Migratie

Migranten zijn mensen die vrijwillig van het ene land naar het andere verhuizen voor werk, studie, of gezinshereniging. Het belangrijkste verschil tussen vluchtelingen en migranten: Vluchtelingen zijn mensen die hun land ontvluchten vanwege vervolging, oorlog, of geweld, zoals de Oekraïners die vluchten vanwege de oorlog in hun land. Ze zoeken bescherming in een ander land volgens internationale verdragen zoals het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties. 

Migratie kan worden onderverdeeld in verschillende soorten;

  1. Arbeidsmigratie: Mensen verhuizen op zoek naar betere werkgelegenheid en economische kansen. Dit kan zowel binnen als buiten de landsgrenzen plaatsvinden. Vooral laagbetaalde en seizoensarbeiders vormen een groot deel van deze migratiestroom.
  2. Studiemigratie: Studenten kiezen ervoor om in een ander land te studeren vanwege de kwaliteit van onderwijs of specifieke studieprogramma’s. Deze migratie is vaak tijdelijk, maar kan leiden tot permanente vestiging als de student later werk vindt in dat land.
  3. Vluchtelingenmigratie: Dit betreft mensen die hun land ontvluchten vanwege oorlog, vervolging of natuurrampen. Vluchtelingen zoeken vaak asiel in veilige landen waar zij bescherming kunnen vinden.
  4. Familiehereniging: Deze vorm van migratie gebeurt wanneer gezinsleden die al in een ander land wonen, familie uitnodigen om samen te wonen. Dit is een belangrijke reden voor langdurige migratie.

Migratie heeft zowel positieve als negatieve effecten. Aan de ene kant bevordert het economische groei en culturele uitwisseling, maar het kan ook leiden tot spanningen in ontvangende landen door druk op infrastructuur en werkgelegenheid. Het begrijpen van de verschillende migratiestromen is essentieel voor beleid en integratie.

Het huidige immigratiebeleid van Nederland richt zich op het verkrijgen van meer controle over migratiestromen en het verbeteren van de opvang en integratie van migranten. In 2023 zijn verschillende stappen gezet om zowel nationaal als internationaal meer grip te krijgen op migratie. Zo heeft Nederland migratiepartnerschappen versterkt met landen als Marokko om de terugkeer van gelijke asielzoekers te verbeteren. Daarnaast is er meer aandacht gekomen voor snellere procedures aan de Europese buitengrenzen, zoals vastgelegd in het nieuwe EU-migratiepact​.Een combinatie van arbeidsmigranten ontmoedigen, strengere regels voor uitzendbureaus en inleners en mensen aansporen om (meer) te werken moet ervoor zorgen dat er minder arbeidsmigranten naar Nederland komen. Daarnaast is het beleid sterker geworden wat betreft arbeidsmigratie, waarbij er meer aandacht is voor gereguleerde instroom en het onmogelijk van irreguliere migratie​

Het kabinet wil legale migratie verbeteren en versterken. Tegelijkertijd wil het irreguliere migratie beperken, overlast en misbruik bestrijden, en terugkeer bevorderen om:

  • migratie zoveel mogelijk gestructureerd te laten verlopen; 
  • ongewenste migratiestromen te beperken; 
  • en het draagvlak voor migratie in onze samenleving te behouden en te versterken. 

Migratie biedt Nederland  kansen en mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan migranten en buitenlandse bedrijven die de Nederlandse economie stimuleren. Tegelijkertijd legt het ook druk op voorzieningen zoals huisvesting, onderwijs en de gezondheidszorg. De aanpak moet de uitdagingen en de kansen van migratie zo goed mogelijk tegen elkaar afwegen.Mensen migreren:

  • om in een ander land te werken (arbeidsmigratie);
  • om te studeren (kennismigratie);
  • voor de liefde;
  • of omdat ze op de vlucht zijn voor oorlog of geweld (asielmigratie).

In het regeerprogramma wil het kabinet snel een deel van de Vreemdelingenwet buiten werking stellen. Daarmee zijn er direct meer maatregelen mogelijk om zo de asielinstroom en de migratie van andere migranten te beperken. De Tweede en Eerste Kamer hoeven hier niet eerst mee akkoord te gaan. Gedacht wordt aan extra grensbewaking net als in Duitsland en het onmiddellijk beperken van gezinshereniging van meerderjarige kinderen en het inperken van het indienen van meerdere asielverzoeken, wat stapelen wordt genoemd. Ook stuurt het kabinet volgende week een officieel verzoek naar Brussel om voor Nederland op asielgebied een uitzondering te maken. Dit heet ‘opt-out’ en betekent dat Nederland zich tijdelijk niet aan Europese asielregels hoeft te houden. De vier coalitiepartijen willen een veel strenger asielbeleid en spraken in hun zogenoemde hoofdlijnenakkoord over het strengste asielbeleid “ooit”. De bedoeling van het kabinet is om een asielcrisis uit te roepen. Op die manier kan een deel van de Vreemdelingenwet buiten werking worden gesteld, dat kan in bepaalde situaties zonder inmenging van de Tweede Kamer.  Als er sprake is van “uitzonderlijke omstandigheden” mag het kabinet dit doen via een zogenoemde algemene maatregel van bestuur (AMvB), waardoor er niet meteen goedkeuring van het parlement nodig is. Het kabinet vindt dat er nu sprake is van uitzonderlijke omstandigheden, omdat er volgens het kabinet een crisis is in de opvang, de beschikbaarheid van woningen en knelpunten in de zorg. Tijdens de coronacrisis werd een AMvB ook gebruikt om allerlei ingrijpende maatregelen te nemen. De Kamer heeft daar pas achteraf goedkeuring voor gegeven en dat moet nu ook gebeuren. Het is de vraag of het Europese Hof van Justitie deze route van het kabinet goedkeurt, maar in Den Haag leeft het idee dat er dan in de tussentijd in elk geval stappen gezet kunnen worden met het inperken van de instroom van asielzoekers. Over de opt-out op Europees asielbeleid zal Nederland de komende tijd ook onderhandelen. Het is onzeker wanneer en of dat lukt, maar het kabinet wil er in elk geval vast mee beginnen. Minister Faber van Asiel en Migratie gaat verder met de Asielcrisiswet, waar nog meer instroombeperkende maatregelen worden vastgelegd. Geen verblijfsvergunningen meer voor onbepaalde tijd en gezinshereniging wordt aan banden gelegd. De vluchteling moet minimaal twee jaar een verblijfsstatus hebben, zelfstandige woonruimte en een eigen inkomen voordat hereniging mogelijk is. Het uitroepen van een asielcrisis wordt inmiddels voorbereid door middel van Koninklijke besluiten die worden voorbereid. Ook extra grensbewaking door middel van vliegende brigade is in voorbereiding. De uitstroom maar ook de inperking van de instroom wordt op meerdere fronten tegelijk aangepakt. Er zijn inmiddels al bezuinigingen ingeboekt op het IND in de verwachting dat de te nemen maatregelen snel succes zullen hebben. Voor Oekraïners zullen de eigen bijdragen worden verhoogd. Minister Faber (Asiel en Migratie) moet van NSC binnen drie weken met een spoedwet regelen dat gemeenten Oekraïense vluchtelingen een eigen bijdrage kunnen laten betalen. Door een fout in de wet is dat nu nog niet mogelijk. De kans is groot dat een meerderheid in de Tweede Kamer dit zal steunen. Er zijn tienduizenden Oekraïners die vanaf 1 juli een bijdrage moeten betalen van 105 euro per maand, bedoeld voor gas, water en licht. De bijdrage kan oplopen tot 484 euro voor een gezin, als er ook catering wordt geregeld op de locatie. De Kamer wordt binnen een maand ook geïnformeerd over de voortgang van de opt out. Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie) heeft de Europese Commissie officieel al om een opt-out gevraagd.  Bij het vragenuurtje op 24 september noemde Van Dijk (SP) de situatie rondom arbeidsmigratie nu ook als crisis. Arbeidsmigranten worden niet alleen uitbuit maar ook na “gebruik’ aan de kant en op straat gezet. Het kabinet heelft miljoenen aan Gemeenten ter beschikking gesteld om de crisis zoveel mogelijk op te lossen.

Voor migranten gelden regels. Het kan zijn dat iemand een Schengenvisum nodig heeft. Of dat een immigrant een verblijfsvergunning moet aanvragen voor een langer verblijf in Nederland. Welke regels voor immigranten gelden, hangt onder meer af van de nationaliteit en het verblijfsdoel. Komt iemand bijvoorbeeld voor studie of wetenschappelijk onderzoek naar Nederland? Dan gelden er andere regels dan voor iemand die naar Nederland komt voor zijn of haar partner. Alle informatie over verblijf in Nederland is te vinden op de website van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Minister Faber (Asiel) stopt op 1 januari volgend jaar met het financieren van de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers, met een uitloop van 2 maanden. Op X laat ze weten dat ze daarover overleg heeft gehad met de gemeenten die nu nog zo’n ‘bed-bad-brood-opvang’ hebben. “Ik zet in op terugkeer in plaats van gesubsidieerde opvang”, schrijft ze. In het hoofdlijnenakkoord heeft de nieuwe coalitie al afgesproken dat de bijdrage aan de Landelijke Vreemdelingenvoorziening (LVV), zoals de opvang officieel heet, zou worden beëindigd. Het levert een besparing op van 30 miljoen euro.

Er komt geen nieuw asielzoekerscentrum voor circa 300 vluchtelingen bij het dorp ’t Harde in Gelderland (gemeente Oldebroek). De plannen zijn onder andere niet haalbaar door regels over de uitstoot van stikstof en eisen voor bescherming van planten en dieren. Het plan leidde tot veel onrust bij de ruim 7000 inwoners van het dorp. De beoogde locatie ligt net buiten het dorp, tussen de snelweg A28 en de Bovendwarsweg. Het terrein grenst aan het beschermde natuurgebied de Veluwe.

De Duitse regering komt ook met een lijst van maatregelen waaronder, strengere grensbewaking en de bepaling dat asielzoekers die zich al in een ander EU-land hebben gemeld geen recht meer hebben op een uitkering in Duitsland. Ook wil de overheid dat asielzoekers en vluchtelingen hun verblijfsstatus verliezen als ze “zonder dwingende reden” zijn teruggereisd naar hun thuisland. Voor Oekraïners en mensen die de begrafenis van een familielid willen bijwonen wordt een uitzondering gemaakt. De wapenwet wordt eveneens aangescherpt. Er moet een messenverbod komen bij volksfeesten en andere evenementen. Ook is het de bedoeling dat deelstaten meer bevoegdheden krijgen om controles op wapens uit te voeren. Daarnaast wil de Duitse overheid het gebruik van gezichtsherkenning uitbreiden. De regering wil opsporingsautoriteiten de bevoegdheid geven om foto’s die bij veiligheidsdiensten bekend zijn te vergelijken met publiek toegankelijke afbeeldingen op sociale media. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Annalena Baerbock vindt dat uitzettingen naar Syrië en Afghanistan ‘in individuele gevallen’ overwogen kunnen worden. 30 augustus 2024 werden voor het eerst 28 Afghaanse veroordeelde criminelen op het vliegtuig naar Afghanistan gezet. Ook het verheerlijken van terrorisme is voor de Duitse autoriteiten reden vanaf nu tot uitzetting. De Duitse regering heeft niet zelf met de Taliban gesproken, mede omdat iedere vorm van onderhandeling internationaal gevoelig ligt. Ook Nederland onderzoekt nu of een beleidswijziging mogelijk is zodat bijvoorbeeld Latakia kan worden aangewezen als veilig gebied. De beoordeling wordt gedaan door de ambassade en beoordeeld door lokale bronnen. De PVV en VVD willen in het najaar een debat hierover en is al opgenomen in het hoofdlijnenakkoord.

In het tweede kwartaal van 2024 hebben 7,7 duizend mensen een eerste asielverzoek in Nederland ingediend. Dat is 14 procent minder dan een kwartaal eerder. Vergeleken met het eerste halfjaar van 2023 dienden meer mensen een eerste asielverzoek in, ook kwamen meer nareizigers naar Nederland. Tientallen gemeenten in Nederland hebben aangegeven dat ze ondanks een oproep van Marjolein Faber niet in staat zijn om op korte termijn extra opvangplekken te realiseren voor Oekraïense vluchtelingen. Minstens vijftig gemeenten zitten aan hun maximale capaciteit.  COA gaat op elke opvanglocatie één of twee asielzoekers plaatsen die nu nog in Ter Apel verblijven. Daarmee moet het aantal asielzoekers in het aanmeldcentrum vlak voor de deadline alsnog onder de tweeduizend komen. Het COA heeft deze opdracht donderdagavond gekregen van Marjolein Faber (PVV). Het is de bedoeling dat naar vrijwel alle opvanglocaties één of twee extra asielzoekers worden gebracht. De plekken waar alleenstaande minderjarige vluchtelingen (amv’s) worden opgevangen, tellen daarin niet mee. De maatregel is bedoeld om dwangsommen te voorkomen. De gemeente Westerwolde stapt namelijk opnieuw naar de rechter vanwege het aantal asielzoekers in het aanmeldcentrum. Het COA gaat uit van de bezetting in de avond en de nacht, terwijl de gemeente ook naar de bezetting overdag heeft gekeken. Een groep asielzoekers brengt de nacht door in de gemeente Pekela, terwijl ze overdag in Ter Apel verblijven. Volgens het COA tellen ze die mensen nooit mee in de cijfers, terwijl de gemeente dat nu dus wel doet. Het aantal mensen in de avond en de nacht naar beneden krijgen is volgens het COA gelukt door “onorthodoxe maatregelen”. Daarmee doelen ze op de opdracht van het ministerie van Asiel en Migratie van afgelopen vrijdag om asielzoekers te verplaatsen naar opvanglocaties door heel Nederland. Maar de gemeente Westerwolde vindt dat geen structurele oplossing. “Het COA is er wel in geslaagd om het aantal mensen omlaag te brengen, door een grote verschuiving van asielzoekers naar andere locaties in Nederland. Inclusief de mensen die elke ochtend vanuit de overlooplocatie in Pekela komen is het aantal nog steeds te hoog, namelijk 2053.” Het COA is hierover in gesprek met de gemeente Westerwolde. In Simpelveld komt een ‘wachtkamer’ voor maximaal 300 mensen. In Voorburg komen ongeveer 200 asielzoekers in een hotel tegenover het station en in Capelle aan den IJssel wil in een hotel tot 295 mensen opvangen. De tijdelijke locaties moeten de druk op het overvolle aanmeldcentrum in Ter Apel helpen verminderen. Simpelveld bouwt een zogenoemde Tijdelijke Gemeentelijke Opvang. Dat is een ‘wachtkamer’, waar mensen kunnen verblijven voor wie nog geen plek is in een asielzoekerscentrum. Het complex gaat op 14 oktober open en is maximaal 2 jaar beschikbaar. Volgens de gemeente komen er geen mensen uit veilige landen. Simpelveld moet op grond van de spreidingswet 55 asielzoekers opvangen, onder wie 5 minderjarigen zonder begeleider. Ongeveer 200 asielzoekers krijgen plek in een hotel tegenover station Voorburg. De opvang moet eind dit jaar openen voor minstens 2 jaar en mogelijk nog een jaar langer. De gemeente Leidschendam-Voorburg moet vanuit de spreidingswet 448 asielzoekers opvangen, onder wie 38 kinderen die zonder volwassen begeleider naar Nederland zijn gekomen. De gemeente vangt al 80 asielkinderen op in een leegstaand kantoorpand in Leidschendam. Het college in Capelle aan den IJssel heeft een hotel aangewezen als de meest geschikte locatie om tot 295 asielzoekers op te vangen. Ongeveer 100 van hen verblijven nu iets verderop in de straat. De Zuid-Hollandse gemeente moet 344 asielzoekers, onder wie 29 alleenreizende minderjarigen, opvang bieden. Om de grootste nood te ledigen kan het teveel aan asielzoekers van ter Apel voorlopig terecht in de Jaarbeurs in Utrecht en in Leiden.

Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) wil de Nederlandse taal weer de norm laten zijn op hogescholen en universiteiten. Bruins zet de Wet internationalisering in balans (WIB) hiervoor door, scherpt deze in onderliggende regelgeving verder aan en maakt ondertussen afspraken met de onderwijsinstellingen. De minister wil met deze maatregelen zorgen dat het onderwijs toegankelijk blijft, de Nederlandse taalvaardigheid verbetert en de blijfkans van internationaal talent groter wordt. Dat schrijft minister Bruins vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Minister Bruins: “Nederland is met trots een internationaal kennisland en voor onze toekomst moeten we dat ook zeker blijven. De afgelopen jaren zien we de internationale studentenaantallen toenemen, met een groot tekort aan studentenwoningen, volle collegezalen en de Nederlandse taal die onder druk staat als gevolg. Dat vraagt om maatregelen. Ik wil de Nederlandse taal weer de norm maken. Zodat de taalvaardigheid verbetert en het internationaal talent wat hier komt studeren vervolgens ook blijft om een bijdrage te leveren aan onze economie en samenleving.”  In het wetsvoorstel moeten Nederlandse bacheloropleidingen minimaal tweederde van het curriculum in het Nederlands aanbieden. Maximaal een derde mag in een andere taal, om ruimte te geven aan bijvoorbeeld (gast)colleges van internationale docenten en onderzoekers. Om een bacheloropleiding in z’n geheel in een andere taal aan te bieden, moet toestemming worden gevraagd aan een commissie en de minister door middel van de zogenoemde Toets anderstalig onderwijs (TAO). Op basis van vier gronden kan een opleiding toestemming krijgen. Dat kan bijvoorbeeld gaan om 1. opleidingen in krimp- en grensregio’s, 2. opleidingen voor tekortsectoren op de arbeidsmarkt (zoals bepaalde opleidingen in de techniek en bèta-sectoren), 3. als een opleiding maar op één plaats wordt aangeboden of 4. als de opleiding onlosmakelijk een internationaal karakter heeft. Bruins wil deze laatste twee criteria scherper afstellen dan het vorige kabinet, om te voorkomen dat uitzonderingen de regel worden en om het Nederlands te behouden. 

De minister benadrukt dat ook met de beperkende maatregelen voor studiemigratie het onderwijs en wetenschap een internationale activiteit is en blijft. Bruins: “We zien dat met de grote tekorten op de arbeidsmarkt het aantrekken van talentvolle internationale studenten, zeker voor tekortsectoren en in krimp- of grensregio’s, nodig blijft. Ook om het onderwijs in de regio op peil te houden. Met deze aanpak blijft dit mogelijk. We willen de juiste internationale studenten hier naartoe trekken en met meer Nederlandse taalvaardigheid de blijfkans van internationale studenten vergroten zodat ze na hun studie hier gaan werken.” De blijfkans voor internationale studenten na vijf jaar is gemiddeld 25%. Voor EER-studenten, die in Nederland kunnen studeren voor hetzelfde collegegeld als Nederlandse studenten, is dit slechts 19%. Uit onderzoek van onder andere Nuffic blijkt dat taaleisen op het werk en in de samenleving op dit moment een grote barrière zijn. Uiteindelijk moet de totale instroom wel naar beneden, ook omdat het kabinet minder geld wil uitgeven aan internationale studenten vanaf 2026. Dat vraagt inzet van de onderwijsinstellingen die hier ook zelfregie in behouden. Instellingen kunnen in ieder geval al vanaf studiejaar 2025/2026 een aparte numerus fixus instellen op anderstalige trajecten van een bepaalde opleiding. Daarnaast wil Bruins bestuurlijke afspraken maken met onderwijsinstellingen over hoe ze ervoor gaan zorgen dat de internationale instroom wordt beperkt. Daarmee wordt invulling gegeven aan de bezuiniging.

Uitzendbureaus maken misbruik van arbeidsmigranten. Oost-Europese arbeiders raken dakloos wanneer ze per direct worden ontslagen. Veel arbeidsmigranten krijgen onderdak aangeboden via hun werkgever of uitzender. In de Pauluskerk in Rotterdam bivakkeren ongeveer 150 migranten. “Het zijn vooral jonge mannen van in de dertig uit Oost-Europa. Zij werken vaak op fragiele en onzekere contracten via een uitzendbureau en worden van de ene op de andere dag ontslagen. Ze hebben dan geen inkomen meer en komen op straat terecht aangezien ze niet voldoen aan de voorwaarden voor nachtopvang.” Onlangs is opnieuw een arbeidsmigrant overleden op straat. De teller in Rotterdam staat inmiddels op vier doden. Uitzendbureaus ontslaan werknemers met een niet-Nederlandse nationaliteit vaker op staande voet dan mensen met een Nederlandse nationaliteit en dan is de kans groot dat zij niet weten wat hun rechten zijn. Vorig jaar werden 7.470 mensen op staande voet ontslagen in de uitzendsector. Daarvan hadden er 6.308 een niet-Nederlandse nationaliteit. De problematiek speelt niet alleen in Rotterdam, maar ook bijvoorbeeld in Den Haag, Amsterdam, Venlo en Tiel. Vakbond FNV constateert dat er onder meer veel sprake is van uitbuiting in sectoren zoals de bouw, vleesindustrie, distributiecentra en het vrachtvervoer.Daar komt bij dat Oost-Europese arbeiders vaker betrokken zijn bij bedrijfsongevallen, blijkt uit cijfers van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Dan gaat het vooral om de groep niet-Nederlandse slachtoffers zonder geregistreerd tijdelijk verblijfadres. Zij staan ingeschreven in de Registratie van Niet-ingezetenen (RNI). De RNI is onder meer bedoeld voor mensen die korter dan vier maanden in Nederland verblijven en hier willen werken. Het aantal ongevallen per 100.000 banen is 37. Bij de overige slachtoffers, Nederlanders en arbeidsmigranten die bij gemeenten ingeschreven staan, is dat aantal 26. De meeste ongevallen met arbeidsmigranten in de RNI vinden plaats in de metaalindustrie, slachterijen en landbouw, bosbouw en visserij. Verder zijn slachtoffers uit de groep vaker uitzendkracht, jong en erg kort in dienst op het moment dat het ongeval plaatsvindt. Arbeidsmigranten doen vaak ongeschoold, laagbetaald en tijdelijk werk, en dan ook nog in sectoren waar het risico op ongevallen relatief groot is. Verder komt het voor dat arbeidsmigranten door taal- en cultuurverschillen in sommige gevallen instructies en waarschuwingen mogelijk niet goed begrijpen.  Er ligt een wetsvoorstel in de Tweede Kamer waarmee malafide uitzenders kunnen worden aangepakt, met garanties om ze van de uitleenmarkt te weren. Het gaat onder meer om periodieke controles op naleving van de belangrijkste arbeids- en fiscale wetten, het voldoen van een waarborgsom van 100.000 euro en aanvullende gegevensuitwisseling met onder meer de Arbeidsinspectie. Uitleners die zonder toelating arbeidskrachten uitlenen én inleners die zakendoen met niet-toegelaten uitleners kunnen boetes krijgen van de Arbeidsinspectie. Zo kunnen zowel malafide uitzendbureaus als inleners worden aangepakt. Verder is een verkenning aangekondigd naar een algeheel verbod op uitzendwerk in bepaalde sectoren. “Mochten er te veel misstanden, waaronder misbruik van ontslag op staande voet, blijven bestaan met uitzendbureaus in bepaalde sectoren, dan is een uitzendverbod een maatregel die kan worden ingezet.

Het kabinet wil een andere aanpak waarbij arbeidsmigratie tegen lage lonen en onder slechte omstandigheden wordt beperkt. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Asiel en Migratie hebben aan het CBS opdracht gegeven om een dashboard Migratiemotieven te ontwikkelen en deze jaarlijks te actualiseren. 

Op 31 december 2022 waren er 288.065 arbeidsmigranten (mensen met het migratiemotief arbeid) vanuit de EU en buiten de EU in Nederland, in totaal kwamen 140.890 gezinsmigranten mee met deze groep. Deze mensen kunnen sinds 1999 naar Nederland zijn gekomen, gedetacheerde werknemers en personen die ingeschreven staan als niet-ingezetene zijn niet in deze cijfers meegenomen. In 2022 kwamen 46.700 arbeidsmigranten naar Nederland vanuit de EU. Daarnaast kwamen 28.745 arbeidsmigranten binnen van buiten de EU. Ook gezinsleden kwamen met de arbeidsmigranten mee.De belangrijkste nieuwe richting die dit kabinet inslaat is het toewerken naar keuzes rondom economie en arbeidsmarkt. Er worden nu meerdere stappen gezet die het mogelijk maken om volgend jaar een aantal richtinggevende keuzes te maken. Die keuzes moeten bijdragen aan het realiseren van een sterke economie en om antwoord te geven op de vraag welke arbeidsvraag we als wenselijk zien en welke niet. Vanuit arbeidsmarktkrapte en andere schaarstes in onze economie wordt bekeken op welke manier de overheid de vraag naar arbeid stimuleert. Het kabinet laat daartoe een doorlichting uitvoeren naar de gevolgen van huidige subsidies en fiscale regelingen. Ook worden de maatschappelijke kosten en baten van arbeidsmigratie meegenomen en wordt de impact op sectoren die veel gebruik maken van arbeidsmigranten inzichtelijk. Het eindrapport met concrete beleidsopties wordt in juni 2025 verwacht.

Daarnaast vraagt het kabinet de SER om deze zomer een advies uit te brengen over welke keuzes met betrekking tot de economie en arbeidsmarkt zij noodzakelijk en wenselijk achten om minder afhankelijk te worden van laag betaalde arbeidskrachten. Hierbij ligt ook de vraag op tafel of het vaststellen van cijfermatige bandbreedtes helpt om te komen tot een selectiever en gerichter arbeidsmigratiebeleid.Het kabinet bekijkt hoe door middel van technologie en innovatie hetzelfde werk met minder mensen kan worden gedaan. Dat vermindert de vraag naar laagbetaalde arbeid. Om verdere stappen te zetten richting een hoogwaardige en innovatieve economie wil het kabinet, samen met sectoren, werken aan een productiviteitsagenda.

Voor deeltijdwerkers moet het aantrekkelijker worden om meer uren te werken. Voor statushouders en asielzoekers waarvan de kans groot is dat ze mogen blijven moet het makkelijker worden om aan het werk te gaan. Waar in 2022 nog 601 tewerkstellingsvergunningen voor asielzoekers werden uitgegeven, is de verwachting dat er dit jaar 10.000 vergunningen worden verleend.Vandaag is ook de jaarrapportage arbeidsmigranten aan de Tweede Kamer aangeboden. In deze rapportage wordt de voortgang weergegeven op het uitvoeren van de aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (Commissie Roemer). Het kabinet zegt dat ze hier grote prioriteit aan geven.

Dit kabinet kijkt naast het uitvoeren van de adviezen van het Aanjaagteam ook naar extra maatregelen die genomen kunnen worden om de misstanden aan te pakken en het verdienmodel van malafide ondernemers te doorbreken. Zo wordt begin volgend jaar het resultaat verwacht van de verkenning naar een sectoraal uitzendverbod of minimum percentage vaste dienstverbanden. Daarnaast erkent het kabinet de belangrijke rol van werkgevers in het zorgen voor passende huisvesting voor de arbeidsmigranten die zij in dienst hebben. Het kabinet wil bevorderen dat medeoverheden meer ruimte laten voor huisvesting op het eigen terrein van de werkgever, zodat meer tijdelijke huisvesting beschikbaar komt voor arbeidsmigranten.

Om te voorkomen dat er een te grote afhankelijkheid van de werkgever ontstaat voor arbeidsmigranten is met de inwerkingtreding van de Wet goed verhuurderschap de loskoppeling van de huur- en arbeidsovereenkomst verplicht. Hiermee is de arbeidsmigrant voor huisvesting minder afhankelijk van de werkgever en eindigt de huurovereenkomst niet automatisch wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt. Het ministerie van VRO bereidt een doelgroepencontract voor arbeidsmigranten voor, om de huurpositie van arbeidsmigranten verder te verbeteren.

error: Content is protected !!