweede Kamer, de Eerste Kamer, en de politieke partijen, had de rol om het algemeen belang te dienen en te behartigen over het Imtech-dossier. De politiek had ook de rol om de wetgeving te maken en te controleren over het Imtech-dossier. De politiek probeerde haar rol te vervullen door het stellen of het beantwoorden van vragen, het voeren of het volgen van debatten, het indienen of het aannemen van moties, het maken of het wijzigen van wetten, en het steunen of het bekritiseren van beleid over het Imtech-dossier. De politiek werd echter ook geconfronteerd met de belangen en de meningen van de betrokken partijen, die soms verschillend of tegenstrijdig waren over het Imtech-dossier. De politiek werd ook geconfronteerd met de macht en de invloed van de betrokken partijen, die soms probeerden de politiek te beïnvloeden of te manipuleren over het Imtech-dossier.
  • De justitie, zoals het Openbaar Ministerie, de FIOD, de rechterlijke macht, en de advocatuur, had de rol om de wet te handhaven en de rechtvaardigheid te waarborgen over het Imtech-dossier. De justitie had ook de rol om de daders te vervolgen en de slachtoffers te compenseren over het Imtech-dossier. De justitie probeerde haar rol te vervullen door het starten of het voeren van strafrechtelijke of civielrechtelijke procedures, het doen of het behandelen van aangiftes, het opleggen of het vorderen van boetes of schadevergoedingen, en het verlenen of het weigeren van decharge over het Imtech-dossier. De justitie werd echter ook geconfronteerd met de complexiteit en de omvang van het Imtech-dossier, die veel tijd, geld en moeite vergden. De justitie werd ook geconfronteerd met de weerstand en de medewerking van de betrokken partijen, die soms probeerden de justitie te ontlopen of te helpen over het Imtech-dossier.

Uitgebreide versie:

Recentelijk werd door de curatoren van Royal Imtech een schikking, zonder erkenning van aansprakelijkheid, getroffen met de voormalige financiers/bankiers Rabobank, ING en ABN Amro. Zij betalen 28,8 miljoen euro aan de curatoren om verdere langdurige procedures over claims te voorkomen.  De schikking bestaat uit een contante betaling van 25 miljoen euro aan de boedel en het intrekken van een vordering op depotbalansen ter waarde van 3,8 miljoen euro, waarmee geld beschikbaar komt voor de curatoren om te verrekenen met andere schuldeisers van Imtech. Andere niet nader gespecificeerde vorderingen van de curatoren en de financiers zijn meteen ook tegen elkaar weggestreept. De curatoren vorderden oorspronkelijk meer dan 1 miljard euro, nadat zij constateerden dat voor honderden miljoenen aan faillissementsfraude werd gepleegd. De banken hebben verpande bedrijfsonderdelen vlak voor het faillissement verkocht en de opbrengst van twee claimemissies grotendeels in eigen zak gestoken. Deze beschuldigingen werden nooit aan een rechter voorgelegd en de banken waren het ook oneens met de beschuldigingen van faillissementsfraude. De banken en financiers zijn niet alleen aansprakelijk gesteld voor de miljardenschuld, maar waren tegelijkertijd ook de grootste schuldeisers zodat het feitelijk een vestzak broekzak verhaal is. Na de schikking staat er nog 158 miljoen euro aan schuld open aan leveranciers en andere zakenpartners.

Een van de meest verwerpelijke aspecten van het Imtech-dossier was de lastercampagne die Frans van der Grint voor communicatiebureau Hill+Knowlton namens Imtech voerde tegen de analisten van ABN Amro die als eerste de financiële problemen van het bedrijf aan het licht brachten.

In januari 2013 publiceerde ABN Amro-analist Teun Teeuwisse een kritisch rapport over Imtech, waarin hij wees op de benarde kaspositie van het bedrijf en de noodzaak tot een claimemissie. Hij sprak ook zijn vermoedens uit dat Imtech omzet zou boeken op verzonnen projecten in Duitsland. Zijn rapport zorgde voor een flinke koersdaling van Imtech, die vervolgens Frans van der Grint inschakelde voor een tegenoffensief. Bij Hill+Knowlton werkten Frans van der Grint als strategy director en oud-staatssecretaris Jack de Vries als bestuurslid. Van der Grint probeerde de geloofwaardigheid van Teeuwisse en zijn collega’s te ondermijnen door te suggereren dat de analisten zich lieten gebruiken door hedgefondsen die short gingen op het aandeel Imtech. Ook beweerde Van der grint dat er onwaarheden stonden in het rapport en dat de analisten geen toegang hadden tot de juiste informatie.

De lastercampagne had grote gevolgen voor de analisten van ABN Amro, die onder druk kwamen te staan van zowel Imtech als de Autoriteit Financiële Markten (AFM), die zelfs een onderzoek startte naar mogelijke marktmanipulatie door de analisten. Uiteindelijk greep de topman van ABN Amro, Joop Wijn, persoonlijk in om een einde te maken aan de laster van Van der Grint en Jack de Vries. De AFM concludeerde op 11 december 2013 dat er geen sprake was van marktmanipulatie door de analisten en dat Imtech wel degelijk betrokken was bij grootschalige fraude en corruptie in Duitsland en Polen, waar het bedrijf onder meer een nep-pretpark en een nep-voetbalstadion had gefinancierd met valse facturen en smeergeld. De AFM legde Imtech een boete op van 1,25 miljoen euro voor het overtreden van de financiële toezichtwetgeving. Van der Grint was ook verantwoordelijk voor de communicatie rondom de twee claimemissies die Imtech probeerde te doen om te overleven, maar die uiteindelijk niet genoeg waren om het faillissement te voorkomen in augustus 2015. Van der Grint heeft zich nooit publiekelijk verantwoord voor zijn rol in het Imtech-dossier, en is in 2019 mede-oprichter geworden van Confidant Partners, een nieuw adviesbureau dat zich richt op de dilemma’s en behoeften van bestuursleden, directeuren en commissarissen. Op 6 juli 2018 trouwde Van der Grint met Merel van Vroonhoven, die in 2014 benoemd was tot voorzitter van de AFM. Zij had als toezichthouder op de financiële sector te maken met de gevolgen van het Imtech-schandaal, zoals de claimemissies, de beursnotering en de schuldeisers. Zij stapte in 2019 over naar het onderwijs en werd leraar in het speciaal onderwijs. Van der Grint heeft de waarheid proberen te verdoezelen en geprobeerd om de klokkenluiders van de ABN AMRO te intimideren. Hij heeft zich onethisch en onprofessioneel gedragen in deze zaak en nooit publiekelijk excuses aangeboden of verantwoording afgelegd voor zijn rol in het Imtech-dossier.

Curatoren

De curatoren hebben sinds 2015 al meer dan 23 miljoen euro gekost. De ingehuurde advocaten en experts kostten ook nog eens ruim 16 miljoen euro. Een aantal banken heeft de curatoren ter verantwoording geroepen in een tuchtprocedure bij Insolad, de vereniging van insolventieadvocaten. Ze klaagden over het gebrek aan transparantie over de door de curatoren betaalde kosten en salarissen voor procedures en onderzoek. De curatoren hebben ook een groep oud-bestuurders en voormalige commissarissen van Imtech aansprakelijk gesteld. Hetzelfde geldt voor advocatenkantoor De Brauw, dat jarenlang de vaste adviseur was van het Imtech-bestuur. 

Uit de verslagen van de curatoren blijkt dat het verkrijgen van informatie van (de (oud)bestuurders van) Imtech en haar adviseurs ook na datum faillissement moeizaam verloopt. Informatie werd niet, niet volledig of pas na veel aandringen aangeleverd. De Curatoren zijn nog steeds in afwachting van een volledig overzicht van per bank verstrekte (bank)garanties per faillissementsdatum en de (eventuele) overdracht hiervan aan kopers, informatie over de wijze waarop de banken de zeven cashpools hebben afgewikkeld.

Begin 2023 besloten de curatoren het voormalige bestuur en de commissarissen te dagvaarden. De curatoren verwijten de directie onder leiding van toenmalig topman René van de Bruggen de administratie niet op orde te hebben gehad en claimen ruim 1,2 miljard euro. 

Claims

Ruim 1.100 particuliere beleggers stellen RabobankINGABN Amro en Commerzbank aansprakelijk voor de schade die ze hebben geleden aan het ten onder gaan van Royal Imtech door Paulianeus handelen. Ze hebben zich verenigd in de stichting ImtechCclaim.nl. De stichting stelt dat ze met name bij de tweede claimemissie door de banken zijn misleid uit eigenbelang.  ABN en ING wijzen de claim af.  Ook veertien commissarissen en bestuurders van Imtech werden gedaagd voor onbehoorlijk bestuur en aansprakelijkheid onrechtmatige daad, waaronder René van der Bruggen, Gerard van de Aast, Boudewijn Gerner, Hans Turkesteen, Rudy van der Meer, Kees van Lede, Frans Cremers en Paul van Gelder. Curatoren berekenden een boedeltekort van maar liefst 1,5 miljard euro. Van der Bruggen en Gerner kregen eerder al boetes van de AFM vanwege marktmisleiding. Huisaccountant KPMG kreeg zes tuchtklachten.

René van der Bruggen laat zich bijstaan door DLA Piper, Boudewijn Gerner wordt verdedigd door NautaDutilh en Van de Aast en en Turkesteen krijgen hun bijstand van advocatenkantoor Florent. De commissarissen hebben Van Uchelen van Allen & Overy en Bikker van Houthoff als advocaat.

Curator Jeroen Princen werd in 2017 aangewezen om orde op zaken te stellen bij Imtech en een einde te maken aan een conflict tussen de broers Richard (65) en Frans de Rooy (72) over de verdeling van vastgoed van hun overleden vader. Om uit de impasse te komen heeft Princen verzocht om beide broers te schorsen als medebestuurders van het vastgoedbedrijf. Frans ging daarmee akkoord, maar Richard eist op zijn beurt dat de Ondernemingskamer Princen uit zijn functie zet. In de twee jaar dat Princen als ‘noodbestuurder’ fungeert werd hij aansprakelijk gesteld, kreeg hij tuchtklachten en strafrechtelijke aangiftes. En omdat Richard consequent weigert om Princen als bestuurder decharge te verlenen, staat de Rotterdamse insolventieadvocaat nog tot in lengte der jaren blootgesteld aan het risico van schadeclaims. Anja, de echtgenote van Richard van Rooy die in Bussum ook bekend is als raadslid van een lokale fractie haalde eerder ook al het nieuws als aanjager van een tuchtklacht tegen forensisch accountant Marcel Pheijffer, in wat de Bussumse burgemeestersaffaire is gaan heten. Pheijffer deed in 2015 onder meer onderzoek naar onkostenvergoedingen van de Bussumse burgemeester, maar het eindresultaat leverde hem een waarschuwing op van de tuchtrechter. Princen en Pheijffer onderzoeken inmiddels samen het faillissement van Imtech. Pheijffer zou uit rancune Princen tegen haar en haar echtgenoot hebben opgezet bij de afwikkeling hiervan.

De curatoren dienden negen tuchtklachten tegen KPMG-accountants in en houden KPMG medeaansprakelijk voor de schade die is ontstaan door het faillissement. Zij constateerden een boedeltekort van € 1,5 miljard. De toegewezen tuchtklacht helpt bij de onderbouwing van een claim tegen het accountantskantoor. Niet alleen KPMG-partners Willem Riegman en Caroline Lagerwaard, maar ook de accountant die verantwoordelijk was voor de zogeheten ‘opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling’ (okb).

Curatoren eisten vergeefs 4,5 miljoen euro terug van De Brauw Blackstone Westbroek via de rechter. Behalve huisaccountant KPMG werd behalve Deloitte Forensic & Dispute en PWC ook advocaten van De Brauw, het Amerikaanse Jacobson Burton, Slaughter and May uit Engeland, Kai Hart-Hönig uit Duitsland, het Zwitserse Schellenberg Wittmer en Bär & Karrer, het Poolse SK&S, Al Tamimi uit Dubai en een niet nader genoemd Filipijns kantoor ingehuurd. In de laatste weken en dagen voor het faillissement heeft De Brauw als concurrent crediteur nog 4,5 miljoen euro ontvangen die werd verdeeld over onderaannemers die werden ingehuurd. Van de 4,5 miljoen euro ging 1,8 miljoen euro naar De Brauw en de rest naar de ingehuurde advocaten van bovenvermelde advocatenkantoren. Royal Imtech betaalde zelf in de periode van 1 juli tot 5 augustus 2015 een bedrag van 18 miljoen euro aan adviseurs.

De tuchtklachten hadden onder andere betrekking op de jaarrekening over 2012, niet toevallig een jaarrekening waarover al heel snel twijfels ontstonden in de markt. Het gaat vooral om de gebrekkige wijze waarop KPMG in 2012 een afwaardering van € 370 mln op debiteuren en onderhanden werk heeft gecontroleerd. Al enkele weken later moest Imtech tientallen miljoenen extra afboeken op Duitse projecten in de scheepsbouw en op de luchthaven van Berlijn. Ook hebben de curatoren onderzoek gedaan naar een schuld van € 102 mln die de Poolse divisie had aan de Duitse divisie. ‘Die oninbare vordering op Imtech Polen van Imtech Duitsland is noch in het jaarverslag noch in het Report to Shareholders (een rapport over een fraudeonderzoek van advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek, red.) vermeld’, schrijven ze. Verder stellen de curatoren dat er in 2012 goodwill had moeten worden afgeboekt. Het faillissementsverslag plaatst de vermeende tekortkomingen in het licht van een claimemissie van € 500 mln die direct na het vaststellen van de jaarrekening moest worden uitgeschreven.

De registeraccountants die de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening van Imtech goedkeurden, hadden volgens de accountantskamer meer onderzoek moeten instellen naar aanleiding van signalen voor mogelijke fraude. Ook de kwaliteitsbeoordelaar was niet kritisch genoeg. Twee registeraccountants van KPMG* controleren met hun team de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekeningen 2011 van Royal Imtech nv. De ene is de groepsaccountant en lead partner, de ander is de engagement partner. De groepsaccountant geeft er begin 2012 een goedkeurende controle verklaring bij af. De ‘engagement partner’ ondertekent die namens de lead partner. Voor de geconsolideerde jaarrekening hanteerde Imtech de IAS/IFRS. De enkelvoudige jaarrekening werd opgesteld op basis van het Burgerlijk Wetboek (Boek 2 Titel 9), waarbij Imtech de waarderingsgrondslagen van de geconsolideerde jaarrekening toepaste. In mei 2013 verklaart de lead partner dat niet meer kan worden gesteund op de eerdere controle verklaring bij de jaarrekening 2011.

De curatoren vonden dat de accountants:

  • onvoldoende inzicht verwierven in het risicobeheersingssysteem voor complexe projecten van Imtech;
  • onvoldoende opvolging gegeven hadden aan de gebreken in de interne beheersing die de accountant van Imtech Duitsland constateerde;
  • onvoldoende opvolging gegeven hadden aan de frauderisico’s die naar voren kwamen uit de controlewerkzaamheden van de accountant van Imtech Duitsland;
  • onvoldoende inzicht verworven hadden in de controlewerkzaamheden van de accountant van Imtech Duitsland;
  • onvoldoende opvolging gegeven hadden aan de bevindingen uit het Facts2Value-rapport en de verklaringen van de accountants van diverse groepsonderdelen;
  • onvoldoende opvolging gegeven hadden aan de bevindingen van de accountant van Imtech Building Services over het project ‘Oosterheem’;
  • niet onderkend hadden dat het verschuiven van kosten tussen projecten een indicatie is van frauduleuze verslaggeving;
  • de eliminatie van intercompany-transacties niet dan wel ondeugdelijk en onzorgvuldig gecontroleerd werden;
  • onvoldoende rekening werd gehouden met de bevindingen van de accountant van Imtech Duitsland inzake de ‘oude’ debiteuren;
  • het bestaan en de omvang van de ‘nieuwe’ debiteuren van Imtech Duitsland niet of ontoereikend gecontroleerd werden;
  • onvoldoende gereageerd was op de ‘significant unresolved matter’die de accountant van Imtech Polen constateerde bij de controle van de balanspost liquide middelen en/of onvoldoende opvolging gegeven aan de fraudesignalen die naar voren kwamen uit de controlewerkzaamheden van de accountant van Imtech Polen;
  • banksaldi gesaldeerd hadden in strijd met de regels die gelden voor ‘cash netting’;
  • onvoldoende inzicht verworven hadden in de niet uit de balans blijkende verplichtingen van Imtech en onvoldoende controlewerkzaamheden verricht om na te gaan of deze verplichtingen volledig en juist zijn verwerkt in de enkelvoudige jaarrekening 2011;
  • hun bevindingen bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening 2011 onvoldoende gedocumenteerd hadden;
  • onvoldoende cijferbeoordelingen en cijferanalyses uitgevoerd hadden, waardoor zij verschillende ‘red flags’en fraudesignalen hebben gemist.

De kwaliteitsbeoordelaar heeft:

  1. de onafhankelijke kwaliteitsbeoordeling ten onrechte niet afgerond in het Engagement Quality Control Review (EQCR) Completion Documenten zijn afwegingen hierbij onvoldoende gedocumenteerd;
  2. zijn overwegingen onvoldoende vastgelegd in de EQCR-notitie;

III. de controle stappen onvoldoende beoordeeld;

  1. de door de accountant van Imtech Polen gemelde ‘significant unresolved matter’ ten onrechte niet betrokken bij de uitvoering van zijn werkzaamheden;
  2. ten onrechte de management letter van de accountant van Imtech Duitsland niet bij zijn afwegingen betrokken;
  3. nagelaten het controle dossier te toetsen op het significante frauderisico;

VII. belangrijke standpunten over de controle documentatie inzake de going concern-beoordeling onvoldoende beoordeeld;

VIII. ten onrechte de onafhankelijkheid van de leden van het controle team niet vastgesteld;

  1. de notitie inzake cash-netting ten onrechte niet beoordeeld;
  2. de niet uit de balans blijkende verplichtingen onvoldoende beoordeeld;
  3. zijn werkzaamheden en afwegingen onvoldoende gedocumenteerd.

Ten aanzien van de lead partner en engagement partner werden de klachtonderdelen a, b, d, e, f, g, i, k en n gegrond verklaart. Klachtonderdeel l is alleen gegrond voor wat de lead partner betreft. Voor de rest is de klacht ongegrond of slechts impliciet beoordeeld (h en o). Wat de OKB’er betreft zijn de klachtonderdelen I, II, III, IV, V, IV en XI gegrond en is de rest van de klacht ongegrond.

De Accountantskamer vond dat de controlerend accountants onvoldoende inzicht hadden in de interne risicobeheersing binnen Imtech, omdat zij niet hebben vastgesteld of alle complexe projecten in GRIP waren aangemeld en niet hadden onderzocht welke vormen van risicobeheersing er bij Imtech Duitsland waren en wanneer de RM-afdeling betrokken werd bij Imtech Duitsland. Dit is ernstig, omdat Imtech Duitsland een significant groepsonderdeel was. Uit het controle dossier blijkt niet hoe groepsonderdelen of het centraal niveau risico’s beheersten tijdens de uitvoering van projecten. De accountants hadden hierover duidelijkheid moeten hebben en hebben daarom in strijd gehandeld met de Standaarden 315.12 en 315.13.

Dat de accountants onvoldoende hebben gereageerd op de frauderisico’s die naar voren kwamen uit de controlewerkzaamheden van de accountant van Imtech Duitsland hebben de curatoren onvoldoende onderbouwd. Het is niet duidelijk waarom deze bevindingen over de interne beheersing moeten worden aangemerkt als frauderisico’s. De curatoren hebben ook niet de conclusie van de Duitse accountant weerlegd dat er geen indicaties voor fraude waren.

De Accountantskamer vond ook dat de accountants te snel en dus niet professioneel-kritisch genoeg de bevindingen van de accountant van het groepsonderdeel hebben overgenomen. De overboekingen naar de HVC-projecten zijn onderzocht als geïsoleerde incidenten, terwijl de accountants zich hadden moeten afvragen of de bevindingen een aanwijzing vormden voor mogelijke verdere onregelmatigheden en/of fraude. De voornaamste onderzoeksmethode was navraag doen bij het management van Imtech-onderdelen. Dat er geen aanwijzing was voor fraude is onvoldoende onderbouwd door de Facts2Value-rapportage. Daaruit blijkt namelijk ook dat:

  • Verliezen naar voren werden gehaald, wat een afwijking in de financiële verslaggeving kan zijn;
  • Er sprake lijkt van ‘tactisch’ gedrag om de verliezen van de HVC-projecten optimaal te kunnen verschuiven.

Het controle dossier maakt niet duidelijk waarom alleen het schuiven van kosten van andere projecten naar de HVC-projecten bij Imtech Industry International is onderzocht en andere kostenverschuivingen die naar voren kwamen uit de Facts2Value-rapportage niet. Daar bestond wel aanleiding voor, omdat Facts2Value maar voor een beperkt aantal groepsonderdelen is gebruikt.

De accountants hadden meer zicht kunnen krijgen op eventuele patronen binnen Imtech, juist door ook de andere kostenverschuivingen te onderzoeken, die naar boven waren gekomen en naar mogelijke kostenverschuivingen bij andere groepsonderdelen. Door dit na te laten, hebben de accountants te weinig gedaan om voldoende geschikte controle-informatie te krijgen en hierdoor in strijd gehandeld met de Standaarden 600.42, 600.43 en 600.44.

Als er tussen projecten wordt geschoven met kosten mag je van een professioneel-kritisch accountant verwachten dat deze evalueert of de verschuivingen wijzen op een mogelijke materiële afwijking ten gevolge van fraude. Hij moet de betrouwbaarheid van eerder verkregen controle-informatie bezien en bedacht zijn op mogelijke samenspanning van werknemers, management en/of derden. De twee accountants hebben dit risico onvoldoende onderkend en beoordeeld en daardoor in strijd gehandeld met de Standaarden 240.7, 240.12, 240.31, 240.35 en 240.36.

De accountant van Imtech Polen rapporteerde als ‘significant unresolved matter’ bij de controle van de balanspost liquide middelen dat er geen bankverklaringen waren ontvangen van drie banken. De Nederlandse accountants hadden meer moeten doen met deze fraudesignalen, vinden de curatoren. Volgens de groepsaccountant was de ‘significant unresolved matter’ voor de Poolse accountant aanleiding om de bankdagafschriften van Imtech Polen te bekijken. Hij stelde vast dat deze aansloten op de administratie. De groepsaccountant vond deze controlemaatregel toereikend, maar heeft dit niet vastgelegd in het dossier.

De Accountantskamer vindt dat de accountants meer hadden moeten doen naar aanleiding van de gemelde ‘significant unresolved matter’. Omdat bankverklaringen ontbraken, was er geen informatie over eventuele zekerheden, garanties en vergelijkbare verplichtingen. Dat er geen bankverklaringen waren, had aanleiding moeten zijn voor nader onderzoek mede gezien Standaard 600.28

Bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening is ten onrechte niet gekeken of werd voldaan aan de salderingsvoorwaarden. Zo is ten onrechte niet gecontroleerd of bij alle gesaldeerde posten een juridisch afdwingbaar recht bestond. De lead partner heeft erkend dat hier een menselijke fout is gemaakt door één van de teamleden.

De groepsaccountant en zijn engagement partner zouden onvoldoende gereageerd op de management letter van Imtech Duitsland. Hun conclusie dat “geen significante deficiencies geconstateerd” zijn, was in het dossier niet nader onderbouwd. Ook blijkt niet waarom zij de bevindingen deels hebben overgenomen in de centrale management letter. Er volgde een tijdelijke doorhaling van drie maanden omdat tekortgeschoten is bij het vastleggen van controle documentatie, De werkzaamheden en bevindingen van accountants van groepsonderdelen onvoldoende professioneel-kritisch werden beoordeeld,  er onvoldoende opvolging was gegeven aan duidelijke signalen die bij de controle naar voren zijn gekomen, en de reactie op die signalen onvoldoende kritisch werd gewogen en tot slot dat de groepsonderdelen waarvan wel signalen werden opgepakt veelal te geïsoleerd waren bezien.

De Engagement partner kreeg een tijdelijke doorhaling van één maand. Voor haar gelden dezelfde overwegingen als voor de lead partner. De schorsing valt iets korter uit, omdat zij geen lead partner was en haar rol beperkter was dan die van de lead partner.

Ook de OKB’er, een gewezen registeraccountant, is onvoldoende professioneel-kritisch geweest, ondanks zijn bijzondere verantwoordelijkheid tegenover de vele aandeelhouders en stakeholders van de beursvennootschap en kreeg een berisping.

Royal Imtech was de topholding van het Imtech-concern, een Europese technische dienstverlener op het gebied van elektrotechniek, automatisering en werktuigbouw. Imtech was met name actief op het gebied van elektrotechniek, werktuigbouw en automatisering met totaaloplossingen voor technische problemen. Van ontwerp, advies en engineering tot realisatie, beheer en onderhoud. Met ongeveer 22.000 medewerkers in 14 landen en in zeven divisies, had Imtech in 2014 een omzet van circa 3,9 miljard euro op jaarbasis. Op 11 augustus 2015 werd surseance van betaling voor de Imtech holding aangevraagd. De aangestelde bewindvoerders Paul Peters en Jeroen Princen hebben meteen daarna het faillissement aangevraagd voor Imtech Nederland, Imtech Capital BV, Imtech BV en Imtech Group BV en Rietschoten & Houwens. Op 27 februari 2017 werd Imtech Deutschland B.V. te Gouda (Zuid-Holland) door de rechtbank in Rotterdam uiteindelijk ook failliet verklaard

De totale kosten voor de vrijwel onmogelijke taak van de curatoren bedroegen over 2016 ruim 3 miljoen euro. Curatoren Paul Peters en Jeroen Princen moesten tegen een tarief van 450 euro per uur 800 bankrekeningen en negen cashpools doorspitten waarbinnen dagelijks tussen de verschillende vennootschappen en banken bedragen zijn verrekend.  Ook werden meer dan 50 kasten met ordners veiliggesteld en onderzocht. In totaal werden door de curatoren ruim 300 strekkende meters aan fysieke administratie met enkele verhuiswagens afgevoerd en opgeslagen. Alleen al bij Royal Imtech N.V. ging om ruim 3 miljoen computerbestanden; zo’n 23 TB aan e-mails met bijlagen (deels ook van dochtermaatschappijen) en zo’n 700 GB aan overige gegevens die voor Curatoren merendeels doorzoekbaar moesten worden gemaakt. Daarnaast beschikte Royal Imtech over een 1.500 verhuisdozen groot archief dat slecht tot zeer slecht werd geadministreerd. De kosten voor het veiligstellen, toegankelijk maken en in stand houden van de digitale data bedragen inmiddels ruim één miljoen euro. De advocaten van De Brauw, Ernst en Young en Goldman Sachs en andere adviseurs berekenden tijden het faillissement meer dan 100 miljoen euro aan kosten. Van Doorne advocaten begeleidt de aanklacht voor het accountantskantoor. De Brauw werd verdedigd door Jurjen Lemstra van LVDK en won de zaak. Van de aanvankelijke beschuldigingen van faillissementsfraude tegen de advocaten van De Brauw is bij de rechter niks overeind gebleven. De rechter oordeelde dat de curatoren er na zes jaar onderzoek niet in zijn geslaagd hun stellingen te bewijzen. Eerdere tuchtklachten tegen vier advocaten van De Brauw werden ook al afgewezen.

Tijdlijn

1991

Toen in 1991 Internatio-Müller in de problemen kwam werd Van der Bruggen door het bestuur en de Raad van Commissarissen gevraagd om de verantwoordelijkheid te nemen voor alle kenniscompetenties en de bijbehorende vestigingen. Een vijandelijke overname van Internatio-Muller werd tegengehouden maar daarvoor moesten twee divisies worden afgestoten, waarvan de opbrengst werd gebruikt om de divisie Imtech te laten groeien. Onder zijn leiding werden daarna nog zo’n 100 installatiebedrijven en automatiseringsbedrijven in tien jaar tijd gekocht in Duitsland, België, Spanje, Groot-Brittannië, Ierland, Zwitserland, Oostenrijk, Polen, Roemenië, de Scandinavische landen en Turkije. Hij kocht in 2008 met een lening van 235 miljoen euro NVS Installation AB, één van de grootste spelers op de markt van werktuigbouwkundige technische dienstverlening in Zweden en Noorwegen met een basispositie in Finland. NVS had ruim 2.300 medewerkers en een opbrengst van 350 miljoen euro.

1993

Royal Imtech ontstond in het midden van de negentiende eeuw, met Van Rietschoten & Houwens. In 1993 ontstond er een samenwerking met het Internatio-Müller concern. Imtech wilde zich ontwikkelen tot een Europese speler in technische dienstverlening en kocht drie jaar later het eerste ICT-bedrijf en in 1997 begint het bedrijf ook in Duitsland en werd Rudolf Otto Meyer overgenomen. De 35 verschillende technische ondernemingen die deel uitmaakten van Internatio-Müller hadden een jaaromzet van circa 4.9 miljard euro. In die periode werd 36 miljoen van het pensioenfonds afgeroomd en als dividend aan de aandeelhouders uitgekeerd, waardoor in 2013 zes tot zeven procent op de pensioenen moest worden gekort.

2001

In 2001 ging Imtech naar de beurs onder leiding van Ingenieur René van der Bruggen die al sinds 1987 voor Internatio-Müller/Imtech werkte voordat hij in 2002 de baas werd, waar op dat moment ook van Rietschoten & Houwens, Van Buuren, Van Swaaij en Nettenbouw onder vielen.

2002

In 2002 werd de naam Internatio-Müller op de beurs vervangen door Imtech.

2008

Als in 2008 het geld opraakt begint het verval en werd om koersverlies op de beurs te voorkomen geschoven met de cijfers, zoals bij het cruiseschip ss Rotterdam dat bij Imtech Nederland in 2008 met mooie cijfers in de boeken kwam. Uit het faillissementsverslag van de SS Rotterdam bleek later het tegendeel. De verliezen werden voor rekening van Imtech Duitsland geboekt. Bij een miljoenenproject voor het Canadese telecombedrijf TeleGlobe draaide Imtech Duitsland ook op voor de rode cijfers om zo Imtech Nederland te ontzien. 1 mei 2008 werd de stichting CPIM, die in 1966 was opgericht en de ingelegde pensioenen van ruim 1500 actieve deelnemers overgedragen aan het pensioenfonds Imtech. De 7800 overige pensioenen werden overgedragen aan Delta Lloyd.

2009

Ventilex een onderdeel van Imtech zou in 2009 volgens een jaarrekening die door KPMG was goedgekeurd verlies hebben gedraaid. Dat werd nog eens ondersteund door een verklaring van René van der Bruggen. Maar volgens het Hof bleek uit een intern jaarverslag dat Ventilex juist 2,5 miljoen euro winst draaide. René van der Bruggen werd naar aanleiding hiervan door het Hof beschuldigd van valsheid in geschrifte. Van der Bruggen zou tussen 2007 en 2012 ook facturen hebben laten versturen voor werkzaamheden die nooit zijn verricht. De Nederlandse takken van Imtech factureerden ten onrechte 8 miljoen euro aan Imtech München voor werkzaamheden in de Eemshaven.

Ondanks de schuldenlast werd in 2010 elektrotechnische specialist NEA overgenomen, een bedrijf met 4.500 specialisten en een opbrengst van bijna zeshonderd miljoen euro. Samen met René van der Bruggen bepaalt Boudewijn Gerner welke overnames passen in de strategie van de onderneming. Bij alle overnames speelde Gerner een belangrijke rol, waarbij hij zorgde voor de financiering.

2011

In 2011 werd op papier een nettowinst gemaakt van 99,5 miljoen euro.

2012

Het predicaat ‘Royal’ werd toegekend, waarna op 4 april 2012 Imtech N.V. werd omgedoopt in Royal Imtech N.V. In Nederland had Imtech drie divisies: Imtech Nederland, Imtech Traffic & Infra en Imtech Marine Group. Vanaf 2012 ging het Koninklijke bedrijf verder bergafwaarts, ook door hoge onkosten en afschrijvingen op de fraudeproblemen in Duitsland, Polen en Zwitserland. Door de hoge rentelasten, dure adviezen, sponsoring en de aanhoudende recessie zakte het bedrijf steeds verder weg. De AFM doet dan onderzoek naar een mogelijke malversatie met een wissel van 147,6 miljoen euro, die als contant geld is meegenomen in het halfjaarverslag van 2012 waardoor de cijfers er beter uitzagen dan ze in werkelijkheid waren. De Raad van Commissarissen weigerde om een brief (d.d. 18 december 2012) van  KPMG-accountant Willem Riegman over de fraude met de wissel  in ontvangst te nemen.

Imtech stelde alles in het werk om een mislukt project met een Pools sprookjespark te redden en gebruikte malafide adviseurs die geldschieters overhaalden met vervalste bankdocumenten en die gebruik maakten van reeds opgeheven bedrijven. Imtech stond in vage constructies zelfs garant voor een bankkrediet van een eigen crediteur. Het sprookjespark project ging eind januari 2013 roemloos ten onder, maar niet voordat de nieuwe topman Van de Aast eerst nog via Sipko Schat van de Rabo een financiering van 200 miljoen euro voor het pretpark wist te krijgen.

Imtech is in 2012 ook betrokken bij een corruptieschandaal rond de bouw van de nieuwe luchthaven Willy Brandt in Berlijn, waarbij een leidinggevende van de luchthaven voor 150.000 euro is omgekocht om voor 65 miljoen aan nota’s ongezien goed te keuren. Behalve Imtech zouden ook Siemens, Bosch en T-Systems hierbij betrokken zijn. De totale omkoopsom zou 2 miljoen bedragen. De inmiddels ontslagen directeur Klaus Betz en zijn manager hebben half mei 2015 het feit toegegeven en werden veroordeeld. Betz moet € 11,4 miljoen schadevergoeding in de kas van de Duitse curator storten en moest van de rechter in Hamburg drie jaar en elf maanden de cel in omdat hij geld van Imtech had doorgesluisd naar zijn voorganger Jörg Schiele. Betz heeft toegegeven dat hij zijn manager met een envelop met daarin 150.000 euro naar een parkeerplaats had gestuurd voor de overdracht. Nog twee andere managers waren ook verdachten in de zaak. De manager van de luchthaven die het geld in ontvangst heeft genomen zat wegens vluchtgevaar in voorlopige hechtenis met een borgsom van 350.000 euro.

Imtech sponsorde jaarlijks voor 14 miljoen euro de Hamburgse club HSV en betaalde 25 miljoen euro om tot 2016 hun stadion `Imtech Arena` te laten heten. Imtech was tot 2013 ook hoofdsponsor van de club VfR Aalen voor een jaarlijks bedrag van ongeveer 2 miljoen euro. In werkelijkheid zou dat bedrag volgens klokkenluiders opgehoogd zijn met behulp van valse facturen. Als bewijsstuk overlegden zij een kopie van een factuur van 85.000 euro die door Imtech betaald zou zijn en waarvan de betaling via een omweg naar de club gesluisd was. De voormalige top van Imtech Duitsland zou hierbij betrokken zijn en geld aan Imtech hebben onttrokken ten gunste van voetbalclub VfR Aalen.

2013

Imtech Nederland deed in 2013 aangifte tegen de nu 62-jarige ontslagen frauduleuze Imtech Duitsland-topman Klaus Betz en deze moest zich voor de rechter verantwoorden. Samen met twee andere ex-directeuren van Imtech Duitsland werd hij vervolgd voor ernstige omkoping. Betz wees juist Van der Bruggen aan als fraudeur. De twee verantwoordelijke directeuren van Imtech Duitsland legden destijds hun functie vrijwel direct neer en René van der Bruggen en financieel directeur Boudewijn Gerner (16 juni 2011 winnaar van de CFO Special Achievement Award) stapten in februari 2013 vervroegd op. Klaus Betz is veroordeeld tot 3 jaar en 11 maanden voor het wegsluizen van twee miljoen van het Nederlandse Imtech naar zijn voorganger Jörg Schiele (70). Schiele zelf kreeg een celstraf van drie jaar. Het geld zou onder andere in zeven betalingen via de bankrekening van Schieles echtgenote zijn betaald. Betz zou ook 29 betalingen van in totaal 850.000 euro hebben gedaan aan de Duitse firma Bobach.

Financieel directeur Boudewijn Gerner werd vervangen door Hans Turkesteijn, die daarvoor financieel directeur bij Stork Technical Services was. Van der Bruggen kreeg op 3 april 2013 44.956 restricted aandelen mee als beloning voor de op papier behaalde resultaten waarna hij in totaal 190.226 aandelen bezat. Gerner bleef na zijn gedwongen vertrek aan als adviseur voor een salaris van ruim een half miljoen euro. Voor dat bedrag gaf hij volgens Van de Aast helemaal geen advies maar was het een verkapte vertrekpremie. Gerner, ontving 514.500 euro salaris tot 11 februari voor zijn werk als financieel directeur en daarna als adviseur.

Later hebben de twee hun bonussen over 2010 en 2011 van totaal 2,2 miljoen teruggestort. Vanaf april 2013 werd het bedrijf geleid en gereorganiseerd door G.J.A. van de Aast, H. Turkesteijn, F.N.E. Colsman en P.C. van Gelder. Van de Aast incasseerde ondanks de verliezen meerdere miljoenen aan bonussen en gaf daarna aan 1 januari 2016 weer te willen vertrekken.

Van de Aast was van 2009 tot 2012 CEO bij bouwconcern Volker Wessels die toen ook in de rode cijfers kwam met een nettoverlies van 123 miljoen euro. VolkerWessels moest 300 van de ongeveer 12.000 banen in Nederland schrappen. Vanaf april 2013 werd het bedrijf geleid en gereorganiseerd door G.J.A. van de Aast, H. Turkesteijn, F.N.E. Colsman en P.C. van Gelder die tegenwoordig bestuurder is van de slecht draaiende technische groothandel Eriks met ruim 8000 werknemers en een omzet van 2,1 miljard euro. De onderneming kwam in 2009 in handen van SHV Holdings, het familiebedrijf van de familie Fentener van Vlissingen. Van de Aast incasseerde ondanks de verliezen meerdere miljoenen aan bonussen en gaf daarna aan 1 januari 2016 te willen vertrekken. Van de Aast was van 2009 tot 2012 CEO bij bouwconcern Volker Wessels die toen ook in de rode cijfers belande met een nettoverlies van 123 miljoen euro. VolkerWessels moest 300 van de circa 12.000 banen in Nederland schrappen.

In 2013 leed Royal Imtech inclusief de ICT divisie een netto verlies van 701.2 miljoen euro en in 2014 liepen de verliezen nog meer op door de hoge reorganisatie- en advieskosten en de sluiting van Imtech in Rusland.

De ICT divisie met 7000 klanten en een omzet van 740 miljoen werd met een behoorlijk boekverlies verkocht voor 188 miljoen euro aan het Franse Vinci S.A. Imtech ICT had 2.380 man personeel en een omzet van 740 miljoen.

Van de Aast kocht in maart nog 19.357 aandelen tegen een prijs van 5,15 euro per stuk en hij bezat daarmee in totaal 79.357 gewone aandelen. Financieel directeur Turkesteijn (33.936 aandelen) hoopte nog voor 2020 weer uit de rode cijfers te komen. Van de Aast en Turkesteijn kochten de aandelen met het zicht op een contract met Alliander voor de gesubsidieerde installatie van slimme elektriciteits- en gasmeters waarmee een bedrag is gemoeid van tientallen miljoenen euro’s. en claimemissie van 500 miljoen moest het concern er weer bovenop helpen.

2014

Op 17 maart 2014 werd met de financiers een Medium Term Solution (“MTS’) overeengekomen, waarbij de gehele financieringsdocumentatie per 17 juni 2014 werd herzien en uniforme afspraken werden gemaakt over onder andere de financieringsvergoedingen, het reduceren van de schuldenlast met tenminste 400 miljoen euro, (financiële) convenanten, opeisingsgronden en het verstrekken van zekerheid. Tussen de financiers onderling werden afspraken vastgelegd in een Intercreditor Agreement. De financiers hebben zich door de MTS verbonden om krediet en bankgaranties aan de groep te (blijven) verstrekken. Een deel van de financiers heeft daarnaast een nieuwe bankgarantiefaciliteit ter beschikking gesteld.

26 augustus 2014 maakte het bedrijf voorbeurs bekend dat er een tweede claimemissie van dit keer 600 miljoen euro zou worden gedaan, die volledig werd onderschreven. Imtech hield een buitengewone aandeelhoudersvergadering op 7 oktober om hiervoor definitief goedkeuring te vragen. Er waren 42.778.446 stemmen voor en slechts 777.770 stemmen tegen de emissie. Ook de raad van bestuur van Imtech nam deel aan de claim emissie. 500 miljoen euro werd bestemd voor het aflossen van schulden en 100 miljoen euro zou worden gebruikt als buffer. Er werden ondertussen miljoenen vooruitbetaald aan adviseurs als Alvarez & Marsal, PWC en Hengeler Muller.

De 20 miljoen euro aan begeleiding kostende claimemissie ging tegen 1,2 eurocent per aandeel waardoor er 60 miljard aandelen bij kwamen. Voor elk aandeel mochten aandeelhouders 131 aandelen van 0,01 eurocent bij kopen. Imtech kon vrijwel geen aandelen plaatsen bij institutionele beleggers en in totaal werd maar 52,4 procent van de claimrechten uitgeoefend.

Met de Vereniging Effecten Bezitters (VEB) werd een schikking getroffen om een speciaal fonds in te richten om gedupeerde particuliere aandeelhouders deels te compenseren. Het fonds werd gevuld door Imtech, de aansprakelijkheidsverzekeraar en  KPMG samen. Ook de teruggestorte bonussen van het voormalig bestuur kwamen in het fonds. De verliezen van particuliere aandeelhouders werden voor VEB leden deels gecompenseerd als ze Imtech-aandeelhouder waren bij het slot van de beurs op 1 februari 2013. Dat was de laatste handelsdag voordat Imtech forse afwaarderingen moest doen vanwege de fraude.

Beleggersvereniging Deminor steunde het fonds niet en wilde een hogere schadevergoeding en kwam later onder dreiging van een rechtszaak ook tot een schikking. Aandeelhouders ontvingen ongeveer 1 euro per aandeel aan compensatie. Latere toetreders kregen maximaal 0,50 eurocent.

Door de onafhankelijke investeringsbank Houlian Lokey werd onderzocht of er mogelijkheden waren om Imtech op te splitsen. Hoe het bedrijf met de extra reorganisatiekosten (geschat op 60 miljoen) zonder de winst van de ICT divisie het hoofd boven water moest gaan houden was nog niet duidelijk. Het aandeel schommelde 24 oktober 2014 rond een halve eurocent, waarna werd besloten om per 28 oktober de aandelen samen te voegen. Voor 500 effecten één met een nominale waarde van 5 euro.

In augustus 2014 onthulde een klokkenluider dat er sprake was van kartelvorming. Bouwopdrachten zouden zijn gedeeld met minstens drie andere bedrijven in Nederland en Duitsland en de gemaakte winst werd met een omweg onderling gefactureerd. Imtech deed zelf ook een onderzoek naar mogelijke overtredingen bij verkoopactiviteiten door Imtech Marine in de Verenigde Arabische Emiraten. Volgens ex-bestuurder Klaus Betz heeft Imtech Duitsland in opdracht van René van der Bruggen tien jaar lang de cijfers van Imtech Nederland met creatief boekhouden opgekrikt. Betz getuigde in 2014 achter gesloten deuren bij het Openbaar Ministerie in Hamburg dat hij in de periode 2002 tot en met 2012 jarenlang hielp om de resultaten van Imtech Nederland structureel op te vijzelen waarbij tenminste 100 miljoen euro intern werd overgemaakt om de slechte cijfers te maskeren.

2015

Begin februari 2015 werden door de Duitse justitie 18 bedrijfspanden en 32 woningen van Imtech personeel doorzocht vanwege de verdenking van kartelvorming, het bedriegen van dertien bedrijven en organisaties, uitgifte van valse facturen, omkoping en belastingfraude. De gedupeerden zijn onder andere Essent, RWE, E.on, Hitachi en Audi.  Volgens De Telegraaf zijn Cofeley, Ferrostaal en Caverion de kartelpartners.

President-commissaris Van Lede verliet het bedrijf en noemde in het NRC de stand van zaken bij Imtech “schandalig en onthutsend” en verklaarde: ,,Het verhaal naar de beurs dat het bedrijf marges maakte van 4 procent tot 6 procent. Onzin. Er was totáál geen controle. “Als je bedrogen wordt, laat je je ook bedriegen”.

Imtech haalde over het eerste half jaar opnieuw een negatief operationeel resultaat tussen de 45 en 50 miljoen euro. Vooral de Duitse en Engelse vestigingen deden het slecht, terwijl het in de Benelux en Spanje en bij het onderdeel Marine iets beter ging.

De omzet liep het eerste kwartaal van 2015 al met 11 procent terug tot 873 miljoen euro en het operationeel resultaat voor rente, belastingen en afschrijvingen (ebitda) was 11 miljoen euro negatief. Imtech hoefde geen ‘non-cash’ rente te betalen en hoefde tot het eerste kwartaal van 2016 niet aan de bankconvenanten te voldoen. (holiday covenant), waardoor de rentelasten met 70 miljoen euro daalden. Er was een kredietfaciliteit van 1,3 miljard euro en 843 miljoen euro aan garanties tot eind 2015 met een verlenging tot 2016.

Ondanks dat Van der Aast in mei 2015, bij de bekendmaking van de eerste kwartaalcijfers nog optimistisch verklaarde dat over heel 2015 een positief bedrijfsresultaat werd verwacht, bleek de situatie in het 2e kwartaal opnieuw verslechterd en liepen de onderhandelingen met de financierders om structurele oplossingen voor de solvabiliteit te vinden stuk. In de middag van 5 augustus 2015 zijn mrs. Peters en Princen aangewezen tot beoogd curatoren voor een stille bewindvoering.

Er was een extra liquiditeitsfaciliteit van 75 miljoen euro nodig in twee tranches van 37.5 miljoen euro, boven op de al bestaande faciliteit van 700 miljoen euro onder andere om Imtech Deutschland te kunnen betalen. Vanwege vereisten onder Duits recht moest er daarnaast op korte termijn ook nog een additionele verplichting van 25 miljoen euro komen van Royal Imtech vis-a-vis Imtech Deutschland GmbH & Co KG (“Imtech Germany’), maar dat ging de financiers een brug te ver en zij waren niet bereid om de daarvoor benodigde financiering ter beschikking te stellen

Kredietverzekeraar Atradius verzekerde bovendien niet langer de leveranties waardoor leveranciers betaling bij levering zouden gaan eisen en de solvabiliteit in het gedrang kwam. Het management en de banken zagen geen uitweg meer en trokken de stekker er uit.

Op 11 augustus 2015 werd uiteindelijk surseance van betaling voor de Imtech holding aangevraagd.

Imtech zette vervolgens de nieuwe BV Sparrow op, waar de gezonde onderdelen van het concern in geparkeerd werden. De banken, die het pandrecht op de aandelen van alle dochters hadden richten via hun adviseur, advocatenkantoor Clifford Chance, dezelfde dag de BV Waterval op, een juridische entiteit die onderdelen van het bedrijf zo kon doorverkopen aan investeerder Triton.

De aangestelde bewindvoerders Paul Peters en Jeroen Princen hebben meteen daarna het faillissement aangevraagd voor Imtech Nederland, Imtech Capital BV, Imtech BV en Imtech Group BV en Rietschoten & Houwens waarbij 80 ontslagen vielen.

Op 11 augustus 2015 werden Imtech B.V. en Imtech Capital door de Rechtbank Rotterdam voorlopige surseance verleend. Op 13 augustus 2015 werden deze voorlopige surseances omgezet in een faillissement.

13 augustus 2015 is aan Imtech Group B.V. door de Rechtbank Rotterdam voorlopige surseance verleend en is de voorlopige surseance omgezet in een faillissement van de gehele Imtech Group B.V.

13 augustus 2015 van de Rechtbank Rotterdam is ook de naamloze vennootschap Royal Imtech N.V., statutair gevestigd te Rotterdam en kantoorhoudende te (2803 PE) Gouda aan de Kampenringweg 45A, in staat van faillissement verklaard met aanstelling van mr. P.J. Peters en mr. J.G. Princen tot curatoren. In de weken daaropvolgend zijn verscheidene dochterondernemingen van Royal Imtech gefailleerd. Een deel van de dochterondernemingen is door middel van overdracht van aandelen verkocht aan derden.

17 augustus 2015 werd aan Imtech Benelux Group B.V. en Imtech Nederland B.V. door de Rechtbank Rotterdam voorlopige surseance verleend. Op 17 augustus 2015 werden deze omgezet in een faillissement.

17 augustus 2015 is ook aan Imtech Building Services B.V. voorlopige surseance verleend. Op 18 augustus 2015 is dit omgezet in een faillissement.

28 augustus 2015 is aan Imtech Industrial Services B.V. voorlopige surseance verleend. 8 september 2015 is deze voorlopige surseance omgezet in een faillissement.

8 september 2015 is Imtech UK Group B.V. door de Rechtbank Rotterdam voorlopige surseance verleend. 8 september 2015 is deze voorlopige surseance omgezet in een faillissement. De Engelse (sub)holdingmaatschappij Imtech UK Ltd., alsmede de werkmaatschappijen Imtech Technical Services Limited en Imtech Water Waste and Energy Ltd, verkeerden sinds 28 augustus 2015 in administration, de Engelse vorm van surseance.

Op 11 september 2015 zijn de surseances van Imtech BPI B.V. en Imtech Automation Solutions B.V. omgezet in een faillissement.

11 maart 2016 is door de Rechtbank Rotterdam de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Imtech SSC B.V., statutair gevestigd te Rotterdam en kantoorhoudende te (3447 GM) Woerden aan de Houttuinlaan 5G, in staat van faillissement verklaard. Op dezelfde dag is ook de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Imtech Arbodienst B.V., statutair gevestigd te Rotterdam en kantoorhoudende te Capelle aan den IJssel aan de Rivium Boulevard 41, in staat van faillissement verklaard.

2016

Kunstveiling

29 juni 2016 werd met een zaalveiling in totaal 330.000 euro opgehaald met de veiling van de (geheime) Royal Imtech kunstcollectie. De kunstwerken werden geveild door het Haagse veilinghuis Venduehuis. De kunstverzameling bevatte werken van onder anderen Karel Appel, Kees van Bohemen en Corneille. De Imtech-collectie werd bijgehouden door Willem Nagelkerke die begin jaren zestig bestuurder was van van Van Rietschoten & Houwens De vooral moderne non-figuratieve kunstwerken zijn o.a. van Kees van Bohemen, Woody van Amen, Karel Appel, Corneille, Joe Tilson, Maurice Philips, Ritz van Koomen, Arty Grimm en Jeroen Henneman.

Overzicht van de beste resultaten, inclusief opgeld.

202 Araun Gordijn ‘Nashville’, 2.580 euro 354 Ernest Dezentjé “kantoorgebouw te Batavia’, 10.965 euro 379 Shlomo Koren ‘Landschap’, 4.385 euro 383 Wim Motz , zonder titel, 3.100 euro 388 Jan Roëde, zonder titel, 9.675 euro 397 Guy Vandenbranden, Lijn met 4 cirkels, 5.420 euro 431 Kees van Bohemen, Formule 1, 18.060 euro 438 Woody van Amen, ‘Sunlight’, 6.450 euro 439 Kees van Bohemen, Peloton, 15.480 euro 468 Milan Kunc, ‘Giraffe’, 6.450euro 474 John Hummel, U-boot in the sea of love’, 3.870 euro

De ‘Bloem met blauwe ogen’ van Karel Appel bracht 7.000 euro op.

Negen banken, de Belastingdienst en drie curatoren vochten om de totale veilingopbrengst van circa 500.000 euro. De collectie van 1.600 kunstwerken bevatte 28 Corneilles, 11 Karel Appels, 4 Herman Broods, Perzische tapijten, Friese staartklokken, Thaise boeddha’s, zilveren puddinglepels en een globe op een standaard. De meeste bezittingen zijn verkocht en brachten ruim een half miljoen euro op, terwijl ze voor 2 miljoen euro in de boeken stonden. De negen banken van Imtech vinden dat het geld vanwege pandrecht aan hen toekomt. De curatoren onderzoeken echter of die pandrechten wel gevestigd mochten worden. De Belastingdienst zegt ook recht te hebben op de opbrengst. Omdat de kunstwerken aan de muur op het Imtech-hoofdkantoor in Gouda hingen en Imtech-kantoren decoreerden vindt de Belastingdienst, dat de kunst een ‘bodemzaak’ is waarop zij recht hebben. Om te voorkomen dat ex werknemers er na het faillissement met een schilderij vandoor zouden gaan, zijn de werken voorafgaand aan het faillissement verplaatst naar een opslag in Den Haag, waardoor het geen bodemzaak meer zou zijn. De curatoren wilden het geld zelf hebben om ze over alle schuldeisers, waaronder zichzelf te verdelen. Een concurrerende curator van Building Services eist ook een deel van de kunst (40 kunstwerken) omdat deze in Capelle aan de IJssel, in het kantoor van Building Services hing.

Ex financieel directeur Boudewijn Gerner van Royal Imtech, nota bene winnaar van een CFO Special Achievement Award, kreeg van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in 2015 een boete wegens het onvolledig verstrekken van koersgevoelige informatie ten aanzien van de financiering van het sprookjespark in Polen. Er werden door Imtech persberichten uitgestuurd zonder belangrijke relevante informatie. Gerner moest uiteindelijk 500.000 euro boete betalen en oud-bestuursvoorzitter René van der Bruggen 1 miljoen euro.  De rechtbank Rotterdam verwierp de boetes, maar het College van beroep (CBb) ziet wel voldoende bewijs voor de overtredingen. Tegen deze uitspraak kan geen beroep worden aangetekend.

Het Poolse dochterbedrijf viel overigens rechtstreeks onder Gouda en niet onder Imtech Duitsland zoals jarenlang beweerd werd. In het voorjaar van 2008 heeft Imtech Duitsland de aandelen in Imtech Polen al overgedragen aan Royal Imtech Gouda. Imtech Duitsland was in 2008 dividend verschuldigd aan het hoofdkantoor in Nederland en deze schuld werd met de overdracht van Imtech Polen betaald. Imtech Polen had op dat moment echter maar een bedrijfswaarde van twee ton, dus dat werd eerst nog even kunstmatig opgehoogd naar 24 miljoen. De Imtech holding wist op 12 maart 2013 twee bankgaranties terug te krijgen die in het bezit waren van AWW, de eigenaar van het pretpark. De bankgaranties hadden een waarde van € 147,6 miljoen. Peter Jan Mulder, de bedenker van het pretpark en directeur van AWW en Orangefield het trustkantoor en bestuurder van de bijbehorende Maagdeneilandbedrijfjes moesten hiervoor toestemming geven. Mulder ontkende destijds dat hij een jaar eerder een contract met Shevrin Enterprises en Obelisque in Luxemburg voor elk 28 miljoen euro had ondertekend om zo geld weg te sluizen via Red Viper op de Britse Maagdeneilanden. De constructie was opgezet door Thorsten Klee en Jacek Andrzejewski. Pas in augustus 2014 bleek dat echtgenote Sylwia Klee op papier als eigenaresse werd geregistreerd. Met een schikking werd geprobeerd om het weggesluisde geld terug te halen. Maar dat geld had Orangefield alweer doorgesluisd en deze weigerde de schikking dan ook te ondertekenen. Henk Roodenburg, die 38% van het pretpark bezat had 30 miljoen euro in het pretparkproject gestoken en werd ook bij de onderhandelingen betrokken, evenals Altmark Investholdings van het echtpaar Klee uit Luxemburg die 5% van de aandelen bezat via een trustkantoor. In de schikking werden de lege Maagdeneilandbedrijfjes alsnog op naam van Mulder gezet zonder de bijbehorende aansprakelijkheid, Roodenburg kreeg de rechten op een deel van het terrein en Imtech kreeg hiermee niet de verdwenen miljoenen euro’s, maar wel de bankgaranties terug. In juni 2013 publiceerde Royal Imtech een onderzoeksverslag over de fraude en de getroffen maatregelen. In het rapport werd onterecht benadrukt dat Imtech Duitsland de leiding had over wat er in Polen gebeurde. De Duitse bestuurders zouden de financiële constructies hebben gemaakt om te verhullen dat er nog steeds geen investeerders waren gevonden voor het pretpark. Samen met twee prospectussen, moest het onderzoeksverslag van Imtech de aandeelhouders er in 2013 en 2014 van overtuigen om geld bij te storten. Het verslag, geschreven door huisadvocaat De Brauw Blackstone Westbroek, gaat uitvoerig in op de ‘onregelmatigheden’ rond het pretpark maar was summier over de andere misstanden bij Imtech Polen. Ook stond er niets in over een bevriende aannemer, die op papier kluste aan voetbalstadions voor het EK in 2012. Oud topman Van der Bruggen kreeg een boete van 500.000 euro. Beiden gingen tegen de boetes in beroep en wonnen de zaak op 24 april 2017. AFM accepteert de uitspraak niet en ging in hoger beroep. De curatoren wilden een claim indienen bij de aansprakelijkheidsverzekeraar van de voormalige top van Imtech. Na 31 december is er geen dekking meer omdat er geen premie meer is betaald. Het verlengen van de polis zou zo’n 2,5 miljoen euro kosten voor een periode van drie jaar. Banken, aandeelhouders, bestuurders en commissarissen waren na een verzoek van de curatoren niet bereid die kosten te dragen. Imtech bracht vlak voor het faillissement in mei 2015 in een verklaring naar buiten dat ze positieve cijfers over 2015 verwachtten. Bestuursvoorzitter Gerard van de Aast en de financiële man Hans Turkesteijn kozen eieren voor hun geld en kondigden op datzelfde moment hun afscheid aan met de mededeling dat de blik nu op de toekomst kon worden gericht. Lex Thorston werd in april 2024 gediagnosticeerd met kanker terwijl hij herstellende was van long covid. Zijn behandeling biedt hem mogelijk nog twee jaar leven. Deze week verscheen hij voor de rechter in Den Bosch op verdenking van witwassen van ongeveer €2,6 miljoen, gerelateerd aan het faillissement van de technische dienstverlener Imtech. Hij werkte samen met Thorsten Klee, de Imtech-topman in Polen, en was betrokken bij een systeem van valse facturen en contante opnames. Lex beschreef zijn rol als geldkoerier, die contant geld vervoerde naar Klee. Na meer dan tien jaar, merkt hij op dat hij meer in de rol van slachtoffer is dan dader. Hij voelt zich onterecht behandeld, vooral omdat andere betrokkenen nooit strafrechtelijk zijn aangesproken. De omvang van de schade voor de schuldeisers bedraagt bijna €1,5 miljard, maar Lex beschouwt zichzelf als een klein onderdeel van het grotere geheel. Tijdens de zitting stelde de oudste rechter hem de vraag over een geschikte straf, maar vanwege zijn ernstige ziekte was er geen concrete strafeis. De officier van justitie vroeg twaalf maanden cel, maar zijn advocaat pleitte voor clementie vanwege Lex’ toestand. Uiteindelijk werd hij veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 160 dagen, met 157 dagen op proef, en hoeft hij niet naar de gevangenis. De rechter erkende Lex’ beperkte rol in het frauduleuze netwerk en kwam tot de conclusie dat zijn gezondheid zwaar meeweegt in de beslissing. 

De provincie Limburg wilde ondertussen de drie miljoen euro subsidiegeld terug en claimde dit bij de curator. Voor de ontwikkeling van de Duurzame Energiecentrale Limburg (DECL). In Venlo en Maastricht ontwikkelde Imtech de bouwplannen. Er zijn nog biedingen op onderdelen van het plan zodat er nog een kleine kans is dat het geld niet helemaal overboord is. Van het originele bedrag van 7,5 miljoen euro werd 3 miljoen aan Imtech uitbetaald.

Volgens een intern rapport heeft Imtech via dochter onderneming Radio Holland jarenlang onder andere radar- en navigatiesystemen geleverd aan bedrijven in Iran, Syrië en Soedan waarmee waarschijnlijk minstens 198 keer Amerikaanse en Europese exportregels werden geschonden. Radio Holland en moederbedrijf Imtech Marine is inmiddels overgenomen door Parcom en Pon voor 48 miljoen euro inclusief schulden en heet nu R(adio)H(olland) Marine (Group). Eerder was al bekend dat er een levering in Iraanse wateren had plaats gevonden van sateliet-tv-ontvangers. Uit een intern Imtech-rapport blijkt dat het bedrijf niet beschikte over World-Check One, een software programma met een database van uitgesloten landen. Pon en Parcom Capital zouden uitvoerig geïnformeerd zijn over de leveringen en vier van dergelijke incidenten. Vlak na het openbaar worden van deze feiten verkocht ING Nationale Nederlanden de Parcom groep aan het management, maar blijft wel geld steken in een nieuw fonds dat Parcom gaat opzetten. Na de koop worden alsnog 240 medewerkers ontslagen, waarvan 160 inn Nederland. RH Marine heeft in 2015 een fors verlies is geleden en is ook 2016 verliesgevend begonnen. RH wil de vorig jaar doorgevoerde integratie van Radio Holland met een aantal andere werkmaatschappijen terugdraaien en de huidige structuur ‘ontvlechten’. Daarbij zou de groep worden gesplitst in de aparte business units RH Marine en Radio Holland met een eigen winst verantwoordelijkheid. Peter Heinze die vlak voor het faillissement de nieuwe topman zou worden kreeg een bij de rechter afgedwongen afkoopsom van 466 duizend euro. Heinze was directeur voor het Franse Zodiac Aerospace en was door een headhunter binnengehaald en door de nieuwe eigenaar afgescheept met een maand salaris. Volgens de kantonrechter is “op geen enkele manier gebleken dat hij voor zijn functie ongeschikt zou zijn.” Inclusief enkele maanden loonbetaling kwam de toegekende vergoeding op ruim een half miljoen euro. Om te voorkomen dat er verder geprocedeerd zou moeten worden werd er geschikt voor een iets lager bedrag.

2017

KPMG wordt nu door de curatoren aangepakt. Willem Riegman, de partner die jarenlang de boeken deed bij Imtech moest vertrekken en KPMG kocht de aansprakelijkheid bij beleggers af met een miljoenenschikking. KPMG en accountant Thunnissen keurden de jaarrekening over 2014 goed, terwijl onzekerheid was over het voortbestaan (going concern) De AFM legde KPMG een boete op van bijna € 1,25 miljoen voor de tekortkomingen in de controle van de Imtech jaarrekening over 2011. KPMG had een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening over 2011 gegeven zonder dat daaraan de vereiste controlewerkzaamheden aan vooraf zijn gegaan. Ook voor 2014 lijkt dit nu het geval geweest. De VEB plaatste vraagtekens bij de posten onderhanden werk, debiteuren, en goodwill uit dat jaar. Uit de uitgebreide controle verklaring bleek dat de accountant deze onderwerpen heeft aangemerkt als key audit matter. Bij een kort geding tussen de curatoren en KPMG in juni 2017 werd al duidelijk dat het Imtech-bestuur geen notulen had gemaakt van haar vergaderingen over het grootste deel van de periode 2012-2015. Tot grote verbazing van de KPMG accountants wilden de commissarissen, met voormalig Akzo-topman Rudy van der Meer als voorzitter, een brief over mogelijke frauduleuze zaken binnen het concern niet lezen. Die houding is tekenend voor het bedrijf indertijd, verklaarde oud-bestuurslid Martine Frijlink van KPMG. „Onze accountant was onthutst. Er was sprake van een algehele lethargie van die commissarissen. Zo van: ’Slecht nieuws? Daar hebben we geen zin in.’ Er zaten daar slapjanussen.” De schikking van oktober 2014 met Imtech en KPMG over feiten die in februari 2013 aan het licht kwamen wordt momenteel afgewikkeld. De VEB vraagt de AFM nu om een extra onderzoek over de latere periode. De curatoren, die het faillissement afhandelen, wijzen tekortschietende accountants aan als deel van de oorzaak. Zij hebben de accountantskamer, die optreedt als tuchtrechter, gevraagd om de Imtech-accountants te beoordelen. Twee KPMG-accountants kregen eerder een schorsing opgelegd wegens tekortkomingen over het boekjaar 2011. Daar volgen nu berispingen op voor accountants die boekjaar 2012 controleerden. Volgens de accountantskamer heeft een van de accountants “gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag. Hij is tekortgeschoten in het vastleggen van controledocumentatie”, zo staat in de uitspraak. Een andere berispte accountant, die het controlewerk nog eens extra had moeten nakijken, had gezien de tekortkomingen geen goedkeurende verklaring mogen afgeven.

De curatoren onderzochten of er bij het faillissement van Imtech mogelijk sprake is van strafbaar Paulianeus handelen door de banken bij de verkoop van Imtech Nordic. Na het faillissement kregen de curatoren namelijk een bod voor het onderdeel Nordics van 250 miljoen maar de banken verkochten het voortijds voor 131 miljoen euro. Het blokkeren van een groot deel van de 800 Imtech bankrekeningen door onder andere de Rabobank heeft in de ogen van de curatoren bij petrochemische installaties van Shell Moerdijk en Shell Pernis, geleid tot onverantwoorde risico’s. De banken hebben de curatoren vrijwel volledig buitenspel gezet. Curator Jeroen Princen wil daarom voor de toekomst een aanpassing van de faillissementswet. De leden van de Raad van Bestuur van Royal Imtech N.V. hebben aan het einde van de formele notificatieperiode op 25 september 2015 hun functie neergelegd. De Raad van Commissarissen is op dezelfde datum teruggetreden.

Ook beleggersvereniging VEB en vakbond RMU wilden een onafhankelijk onderzoek naar de rol van de banken omdat deze wel erg snel na de surseance een faillissement bewerkstelligden zonder eerst een mogelijke doorstart te laten onderzoeken. VEB wil een schadevergoeding van de vijftien topmanagers en stapte naar de Ondernemingskamer. Niet alleen de aandeelhouders maar ook veel leveranciers verloren tonnen door het faillissement. Al vanaf juli had Imtech al bijna geen facturen meer betaald en slechts weinigen zijn hiervoor verzekerd. De overheid heeft nog geprobeerd om Imtech te redden door voor een deel garant staan voor een lening, maar dat kon alleen wanneer er door aandeelhouders en externe financiers nieuw geld ingestoken zou worden. ING en de andere financierders bleken echter niet bereid om nog meer geld in het bedrijf te steken, waardoor een faillissement onafwendbaar was. ING die als grootste aandeelhouder een belang had van bijna 16% heeft het afgelopen kwartaal 71 miljoen euro afgeschreven op het aandelenbelang. Ook Rabobank, Commerzbank, RBS en ABN Amro zijn mede-financiers en gezamenlijk hebben zij alle schulden van Royal Imtech in de boeken en bezaten ze ruim 47,4 procent van Imtech.

2023

ABN Amro en ING, hebben een miljoenenschikking getroffen met de curatoren. Er is onder meer afgesproken dat er nog een contante betaling van 25 miljoen euro naar de boedel gaat. Ook zijn afspraken gemaakt over de vrijgave van bepaalde depotbalansen ter waarde van 3,8 miljoen euro. Er zijn in totaal meer dan zestig geldschieters bij de schikking betrokken. Volgens de curatoren is dit goed nieuws voor schuldeisers, want zij zullen daardoor iets meer van hun geld terug kunnen zien.  Door de schikking zijn de curatoren er naar eigen zeggen in geslaagd om een “potentieel complex geschil op te lossen, waardoor langdurige en kostbare gerechtelijke procedures zijn voorkomen”. Naast de schikking met de banken lopen er nog procedures tegen oud-bestuurders en commissarissen van Imtech, tegen advocatenkantoor De Brauw en tegen KPMG als toenmalig controlerend accountant van Imtech. 

Imtech Nordic

De curatoren ontvingen een bod van een investeringsbedrijf op het onderdeel Nordics van 250 miljoen, maar deze wilde twee dagen de tijd voor een boekenonderzoek, maar dat vonden de banken te lang duren. Nordics werd verkocht aan Nordea Bank voor 131 miljoen euro en deze verkocht het meteen weer door. Direct na het faillissement hadden de banken zich de winstgevende Scandinavische divisie toegeëigend door hun pandrechten uit te oefenen en het onder te brengen in een nieuwe BV Waterval. Via de B.V. is de divisie inclusief alle bezittingen en rechten uiteindelijk doorverkocht aan de in Jersey gevestigde investeringsmaatschappij Triton Fund IV. Triton investeert in bedrijven in negen landen, met name in Noord-Europa en heeft toegezegd om substantieel in de divisie te investeren. Nordic met vestigingen in Zweden, Noorwegen en Finland heeft 5.045 personeelsleden en is na Duitsland het grootste onderdeel van Royal Imtech. Het hoofdkantoor zit in Stockholm en de divisie omvat 116 vestigingen met een omzet van 809 miljoen euro. Nordic is werkzaam in sectoren elektro- techniek, verwarming, waterleiding en ventilatiesystemen en omvat gevestigde merken als NVS, NEA, Sydtotal and EMC Talotekniikka.

De activiteiten van Imtech in Scandinavië en in het Verenigd Koninkrijk hebben substantiële waarde. Imtech heeft namelijk nog een opdracht in portefeuille om het stadion van Liverpool Anfield Road uit te breiden met 13.000 zitplaatsen. De opdracht heeft een waarde van zo’n 360 miljoen euro en moest aan het begin van het seizoen 2016/2017 gereed zijn. De overname door Triton is inmiddels door de Eurpese Commissie in Brussel goedgekeurd.

Door het snelle doorverkopen van de diverse onderdelen van Royal Imtech zijn verplichtingen en garantstellingen alsmede een groot deel van de betalingen aan handelscrediteuren voor tientallen miljoenen euro’s veilig gesteld.

Imtech Marine

De divisies Imtech Marine werd door de curatoren na het faillissement in de nieuwe Sparrow BV buiten de groep geplaatst en 13 augustus voor 48 miljoen euro doorverkocht aan Pon en ING/Parcom zonder verder nog in te gaan op twee eerdere biedingen door CVC die de hele onderneming op krediet of op termijn wilden overnemen. AlpInvest, Egeria, Pon Holdings en TomTom onder leiding van CVC boden 100 miljoen euro voor Imtech exclusief Imtech Duitsland en het moederbedrijf. Daarbovenop wilden ze een opstart garantie gegeven van 50 miljoen euro mits de banken 200 miljoen zouden bijdragen.

Een ander bod CVC van 150 miljoen exclusief het noodlijdende Buildings Services en dan als uitgestelde betaling waarbij de banken 50 miljoen euro krediet moesten geven net als de investeerders werd ook door de banken afgewezen.

Pon en Parcom namen vervolgens het onderdeel Imtech Marine met alle rechten en verplichtingen over, waardoor alle 600 werknemers bij het bedrijf aan de Sluisjesdijk konden blijven werken. Imtech Marine heeft 2.500 personeelsleden, waaronder 900 Nederlandse en een kleine 100 kantoren in dertig landen. ING heeft met deze deal haar bezittingen veilig gesteld en de aandeelhouders en crediteuren buiten spel gezet. ING is behalve een van de grotere aandeelhouders, ook financierder en nu ook koper van Imtech Marine en mogelijk ook van Nordic. Marine heeft een omzet van 477 miljoen euro.

De omzet van Imtech Marine was in 2013 413 miljoen met een verlies van 62 miljoen. Het 50% aandeel in IHC systems dat al 25 jaar in het bezit was, was eind augustus 2014 al verkocht dat resulteerde in een boekwinst van circa 12 miljoen euro. Imtech Marine levert ook de komende drie jaar de ship- tot shore communicatieservice (Radio Holland) aan een van de grootste scheepvaartbedrijven van Nederland.

De banken hebben uit de verkoopopbrengst een half miljoen euro beschikbaar gesteld voor de noodzakelijke ict-ondersteuning. De leasemaatschappijen bleken bereid om de geleasede voertuigen gedurende de maand augustus aan Imtech ter beschikking te blijven stellen.

Traffic & Infra

Van 1929 tot 1993 heette Traffic & Intra nog Nettenbouw. De divisie verzorgt alle techniek die te maken heeft met wegen, rails, bruggen, sluizen, tunnels en de algemene energievoorziening. Van openbare verlichting, intelligente verkeerssystemen en de automatisering van parkeergarages tot en met installaties voor hoogspanning en energietechniek. Investeerder RCPT Beheer, een onderdeel van investeringsmaatschappij Egeria van de familie Brenninkmeijer, heeft 17 augustus de divisie Traffic & Infra exclusief de Belgische activiteiten overgenomen. Egeria doopte het bedrijf in februari 2016 om in Dynniq Nederland BV. De ontvangen koopprijs bedroeg 13 miljoen euro. Curatoren hebben recentelijk geconstateerd dat zo aan Egeria mogelijk 10 tot 13 miljoen is meegegeven. Imtech Traffic & Infra met 2093 medewerkers (waarvan 994 in Nederland) heeft wereldwijd een omzet van 387 miljoen euro. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) gaf onder voorbehoud al toestemming en de belastingdienst ging akkoord met de overheveling van de compensabele verliezen van het bedrijf.  Imtech nam in 2007 Peek Traffic over en binnen de dienst Infra is deze verantwoordelijk voor allerlei verkeersmanagement zoals ImFlow, een hulpmiddel om het stedelijk verkeer te regelen en ImCity een centraal stedelijk management systeem voor de openbare verlichting. En met GreenFlow regelde Infra de communicatie tussen voertuigen en wegkantsystemen. Ook het Vetag systeem waarmee het openbaar vervoer prioriteit krijgt bij verkeerslichten en de displays bij haltepalen en Dynamische Route Informatie Systemen bij busstations vallen onder deze divisie. Imtech Infra was ook betrokken bij CVIS, iTetris, SAFESPOT, eCoMove en Compass4D.

De snelle overname van deze pas gereorganiseerde divisie was belangrijk, want Imtech onderhoudt vrijwel alle verkeershardware, zoals verkeersregelautomaten, verkeerslichten, detectiesystemen, snelheidsdisplays en radartellers. Imtech leverde ook het parkeermanagementsoftware en de hardware voor onder andere Q-Park. Dynniq Nederland BV is door het Nationale Business Succes Award Instituut uitgeroepen tot winnaar 2016 in de branche van Intelligente infrastructuur- en trafficsystemen.

ICT Group nam per 1 juli 2016 de ICT-diensten voor waterschappen en waterbedrijven, inclusief vijftien Imtech medewerkers (fte) De ICT-diensten voor mobility, parkeerdiensten, en energie blijven onderdeel van Dynniq.  Het bedrijfsonderdeel Water en Infrastructuur van ICT Group richt zich op ict-oplossingen die installaties en systemen op afstand kunnen uitlezen en bedienen. Het levert oplossingen aan drinkwaterbedrijven en waterschappen. Het gaat onder meer om toepassingen van sensoren (internet of things) en de analyse van grote datasets (big data).

Imtech Buildings

Van Building Services werden 18 augustus delen verkocht, waarbij contracten met een omzetwaarde van 150 miljoen euro per jaar worden overgenomen door Unica waardoor tot ongeveer 200 werknemers hun baan kunnen behouden.

Netbeheerder Westland Infra heeft de meetdiensten service overgenomen inclusief alle lopende wettelijke meetdiensten die voor 700 klanten door heel Nederland worden uitgevoerd.

De afbouw van de Noord/Zuidlijn waar 1.200 mensen werken gaat normaal door en is deels doorgestart. Buildings in haar geheel kon niet worden verkocht en is failliet verklaard. ZZpérs staan met lege handen. Woensdag 26 augustus staakten de 25 personeelsleden van Imtech Building Services op verzoek van de curatoren met het werk aan de Noord-Zuidlijn, waardoor ook ongeveer 75 inhuurkrachten niet konden werken. De gemeente Amsterdam kreeg schriftelijk bevestigd dat aannemer Visser & Smit Bouw, een dochterbedrijf van VolkerWessels alle rechten en plichten van Imtech Building Services heeft overgenomen.

VolkerWessels, moederbedrijf van Visser & Smit Bouw, is als contractpartij medeverantwoordelijk en heeft aangegeven het werk van Imtech over te kunnen en willen nemen. De aanleg van de Noord-Zuidlijn loopt extra vertraging op doordat tientallen inhuurkrachten drie tot vier maanden loon zijn misgelopen en stopten met de werkzaamheden. Bij de afbouw zijn ongeveer vierhonderd werknemersbetrokken, van wie veel inhuurkrachten.

VolkerWessels stelt dat Visser & Smit Bouw alle verantwoordelijkheid van Imtech bij de bouw van de Noord-Zuidlijn heeft omdat zij samen met Imtech Building Services een consortium VIA NoordZuidlijn vormde.

Visser & Smit is volledig aansprakelijk voor alle verplichtingen die Imtech is aangegaan. Sommige contracten met inhuurkrachten zijn echter rechtsreeks met Imtech afgesloten en niet met VIA NoordZuidlijn waardoor deze werknemers en aannemers buiten de boot vallen.

Imtech Building Services is onderverdeeld in de divisies Energy Solutions, Beheer & Onderhoud en Installatietechniek. De Buildings divisie werkt samen met Hurks aan het Cosun Innovation Center in Dinteloord. Verder werkt Buildings aan het DBFMO (betaling na oplevering) project de Penitentiaire Inrichting Zaanstad, voor Avenue aan de A2 in Maastricht, het gerechtsgebouw in Breda en de Noord-Zuidlijn. Ook wordt nog gewerkt aan het International Crime Court in Den Haag. Het consortium InBalans (VolkerWessels/Facilicom/Macquarie Capital) zou samen met Imtech het 110 miljoen kostende project vanaf mei 2016 gaan bouwen. Imtech Building Service en Homij Technische Installaties zouden samen verantwoordelijk zijn voor het installatietechnische ontwerp en de realisatie. Vakbond CNV Vakmensen hielden 19 augustus een leden bijeenkomst over de situatie bij Imtech Building Services in de Don Bosco Café-zaal in Weert.

Hoeveel werknemers er precies konden overstappen naar VolkerWessels of Unica was niet bekend. Het personeel van Imtech Building bestaat voornamelijk uit monteurs, werktuigbouwkundigen en ingenieurs.

De lopende onderhoudscontracten met een tiental ziekenhuizen worden voorlopig nog voortgezet. Imtech verzorgt onder andere voor het BovenIJ, IJsselland, het Amphia, het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), het Flevoziekenhuis, het Emma Kinderziekenhuis, het Academisch Medisch Centrum (AMC), het Erasmus MC, het Vlietland Ziekenhuis en een instelling in de langdurige zorg het kleinschalig technisch onderhoud aan verwarming, luchtbehandeling en verlichting. Imtech is soms nog voor tientallen jaren verantwoordelijk voor het technisch onderhoud via DBFMO-contracten (Design, Build, Finance, Maintain & Operate). Concurrenten als Croon, Wolter & Dros en Cofely kunnen dergelijke contracten wel overnemen maar dat zal wel gevolgen hebben voor de prijs. Twintig werknemers van de failliet verklaarde divisie Fire, Acces & Security van Imtech Eindhoven worden per 1 oktober overgenomen door Van Dijnsen Installate en Beveiligingen.

Imtech Belgium

Imtech Belgium met 800 werknemers en een omzet van 200 miljoen euro is 20 augustus verkocht aan het Belgische bouwbedrijf Cordeel Groep. Imtech België is gespecialiseerd in green technology, HVAC, building services, automatisering, elektrotechniek, piping, sanitair, engineering en onderhoud. Cordeel keeg een symbolische boete van 5.000 euro nadat ze vergeten waren om de voorgenomen koop voor te leggen bij de concurrentiewaakhond.

Normaal had de deal een vereenvoudigde procedure kunnen volgen, maar omdat Cordeel De deal werd goedgekeurd, maar dat ging dus niet volgens de geldende regels.et volgen van de regels.

Imtech Toegangstechniek

Imtech Toegangstechniek/Van Swaay (voorheen (1956)Van Swaay & Scheeres) in Capelle a/d/ IJssel met circa 165 medewerkers werd 24 augustus gekocht door het Zwitserse Record Holding Nederland, een dochteronderneming van Agta Record. Imtech Toegangstechniek B.V. deel uitmakend van Imtech Technology is system integrator in toegangstechnologie en verzorgt toegangstechnieken, van persoons- en voertuigdoorgangen tot parkeersystemen, inclusief alle facetten van (automatische) toegangscontrole, service en onderhoud.

Industry International en Ventilex

De werkmaatschappijen Industry International en Ventilex met 248 werknemers werden 26 augustus verkocht aan het Italiaanse Techim. De overnames gaven de overgebleven onderdelen, waaronder Industry Services in Emmen en Coevorden, in ieder geval tot eind september de mogelijkheid om door te gaan, waarna ze wellicht door Verwater worden voortgezet. De banen van 15 tot 20 medewerkers van de Goese vestiging van Imtech Industry International, afdeling Analyser Systems blijven behouden. Techim neemt dit onderdeel over. Voor Zeeland is van belang wat er gebeurt met Imtech Industrial Services in Goes. Over deze dochter van Imtech wordt door Techim nog onderhandeld. Deze dochter levert technische diensten aan onder andere Zeeland Refinery.

Imtech Suir

De Amerikaans Investeringsmaatschappij Endless kocht 5 september de aandelen van Imtech Suir Engineering en het Ierse Imtech Suir in Waterford inclusief de 700 werknemers. In de koop zitten tevens de dochterbedrijven in Saudi-Arabië en Qatar. Imtech Suir is een winstgevende divisie met een omzet van circa 100 miljoen euro, gespecialiseerd in mechanische, elektrische en instrumentele engineering. De verkoop zorgde voor behoud van Imtech UK & Ierland als onafhankelijk bedrijf met in totaal 2.500 werknemers in het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Endless verkocht het in 2017 aan het Franse energieconcern EDF die een flinke sanering heeft doorgevoerd. Van de oorspronkelijke 2.600 banen zijn er nog 2.100 over. Imtech Inviron (een divisie van Imtech UK) lanceerde onlangs nog een nieuw “National Operations Centre” in Birmingham met 30 nieuwe werknemers die met het 24 uurdienst callcentrum binnen het Koninkrijk de adhoc opdrachten voor de ingenieurs gaat plannen en organiseren. Imtech UK werd 10 september officieel failliet verklaard.

Imtech Industrial Services

Voor de overname van de divisies Industrial Services en Industry International was veel belangstelling. Bij elkaar werkten er circa 1300 werknemers. De salarissen bij Imtech Industrial Services B.V. en Imtech Industry International B.V. over juli konden worden betaald nadat de bankrekeningen door de banken werden vrijgegeven.

Multinational Verwater uit Rotterdam heeft na het faillissement van 8 september delen van Imtech Industrial Services in Emmen, Coevorden, Drachten, Delfzijl en Amsterdam overgenomen inclusief 250 werknemers. Verwater heeft wereldwijd zo’n 750 werknemers met een jaaromzet van 125 miljoen euro en onderhoud technische installaties in de petrochemische industrie. Industrieel dienstverlener Actemium zet een deel van de activiteiten van Goes voort. Actemium, wat een merknaam is van Vinci Energies, neemt onder andere het onderhoudscontract met Zeeland Refinery over.

De Industrial Services divisie verkreeg 28 augustus voorlopige- en 2 september gehele surseance van betaling en was met circa 900 werknemers werkzaam in Oil & Gas, Petrochemie en de voedingsindustrie en in vijf regio’s met projecten en onderhoud E&I, IAS, Wtb, panelenbouw en (revisie) van kleppen en veiligheden. Industrial Services handelde met de werkmaatschappijen onder de namen: Analyzer Systems, Farnest Engineering, Imtech Automation Solutions, Imtech Industry, Imtech Mechanical Services, Imtech Projects Noord-Oost en Manotherm Services in Emmen, Coevorden, Roermond, Drachten, Goes, Leeuwarden, Den Haag en Rotterdam. Er zijn ook overeenkomsten gesloten voor de overname van projecten in Goes, Kerkrade en Roermond. De werkzaamheden voor Shell in Pernis en Moerdijk werden overgenomen door het Ierse familiebedrijf Kentech. 180 banen en 165 zzp’ers behouden hierdoor hun werk. Convoi neemt de activiteiten over van Kerkrade en Roermond en Cegelec de locaties in Goes en bij Kuwait Petroleum. Hierdoor behielden nog eens tachtig werknemers hun baan.

Imtech Spanje

De Zwitserse investeringsmaatschappij Springwater Capital neemt 9 september voor 6 miljoen euro de twee divisies van Imtech Spain en de dochterondernemingen in Chili, Peru en Marokko over. De aandelen zouden door Royal Imtech N.V.zijn verpand aan de banken op 5 augustus 2015, de dag waarop de stille bewindvoering aanving. De koopprijs was 1 euro voor de aandelen en EUR 5.999.999 voor de intercompany vorderingen. De koopprijs wordt voldaan nadat over 8-10 weken de Spaanse mededingingsautoriteiten toestemming aan de transactie hebben verleend. Vervolgens wordt de gehele koopprijs in escrow geplaatst in afwachting van een eventuele procedure in rechte ter verdeling van de koopsom tussen de financiers en de boedel. De divisie heeft ruim 1.700 werknemers en een omzet van circa 150 miljoen euro en verzorgt vanuit het hoofdkantoor in Madrid technische diensten aan de bouwsector en industrie.

Paul Wagner & Fils S.A.

Op 11 September 2015 werd Paul Wagner &Fils verkocht aan Rucio Investment S.A.R. L. voor 1.775.174,01 euro. Voor deze transactie was de medewerking van de banken nodig waarvoor zij 1.224.825,99 ontvingen. De werkgelegenheid van circa 250 werknemers bleef behouden.

Imtech Duitsland

Imtech Duitsland heeft van Imtech Nederland 21 miljoen euro tegoed. Volgens de bankiers bedraagt de totale schuld van Imtech circa 1,2 miljard euro verdeeld over zo’n 40 partijen. Het totale bankkrediet bedroeg zo’n 300 miljoen euro. Daarnaast zijn er nog tientallen obligatiehouders, van wie een deel Amerikaanse banken. De Duitse Getec nam 25 augustus Imtech Contracting, een onderdeel van Imtech Duitsland met circa 130 werknemers over. Getec heeft circa 1000 werknemers en een jaaromzet van 721 miljoen euro. De overname van Imtech Contracting moet nog wel worden goedgekeurd door de Duitse mededingingsautoriteit.

Er zijn meer gegadigden voor een overname van delen van het bedrijf zoals het Oostenrijkse bouwbedrijf Strabag, het Franse bouwbedrijf Vinci en het Oostenrijkse Porr. Vinci kocht eerder ook de ict divisie voor 255 miljoen euro.

De brandblusdivisie krijgt een aparte curator. Het onderdeel is winstgevend en door het los te koppelen van het failliete moederbedrijf kan er sneller een nieuwe eigenaar gevonden worden.

Ruim veertig potentiële kopers waaronder enkele investeringsmaatschappijen zijn geïnteresseerd in Imtech Duitsland en zullen in november de koop rond maken, zoals de divisie Imtech Automotive Testing Solutions (ATS) die dan wordt overgenomen door Weiss Umwelttechnik. ATS ontwikkelt, bouwt en verkoopt testmodules voor de auto-industrie en een aantal andere branches.

Een van de belangrijkste divisies is het Oostenrijkse bouwconcern Strabag die eerder dit jaar ook al een deal sloot met Ballast Nedam met het A15 Maasvlakte-Vaanplein project. De opbrengst gaat niet naar Royal Imtech Nederland maar komt ten goede aan de crediteuren. Het werk op 950 projecten is nog niet onderbroken.

6 augustus werd voor Imtech Deutschland GmbH & Co. KG het faillissement aangevraagd en Felix Colsman, de voorzitter van Royal Imtech stapte op. De toekomst van Imtech Duitsland en Oost-Europa met een omzet van 860 miljoen euro en 4210 werknemers ligt in handen van de Duitse curator Peter-Alexander Borchardt. Het winstgevende Brandschutz kreeg een aparte curator en werd losgekoppeld om zo sneller een koper te kunnen vinden. Er waren meerdere kopers geïnteresseerd in de divisie met 450 werknemers die gewoon werden doorbetaald door het federale arbeidsbureau.

Het Duitse Imtech was een belangrijk en groot onderdeel van Imtech met een omzet van 859,5 miljoen euro. Imtech Duitsland werkte onder bevel van de curator gewoon door aan de nieuwe luchthaven Berlin Brandenburg Airport en aan het operagebouw in Keulen. Er werd een overbruggingskrediet verkregen bij de banken. De banken gaven de bevroren tegoeden vrij, zodat de 960 lopende projecten konden doorgaan. De totale schuld van Imtech Deutschland bedroeg circa 150 miljoen euro. De Duitse bouwonderneming en projectontwikkelaar Zech Group nam het grootste deel van Imtech Duitsland over. Door deze overname en verkopen van kleinere onderdelen bleven 3000 van de 3600 arbeidsplaatsen behouden. Alle werkzaamheden van Imtech Duitsland werden voortgezet door de nieuwe eigenaren.

De Duitse investeringsmaatschappij Are Beteiligungen nam het onderdeel brandbeveiliging over, waardoor bij die divisie 418 van de 476 arbeidsplaatsen behouden konden blijven. De divisie gaat verder onder de naam Systeex Brandschutzsysteme.

Een dochteronderneming van het Oostenrijkse Kremsmüller nam de divisie Max Straube over die is gespecialiseerd in installatiebouw en het aanleggen van pijpleidingen. Alle 58 medewerkers van Max Straube verhuisden mee. De divisie RCI Planungsgesellschaft werd overgenomen door fc.ingenieure Verwaltungs uit Karlsruhe, waardoor vijftig arbeidsplaatsen behouden blijven.

Er bleven in eerste instantie nog maar een paar onderdelen Imtech over zoals Imtech Polen en Luxemburg  en de activiteiten in Hongarije en Roemenië. Het 13 koppige ICT team is half september overgestapt naar Berckhout Financial & IT Services, dit in samenwerking met zusterbedrijf Realign/Itzz. Het team beheerde de ICT omgeving en meer dan 3500 werkplekken van Imtech Nederland en al haar vestigingen.

16 september is de surseance van Imtech Automation Solutions B.V. in Roermond omgezet in een faillissement. Imtech Automation Solutions B.V. verzorgde  architecten, ingenieurs en technisch ontwerp en advies, keuring en controles. Ook de surseance van Imtech Bpi B.V. in Amsterdam (Noord-Holland) werd tegelijkertijd omgezet in een faillissement. Imtech Bpi B.V. was een financiële instelling.

Door schadeadvocaat Pieter Lijesen loopt nog een rechtszaak tegen Imtech en de grootaandeelhouders. Hij heeft de Stichting Imtechclaim opgericht ten behoeve van circa 150 beleggers die sinds 2013 ruim een miljard verloren door de fraudezaken in Duitsland en Polen. Volgens Lijesen bepaalden Rabobank, ING Bank, ABN AMRO en Commerzbank als grootaandeelhouders de emissies, waarbij de opbrengst van 1.188 miljard bij de banken terecht kwam ter financiering van aflossing, rente en kosten. Er blijkt dat er verliezen waren op destijds bestaande projecten en dat er toch extra geld nodig was voor wettelijke verplichtingen. Tegelijkertijd is de uitstaande schuld sterk opgelopen, mede door de behoefte aan extra werkkapitaal. Deze zaken zijn niet alleen verzwegen door de directie van Imtech en haar accountant, maar ook de emissie begeleidende banken die hebben verzuimd om er in de prospectus melding van te maken. In dit kader was het niet verstandig van vertrekkend bestuurder Van Lede om aan het NRC te vertellen dat het bedrijf volgens hem tegenover de beurs een veel te rooskleurig verhaal had opgehangen en dat er ondertussen totaal geen controle was van bovenaf.

Imtech heeft sinds september 2011 het predicaat Koninklijk. Sinds begin 2013 is twee keer en voor het laatst in mei dit jaar verlenging hiervan verkregen. De Duitse oud-parlementariër Thomas Wüppesahl had koning Willem-Alexander gevraagd het predicaat in te trekken, vanwege alle omkoopaffaires, diefstallen, bordeelbezoeken en de enorme financiële strop die dat tot gevolg had voor beleggers. Het predicaat werd echter onlangs opnieuw verleend. Door het faillissement vervalt het predicaat nu alsnog.

Bij Imtech werkten ooit 29.000 medewerkers in 25 landen. In 2015 waren dat er (tot het Duitse faillissement) nog 21.659 waarvan zo’n 2.700 in Nederland werkzaam waren. Door de onderdelen voor circa 200 miljoen te verkopen bleven 1.700 banen behouden.

Royal Imtech NV had 125 geregistreerde dochterondernemingen in Nederland, waaronder ook Kiekens BV aan de Kampenringweg 45 a in Gouda.

Vermogensbeheerder AQR Capital Management kreeg een boete van half miljoen voor het herhaaldelijk te laat melden van de shortposities op Imtech. Van september 2013 tot oktober 2014 werden shortposities van tweeënhalve maand tot dertien maanden te laat gemeld.

Imtech betaalde voor alle adviseurs waaronder advocatenkantoor Clifford Chance, die namens de negen grootste banken optrad en Freshfields Bruckhaus Deringer, die de garantieverstrekkers vertegenwoordigde in de periode 1 juli tot 5 augustus maar liefst 18 miljoen euro. Houders van Imtech-obligaties, waaronder veel Amerikaanse partijen, werden bijgestaan door Loyens & Loeff. Imtech zelf werd geadviseerd door De Brauw Blackstone Westbroek. De curatoren kosten voor de periode 5 tot en met 10 augustus circa 110.000 euro voor 200 uur werk à 450 euro per uur.

Imtech-Telecom Belgium heet nu Dynniq Belgium. Het bedrijf kreeg meteen twee nieuwe bestuurders.

Faillissement 11 augustus 2015: Imtech Group bv, hodn Van Rietschoten & Houwens; Van Buuren van Swaay; Nettenbouw; Imtech; Inernatio-Müller; Meica; Suir; Capula; Inviron; Vonk; BS; R&H; RH; Peek; NVS; NEA; EMC

Het aandeel Imtech is 17 augustus 2015 na het slot van de handel verwijderd uit de MidKap-index van de beurs in Amsterdam. Curatoren van Royal Imtech N.V. lieten weten dat de handel in het aandeel Royal Imtech N.V. aan Euronext te Amsterdam is beëindigd op 30 december 2016 en dat de notering van het aandeel op 2 januari 2017 is beëindigd. Op 17 maart 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam in het faillissement van Royal Imtech N.V. (“Royal Imtech”) een crediteurencommissie ingesteld, waarbij tot lid van de crediteurencommissie werden benoemd: Royal Volker Wessels Stevin N.V., de Belastingdienst en Prudential Insurance Company of America. Op 6 oktober 2016 vond de eerste vergadering tussen de curatoren en de leden van de crediteurencommissie plaats. Tijdens deze vergadering is in de eerste plaats uitvoerig de vaststelling van een protocol c.q. een overeenkomst tussen de curatoren enerzijds en de leden van de crediteurencommissie anderzijds besproken. Onderwerpen die tijdens deze vergadering zijn besproken zijn onder meer de boedelrekening van Royal Imtech (i.e. de ontvangsten en uitgaven van de boedel), potentiële mogelijkheden tot reconstructie van de boedel, de D&O verzekering en de fraudeverzekering die door Royal Imtech zijn afgesloten, de verwachte planning van het onderzoek c.q. de afwikkeling van het faillissement en de gepretendeerde claim van Vinci Energies S.A. De curatoren en de leden van de crediteurencommissie bereikten geen overeenstemming over de inhoud van een protocol c.q. een overeenkomst. Zolang er geen protocol is vastgesteld, wordt voor de rechten en verplichtingen van curatoren en de leden van de crediteurencommissie teruggevallen op de wettelijke regeling in de faillissementswet en het civiele recht. Met de leden van de crediteurencommissie werd afgesproken dat de aandacht zal worden gericht op de inhoudelijke aspecten omtrent de afwikkeling van het faillissement. Op 13 december 2016 heeft een tweede vergadering plaatsgevonden tussen de curatoren en de leden van de crediteurencommissie. Ook tijdens deze vergadering hebben curatoren de crediteurencommissie een nadere toelichting gegeven omtrent de afwikkeling van het faillissement en de verwachte planning van het onderzoek. Onderwerpen die tijdens de vergadering aan de orde kwamen zijn onder meer de boedelrekening van Royal Imtech, de opbrengsten van de verkoop van activa en de bedragen die in dit kader op een escrow account zijn geplaatst, de verkoop van de ICOS Funds, de gepretendeerde claim van Vinci Energies S.A., de samenwerking met de VEB en de rechtmatigheidsonderzoeken.

Bewindvoerders: mr. J.G. Princen, Postbus 711, 3000 AS Rotterdam, tel.: 010-440.64.40; mr. P.J. Peters, Postbus 4302, 3006 AH Rotterdam, tel. 088-253.50.00

error: Content is protected !!